Overeenkomst tussen de Europese Unie en Japan betreffende een economisch partnerschap

1.

Kerngegevens

Document­datum 29-06-2018
Publicatie­datum 30-06-2018
Kenmerk 7965/18 ADD 3
Externe link origineel bericht
Originele document in PDF

2.

Tekst

Raad van de Europese Unie

Brussel, 29 juni 2018 (OR. en)

7965/18 ADD 3

Interinstitutioneel dossier: 2018/0092 (NLE) i

WTO 69 SERVICES 18 COASI 86

WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN

Betreft: Overeenkomst tussen de Europese Unie en Japan betreffende een economisch partnerschap

BIJLAGE 2-B

LIJST VAN GOEDEREN, BEDOELD IN DE ARTIKELEN 2.15 EN 2.17 1

Hoofdstuk Omschrijving van de goederen

25 Zout; zwavel; aarde en steen; gips, kalk en cement

26 Ertsen, slakken en assen

27 Minerale brandstoffen, aardolie en distillatieproducten daarvan; bitumineuze stoffen; minerale was 28 Anorganische chemische producten; organische of anorganische verbindingen van edele metalen, van zeldzame aardmetalen, van radioactieve elementen of van isotopen 71 Echte en gekweekte parels, edelstenen en halfedelstenen, edele metalen en metalen geplateerd met edele metalen, alsmede werken daarvan; fancybijouterieën; munten

72 Ijzer en staal

73 Werken van ijzer of van staal

74 Koper en werken van koper

75 Nikkel en werken van nikkel

76 Aluminium en werken van aluminium

78 Lood en werken van lood

79 Zink en werken van zink

80 Tin en werken van tin

81 Andere onedele metalen; cermets; werken van deze stoffen

________________

1 Deze bijlage is gebaseerd op het geharmoniseerd systeem zoals gewijzigd op 1 januari 2017.

BIJLAGE 2-C

MOTORVOERTUIGEN EN ONDERDELEN

ARTIKEL 1

Definities

  • 1. 
    Voor de toepassing van deze bijlage wordt verstaan onder:
    • a) 
      "WP.29": het Wereldforum voor harmonisatie van de reglementen voor voertuigen, optredend in het kader van de Verenigde Naties en de Economische Commissie voor Europa;
    • b) 
      "Overeenkomst van 1958": Overeenkomst betreffende het aannemen van geharmoniseerde technische reglementen van de Verenigde Naties voor wielvoertuigen en voor uitrustingsstukken en onderdelen die kunnen worden aangebracht en/of gebruikt op wielvoertuigen, en betreffende de voorwaarden voor wederzijdse erkenning van goedkeuringen die krachtens die reglementen van de Verenigde Naties zijn verleend;
    • c) 
      "Overeenkomst van 1998": Overeenkomst betreffende de vaststelling van mondiale technische reglementen voor wielvoertuigen, uitrustingsstukken en onderdelen die kunnen worden aangebracht en/of gebruikt op wielvoertuigen;
    • d) 
      "VN-reglement": een reglement van de Verenigde Naties, vastgesteld op basis van de Overeenkomst van 1958;
    • e) 
      "GTR": een mondiaal technisch reglement, vastgesteld en in het wereldregister vastgelegd op basis van de Overeenkomst van 1998;
    • f) 
      "toepassing van een VN-reglement": de inwerkingtreding van een VN-reglement voor een partij overeenkomstig de Overeenkomst van 1958;
    • g) 
      "typegoedkeuring": het administratieve besluit waarbij de bevoegde instanties van een partij verklaren dat een type voertuig, onderdeel of uitrustingsstuk aan de desbetreffende administratieve en technische voorschriften voldoet, en
    • h) 
      "typegoedkeuringscertificaat": het document waarmee de bevoegde instanties officieel

    verklaren dat typegoedkeuring is verleend voor een type voertuig, onderdeel of

    uitrustingsstuk.

  • 2. 
    De technische voorschriften en conformiteitsbeoordelingsprocedures zijn omschreven in de punten 1 en 3 van bijlage 1 bij de TBT-Overeenkomst.

