Opsporen van bijstandsfraude onmogelijk gemaakt

Met dank overgenomen van W.P.H.J. (René) Peters i, gepubliceerd op vrijdag 2 maart 2018.

De Centrale Raad voor Beroep heeft uitspraak gedaan. De gemeente Tilburg mag geen specifiek onderzoek doen naar het vermogen van bijstandsgerechtigde Turkse Nederlanders. Dat zou discriminatie zijn. Die uitspraak maakt het heel moeilijk om effectief bijstandsfraude in het buitenland op te sporen. Dat is een kwalijke zaak vinden Erik de Ridder (wethouder gemeente Tilburg) en Rene Peters (lid van de Tweede Kamer) beiden namens het CDA. Peters heeft inmiddels Kamervragen gesteld. Deze tekst verscheen als opiniestuk van de Tilburgse wethouder Erik de Ridder en mijzelf in het Brabants Dagblad.

Gemeenten zijn verantwoordelijk voor de handhaving van de bijstandswet. Bijstandsgerechtigden zijn verplicht hun vermogen door te geven, zodat gemeenten kunnen bepalen of zij recht hebben op bijstand of niet. Het is vrij gemakkelijk te controleren of mensen in Nederland vermogen hebben. In het buitenland is dat moeilijker. Daarom huren gemeenten gespecialiseerde bedrijven in die ter plaatse onderzoek kunnen doen. Dat werkt. Er wordt, bijvoorbeeld in Turkije, regelmatig vermogen aangetroffen dat op papier niet zou bestaan. Mensen krijgen dus onterecht bijstand. Het is belangrijk dat daar iets aan gedaan wordt. Door deze uitspraak van de Centrale Raad van Beroep zou dit niet mogen. Gemeenten zoeken tenslotte ook niet actief naar vermogen in Zweden of Duitsland is hun redenering. Er zou dus sprake zijn van discriminatie. De uitspraak kost gemeenten miljoenen aan teveel uitbetaalde uitkeringen die niet teruggevorderd mogen worden. En, erger nog, fraude blijft lonen.

Discriminatie op ras of afkomst is verkeerd. Daarover geen enkel misverstand. Het zou verkeerd zijn te beweren dat alleen vermogen in Turkije niet zou worden opgegeven. Maar we moeten het ook niet omdraaien. Fraude komt voor. Ook in Turkije. En het is met een beetje moeite goed aantoonbaar ook. In andere landen is dat soms moeilijker. Omdat overheden en instanties niet meewerken bijvoorbeeld. Geen wonder dus dat gemeenten beginnen met onderzoeken daar waar de kans op succes het grootste is. Dat is geen discriminatie. Dat is het gebruiken van gezond verstand. Daarnaast blijven gemeenten actief zoeken naar manieren om fraude te bestrijden. Nu en in de toekomst. In Nederland en ieder ander land van de wereld.

De uitspraak van de CRB slaat gemeenten een belangrijk wapen tegen bijstandsfraude uit handen. Maar het kan niet zo zijn dat frauderen loont. Ook niet door te wijzen op (vermeende) discriminatie. Daarom zijn inmiddels vragen aan de staatssecretaris gesteld. Gaat de staatssecretaris in cassatie tegen de uitspraak van de CRB bijvoorbeeld? En wat gaat de staatssecretaris doen om effectieve methoden om bijstandsfraude aan te tonen alsnog mogelijk te maken? Heldere vragen die snel beantwoord kunnen worden. Van gemeenten mag verwacht worden dat ze fraude opsporen en aanpakken. Maar daar moeten ze wel de ruimte voor krijgen.