ARTIKEL 2

Toepassingsgebied

Deze bijlage is van toepassing op alle producten van motorvoertuigen en uitrustingsstukken en onderdelen daarvan die onder de Overeenkomst van 1958 of de Overeenkomst van 1998 vallen, met uitzondering van motorvoertuigen, uitrustingsstukken en onderdelen die uitsluitend voor landbouw en bosbouw worden gebruikt, die in het bijzonder onder de hoofdstukken 40, 84, 85, 87 en 94 van het GS vallen (hierna "onder deze bijlage vallende producten" genoemd).

ARTIKEL 3

Doelstellingen

Het belang van motorvoertuigen en uitrustingsstukken en onderdelen daarvan voor de handel, de groei en de werkgelegenheid erkennende, heeft deze bijlage tot doel:

  • a) 
    een hoog niveau van veiligheid, milieubescherming, energie-efficiëntie en beveiliging tegen diefstal te bevorderen voor motorvoertuigen en uitrustingsstukken en onderdelen daarvan die op wielvoertuigen kunnen worden aangebracht en/of gebruikt;
  • b) 
    de handel tussen de partijen en de toegang tot hun respectieve markten te vergemakkelijken door samen te werken op regelgevingsgebied en niet-tarifaire handelsmaatregelen weg te

    nemen of de nadelige gevolgen ervan te voorkomen; c) de internationale harmonisatie van de voorschriften in het kader van WP.29 te vergroten en de

    wederzijdse erkenning van overeenkomstig VN-reglementen verleende typegoedkeuringen te bevorderen, zonder nadere tests, documenten, certificaten of opschriften te verlangen, en

  • d) 
    te zorgen voor convergentie van de regelgevingsvoorschriften van de partijen door de toepassing van VN-reglementen en GTR's.

ARTIKEL 4

Relevante internationale normen en normalisatie-instelling

De partijen erkennen dat WP.29 de relevante internationale normalisatie-instelling voor de onder deze bijlage vallende producten is en dat VN-reglementen en GTR's relevante internationale normen voor de onder deze bijlage vallende producten zijn.

ARTIKEL 5

Toepassing van bestaande VN-reglementen

  • 1. 
    Elke partij laat, zonder nadere tests, documenten, certificaten of opschriften te verlangen, op haar markt producten toe waarop een typegoedkeuringscertificaat krachtens de Overeenkomst van 1958, voor de in aanhangsel 2-C-1 vermelde VN-reglementen, betrekking heeft, en acht die producten in overeenstemming met haar interne technische regelgeving en

    conformiteitsbeoordelingsprocedures op het door het betrokken VN-reglement bestreken gebied.

  • 2. 
    De partijen voeren overleg en bereiken uiterlijk zeven jaar na de datum van inwerkingtreding van deze overeenkomst overeenstemming over de toepassingsdata voor de in

    aanhangsel 2-C-2 vermelde VN-reglementen, teneinde de veiligheid en de bescherming van het milieu te waarborgen en de harmonisatie van de technische regelgeving in het kader van de Overeenkomst van 1958 te bevorderen. Als de partijen het tijdens dat overleg noodzakelijk achten een bepaald VN-reglement te wijzigen om overeenstemming over de toepassingsdatum te bereiken, is artikel 6 van deze bijlage van toepassing.

ARTIKEL 6

Wijzigingen van bestaande VN-reglementen

  • 1. 
    Als een partij het noodzakelijk acht een in aanhangsel 2-C-1 of 2-C-2 vermeld VN-reglement te wijzigen, voert zij overleg met de andere partij over de eventuele wijziging van dat VN-

    reglement.

  • 2. 
    Als de partijen het erover eens zijn dat het VN-reglement moet worden gewijzigd, werken zij samen om een ontwerpwijziging op te stellen, rekening houdend met de wegverkeerssituatie van elke partij, en leggen zij die wijziging aan WP.29 voor. De partijen werken samen

    teneinde de goedkeuring van de ontwerpwijziging in WP.29 te bespoedigen.

  • 3. 
    Als de partijen het erover eens zijn dat een gewijzigd, in aanhangsel 2-C-2 vermeld VN- reglement niet wezenlijk afwijkt van de door de partijen overeengekomen ontwerpwijziging, aanvaardt elke partij uiterlijk op de in het gewijzigde VN-reglement vermelde datum

    typegoedkeuringen die op grond van dat gewijzigde reglement zijn verleend. Als de partijen het niet eens worden, gelden de rechten en verplichtingen van de Overeenkomst van 1958.

ARTIKEL 7

Vaststelling van nieuwe VN-reglementen

  • 1. 
    Als een partij het noodzakelijk acht een nieuw VN-reglement vast te stellen, voert zij overleg met de andere partij teneinde de veiligheid en de bescherming van het milieu te waarborgen

    en de harmonisatie van de technische regelgeving te bevorderen.

  • 2. 
    Als de partijen het erover eens zijn dat een nieuw VN-reglement moet worden vastgesteld, werken zij samen om een gezamenlijk ontwerp-VN-reglement op te stellen en aan WP.29 voor te leggen. De partijen werken samen om de goedkeuring van het ontwerp-VN-reglement in WP.29 te bespoedigen.
  • 3. 
    Als de partijen het erover eens zijn dat het vastgestelde nieuwe VN-reglement niet wezenlijk afwijkt van het in lid 2 bedoelde oorspronkelijke gezamenlijke ontwerp, aanvaardt elke partij vanaf de in het nieuwe VN-reglement vermelde datum typegoedkeuringen die op grond van dat VN-reglement zijn verleend en nemen zij dat VN-reglement op in de lijst van

    aanhangsel 2-C-1. Als de partijen het niet eens worden, gelden de rechten en verplichtingen van de Overeenkomst van 1958.

ARTIKEL 8

Beëindiging van de toepassing van VN-reglementen

  • 1. 
    Als een partij in uitzonderlijke omstandigheden voornemens is een in aanhangsel 2-C-1 of

    2-C-2 vermeld VN-reglement niet langer toe te passen, stelt zij de andere partij in kennis van haar voornemen daartoe. Die kennisgeving moet één jaar voor de datum waarop de toepassing van het VN-reglement wordt beëindigd geschieden.

  • 2. 
    Alvorens de toepassing van een VN-reglement te beëindigen, treedt een partij in overleg met de andere partij om alternatieve stappen of maatregelen te onderzoeken waarin de

    Overeenkomst van 1958 voorziet.

  • 3. 
    Nadat een partij hiervoor gegronde redenen heeft aangevoerd, kan zij besluiten de toepassing van een VN-reglement overeenkomstig de Overeenkomst van 1958 te beëindigen.

ARTIKEL 9

Bijwerking van aanhangsels

  • 1. 
    De aanhangsels 2-C-1 en 2-C-2 worden door de partijen — op basis van een beoordeling door de op grond van artikel 22.4, lid 1, opgerichte Werkgroep motorvoertuigen en onderdelen — gewijzigd bij een besluit van het Gemengd Comité overeenkomstig artikel 23.2, lid 3, en lid 4, punt b), om daarin rekening te houden met wijzigingen die op grond van artikel 6, lid 3, van

    deze bijlage zijn overeengekomen, om daarin op grond van artikel 7, lid 3, van deze bijlage een nieuw VN-reglement op te nemen of om daarin een VN-reglement te schrappen waarvan de toepassing uit hoofde van artikel 8, lid 3, van deze bijlage is beëindigd.

  • 2. 
    De krachtens artikel 5, lid 2, van deze bijlage overeengekomen data worden opgenomen in aanhangsel 2-C-2. Als een in aanhangsel 2-C-2 vermeld VN-reglement wordt toegepast,

    wordt het verplaatst naar aanhangsel 2-C-1.

  • 3. 
    Als de partijen tijdens het overleg op grond van artikel 5, lid 2, van deze bijlage, in samenhang met artikel 6 van deze bijlage, geen overeenstemming bereiken over de specifieke wijziging, kunnen zij de datum voor de toepassing van dat VN-reglement veranderen of overeenkomen de vermelding van dat VN-reglement in aanhangsel 2-C-2 te schrappen. ARTIKEL 10

Internationale typegoedkeuring van gehele voertuigen

  • 1. 
    Elke partij past VN-Reglement nr. 0 toe en aanvaardt, zonder nadere tests, documenten, certificaten of opschriften te verlangen, onder de Overeenkomst van 1958 vallende producten van de andere partij waarvoor een certificaat van internationale typegoedkeuring van gehele voertuigen is verleend en acht die producten in overeenstemming met al haar interne

    technische regelgeving en conformiteitsbeoordelingsprocedures op het door de internationale typegoedkeuring van gehele voertuigen bestreken gebied.

  • 2. 
    De partijen komen overeen om samen te werken bij de toepassing van VN-Reglement nr. 0 teneinde de wereldwijde toepassing ervan te vergemakkelijken, en om samen te werken bij de uitbreiding van het toepassingsgebied van VN-Reglement nr. 0 tot andere

    voertuigcategorieën.

ARTIKEL 11

Wijziging van bestaande interne technische regelgeving

  • 1. 
    De partijen wijzigen bestaande interne technische regelgeving niet op zodanige wijze dat het handelsverkeer sterker wordt belemmerd dan nodig is voor de verwezenlijking van een

    legitieme doelstelling betreffende de invoer en het in het verkeer brengen op hun interne markt van producten waarvoor typegoedkeuringen zijn verleend krachtens VN-reglementen.

  • 2. 
    Het belang erkennende van de internationale inspanningen ter harmonisatie van de technische regelgeving door middel van VN-reglementen, staan de partijen positief tegenover vergroting van hun convergentie met de bestaande VN-reglementen wanneer bestaande interne

    technische regelgeving wordt gewijzigd om de veiligheid en milieubescherming te verbeteren.

ARTIKEL 12

Invoering van interne technische regelgeving

  • 1. 
    De partijen voeren geen nieuwe interne technische regelgeving of conformiteitsbeoordelingsprocedures in die tot gevolg hebben dat de invoer en het in het verkeer brengen op hun interne markt voorkomen of bemoeilijkt wordt van producten waarvoor typegoedkeuringen zijn verleend krachtens VN-reglementen die door beide partijen worden toegepast, op de door die VN-reglementen bestreken gebieden, tenzij die VN- reglementen uitdrukkelijk voorzien in dergelijke interne technische regelgeving of conformiteitsbeoordelingsprocedures.
  • 2. 
    Behalve in gevallen waarin de partijen aan de artikelen 6 en 7 van deze bijlage hebben voldaan, moeten de regelgevende autoriteiten van de partij, wanneer die partij voornemens is interne technische regelgeving of conformiteitsbeoordelingsprocedures vast te stellen of te wijzigen op gebieden die niet door bestaande VN-reglementen worden bestreken:
  • a) 
    aan de regelgevende autoriteiten van de andere partij kennisgeving doen van de

regelgevingsdoelstelling en het plan, en tevens, in een vroeg stadium, elke

rechtvaardiging voor die regelgeving of bestaande effectbeoordeling van de

voorgenomen technische regelgeving of conformiteitsbeoordelingsprocedure

overmaken;

  • b) 
    overwegen of een nieuw VN-reglement kan worden opgesteld en vastgesteld of een bestaand VN-reglement kan worden gewijzigd op het gebied waarvoor de partij

    voornemens is interne technische regelgeving of conformiteitsbeoordelingsprocedures in te voeren, en

  • c) 
    de medevoorzitter van de Werkgroep motorvoertuigen en onderdelen van de andere partij ervan in kennis stellen wanneer de partij besluit interne technische regelgeving of conformiteitsbeoordelingsprocedures in te voeren op een gebied dat niet door een VN- reglement wordt bestreken.

ARTIKEL 13

Overlegprocedure

  • 1. 
    Wanneer een partij besluit overeenkomstig deze overeenkomst interne technische regelgeving of conformiteitsbeoordelingsprocedures in te voeren of te wijzigen, kan de andere partijen

    verzoeken om overleg met die partij, die daarmee onverwijld moet instemmen. Tijdens het overleg werken de partijen samen aan een oplossing om de negatieve gevolgen voor de bilaterale handel zo veel mogelijk te beperken. Als de partij onmiddellijk wenst te handelen, kan zij de interne technische regelgeving of conformiteitsbeoordelingsprocedure vaststellen voordat het overleg is voltooid. De partij moet de urgentie en de onmiddellijke veiligheids- of milieurisico's kenbaar maken en onderbouwen.

  • 2. 
    Als de partijen geen overeenstemming bereiken over een oplossing, kan de in lid 1 bedoelde partij haar interne technische regelgeving of conformiteitsbeoordelingsprocedure vaststellen en kan de andere partij overeenkomstig artikel 19 van deze bijlage een beroep doen op de

    beslechting van geschillen uit hoofde van hoofdstuk 21 indien zij van mening is dat die interne technische regelgeving of conformiteitsbeoordelingsprocedure het handelsverkeer tussen de partijen kan schaden.

  • 3. 
    Het besluit van de andere partij om overeenkomstig lid 1 al dan niet om overleg te verzoeken, laat haar recht onverlet om, ten aanzien van door de in lid 1 bedoelde partij vastgestelde

    nieuwe of gewijzigde interne technische regelgeving of conformiteitsbeoordelingsprocedures, overeenkomstig artikel 19 van deze bijlage een beroep te doen op de beslechting van geschillen uit hoofde van hoofdstuk 21.

ARTIKEL 14

Producten met nieuwe technologieën of nieuwe kenmerken

Een partij verhindert niet of vertraagt niet onnodig dat op haar grondgebied onder deze bijlage vallende producten in de handel worden gebracht, op grond van het feit dat er nieuwe technologie in is verwerkt of dat zij een nieuw kenmerk hebben waarvoor nog geen regelgeving is vastgesteld, tenzij er naar behoren onderbouwde risico's voor de menselijke gezondheid, de veiligheid of het milieu zijn. Elke partij past de toepasselijke bepalingen van de Overeenkomst van 1958 betreffende nieuwe technologieën toe.

ARTIKEL 15

Uitzonderingsclausule voor regelgeving

  • 1. 
    Als er urgente en dwingende risico's voor de menselijke gezondheid, de veiligheid of het milieu zijn, mag een partij op haar grondgebied het in de handel brengen weigeren of het uit de handel nemen eisen van een onder deze bijlage vallend product dat in overeenstemming is met de in deze bijlage bedoelde technische regelgeving en

    conformiteitsbeoordelingsprocedures. Een dergelijke weigering of eis mag geen middel tot willekeurige of ongerechtvaardigde discriminatie van de producten van de andere partij zijn, noch een verkapte beperking van de handel.

  • 2. 
    Van de in lid 1 bedoelde weigering of eis wordt kennisgeving gedaan aan de andere partij en aan de fabrikant of importeur voordat de weigering of eis in werking treedt. De kennisgeving gaat vergezeld van een objectieve, met redenen omklede en uitvoerige uitleg van de risico's en de maatregelen, alsook van relevante wetenschappelijke en technische bewijzen. De in lid 1 bedoelde partij streeft ernaar de situatie op te lossen door de procedure van artikel 4 van de

    Overeenkomst van 1958 toe te passen.

ARTIKEL 16

Handelbeperkende regelgeving

Elke partij ziet ervan af de voordelen inzake markttoegang die voor de andere partij uit deze bijlage voortvloeien, door middel van specifieke regelgeving voor de onder deze bijlage vallende sector ongedaan te maken of te beperken. Dit doet niet af aan het recht om regelgevende maatregelen vast te stellen die met het oog op de veiligheid, de bescherming van het milieu of de volksgezondheid en het tegengaan van misleidende praktijken noodzakelijk is, mits de maatregelen op goed onderbouwde wetenschappelijke of technische informatie zijn gebaseerd en te goeder trouw is meegewerkt aan de in deze bijlage beschreven samenwerking.

ARTIKEL 17

Onderlinge samenwerking

  • 1. 
    Om de handel in motorvoertuigen en uitrustingsstukken en onderdelen daarvan verder te vergemakkelijken en markttoegangproblemen op te lossen voordat zij zich voordoen, en tegelijkertijd de veiligheid en de bescherming van het milieu te waarborgen, komen de

    partijen overeen samen te werken inzake aangelegenheden die betrekking hebben op onder deze bijlage vallende producten.

  • 2. 
    Elke partij beantwoordt naar behoren onderbouwde schriftelijke vragen en opmerkingen van de andere partij over alle aspecten van de onder deze bijlage vallende producten. De vragen of opmerkingen worden tijdig, en in ieder geval binnen zestig dagen na ontvangst, schriftelijk

    beantwoord.

  • 3. 
    Na de in lid 2 bedoelde correspondentie werken de partijen samen om eventuele resterende vraagstukken betreffende de onder deze bijlage vallende producten onverwijld op te helderen en daarvoor zo mogelijk een voor elke partij bevredigende oplossing te vinden.

ARTIKEL 18

Vrijwaring

  • 1. 
    Elke partij behoudt zich het recht voor om binnen tien jaar na de inwerkingtreding van deze overeenkomst gelijkwaardige concessies of andere gelijkwaardige verplichtingen te schorsen

    wanneer de andere partij 1 :

    • a) 
      een in aanhangsel 2-C-1 vermeld VN-reglement niet toepast of de toepassing daarvan beëindigt; of
    • b) 
      andere regelgeving invoert of wijzigt waardoor de voordelen van de toepassing van een in aanhangsel 2-C-1 vermeld VN-reglement ongedaan gemaakt of beperkt worden.
  • 2. 
    Schorsingen op grond van lid 1 blijven slechts van kracht totdat een besluit is genomen overeenkomstig de in artikel 19 van deze bijlage beschreven versnelde procedure voor de beslechting van geschillen of totdat een eerdere oplossing is gevonden die voor elke partij aanvaardbaar is, ook als die via het in artikel 19, punt b), van deze bijlage bedoelde overleg wordt gevonden.

1 Het niveau van de schorsing van concessies of andere verplichtingen mag niet hoger zijn dan

het niveau van de waarde van de bilaterale handel tussen de partijen in de producten die onder

het in lid 1, onder a) of b), bedoelde VN-reglement vallen.

ARTIKEL 19

Versnelde procedure voor de beslechting van geschillen

Op deze bijlage is hoofdstuk 21 van toepassing, met inachtneming van de volgende wijzigingen:

  • a) 
    geschillen betreffende de interpretatie of de toepassing van deze bijlage worden als urgent beschouwd;
  • b) 
    de in artikel 21.5, lid 4, vermelde termijn van 45 dagen voor het overleg wordt gereduceerd tot 15 dagen;
  • c) 
    de in artikel 21.18, lid 1, vermelde termijn van 120 dagen na de datum van instelling van het panel waarbinnen het tussentijdse verslag van het panel moet worden voorgelegd, wordt

    gereduceerd tot 60 dagen;

  • d) 
    de in artikel 21.19, lid 1, vermelde termijn waarbinnen het eindverslag moet worden voorgelegd, wordt gereduceerd van 30 tot 15 dagen vanaf de datum van uitbrenging van het tussentijdse verslag;
  • e) 
    aan artikel 21.20 wordt het volgende lid geacht te zijn toegevoegd: "Indien de partij waartegen de klacht is gericht geen wetgevende maatregelen hoeft vast te stellen om haar verplichtingen na te komen, mag de redelijke termijn normaliter niet meer dan 90 dagen, en in geen geval meer dan 150 dagen, bedragen, gerekend vanaf de datum waarop het eindverslag is uitgebracht.", en
  • f) 
    artikel 21.22, leden 2 en 3, wordt vervangen door: "Indien de klagende partij besluit geen verzoek overeenkomstig lid 1 te doen, of indien een dergelijk verzoek wordt gedaan en er niet binnen 20 dagen na de datum van ontvangst van het overeenkomstig lid 1 gedane verzoek een wederzijds bevredigende compensatie of andere regeling is overeengekomen, heeft de

    klagende partij het recht, bij kennisgeving aan de partij waartegen de klacht is gericht, verplichtingen te schorsen, met inbegrip van verplichtingen betreffende de verlaging of afschaffing van douanerechten op onder deze bijlage vallende producten. In de kennisgeving wordt gespecificeerd in welke mate de verplichtingen worden geschorst. De klagende partij mag de schorsing vanaf 10 dagen na de datum van ontvangst van de kennisgeving door de partij waartegen de klacht gericht is, op elk gewenst tijdstip laten ingaan.".

ARTIKEL 20

Werkgroep motorvoertuigen en onderdelen

  • 1. 
    De bij artikel 22.4, lid 1, ingestelde Werkgroep motorvoertuigen en onderdelen is verantwoordelijk voor de daadwerkelijke toepassing en werking van deze bijlage.
  • 2. 
    De werkgroep heeft tot taak:
    • a) 
      op verzoek van een partij alle kwesties in verband met deze bijlage te bespreken; b) te beoordelen of de aanhangsels 2-C-1 en 2-C-2 moeten worden gewijzigd, overeenkomstig de artikelen 5 tot en met 9 van deze bijlage;
    • c) 
      overeenkomstig deze bijlage samen te werken;
    • d) 
      overeenkomstig artikel 13 van deze bijlage overleg te voeren;
    • e) 
      op verzoek van een van de partijen ad-hocwerkgroepen in te stellen om een door een partij aan de orde gesteld specifiek vraagstuk te behandelen, en
    • f) 
      andere taken te verrichten die door het Gemengd Comité ingevolge artikel 22.1, lid 5, punt b), kunnen worden gedelegeerd.
  • 3. 
    Niettegenstaande artikel 22.4, lid 3, punten a) en c), komt de werkgroep op verzoek van een partij op een onderling bepaalde plaats bijeen.

AANHANGSEL 2-C-1

VN-REGLEMENTEN DIE DOOR BEIDE PARTIJEN WORDEN TOEGEPAST

Reglement

nr. Titel

3 Uniforme bepalingen voor de goedkeuring van retroflecterende voorzieningen voor motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan

4 Uniforme voorschriften voor de goedkeuring van de achterkentekenplaatverlichting van motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan

6 Uniforme voorschriften voor de goedkeuring van richtingaanwijzers voor motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan

7 Uniforme bepalingen voor de goedkeuring van breedtelichten, achterlichten, stoplichten en markeringslichten voor motorvoertuigen (behalve motorfietsen) en aanhangwagens ervan

10 Uniforme bepalingen voor de goedkeuring van voertuigen wat elektromagnetische compatibiliteit betreft

11 Uniforme bepalingen voor de goedkeuring van voertuigen wat deursluitingen en deurbevestigingsonderdelen betreft

12 Uniforme bepalingen voor de goedkeuring van voertuigen wat, bij een botsing, de bescherming van de bestuurder tegen de stuurinrichting betreft

13 Uniforme bepalingen voor de goedkeuring van voertuigen van de categorieën M, N en O wat het remsysteem betreft

Reglement

nr. Titel

13-H Uniforme bepalingen voor de goedkeuring van personenvoertuigen wat het remsysteem betreft

14 Uniforme bepalingen voor de goedkeuring van voertuigen wat de veiligheidsgordelverankeringen, Isofix-verankeringssystemen, Isofixtoptetherverankeringen en i-Size-zitplaatsen betreft

16 Uniforme bepalingen voor de goedkeuring van: I. Veiligheidsgordels, beveiligingssystemen, kinderbeveiligingssystemen en Isofixkinderbeveiligingssystemen voor de inzittenden van motorvoertuigen II. Voertuigen uitgerust met veiligheidsgordels, veiligheidsgordelverklikkers, beveiligingssystemen, kinderbeveiligingssystemen, Isofix-kinderbeveiligingssystemen en i-Size-kinderbeveiligingssystemen

17 Uniforme bepalingen voor de goedkeuring van voertuigen wat de stoelen en de verankering en eventueel aanwezige hoofdsteun ervan betreft

19 Uniforme bepalingen voor de goedkeuring van mistvoorlichten voor motorvoertuigen 21 Uniforme voorschriften voor de goedkeuring van voertuigen wat de binnenuitrusting betreft 23 Uniforme bepalingen voor de goedkeuring van achteruitrij- en manoeuvreerlichten voor motorvoertuigen en aanhangwagens ervan 25 Uniforme bepalingen voor de goedkeuring van al dan niet in voertuigstoelen ingebouwde hoofdsteunen 26 Uniforme bepalingen voor de goedkeuring van voertuigen wat de naar buiten uitstekende delen betreft

Reglement

nr. Titel

27 Uniforme bepalingen voor de goedkeuring van gevarendriehoeken 28 Uniforme bepalingen voor de goedkeuring van geluidssignaalinrichtingen en van motorvoertuigen wat hun geluidssignalen betreft 30 Uniforme voorschriften voor de goedkeuring van luchtbanden voor motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan 34 Uniforme bepalingen voor de goedkeuring van voertuigen wat brandpreventie betreft 37 Uniforme bepalingen voor de goedkeuring van gloeilampen die bestemd zijn voor gebruik in goedgekeurde lichtunits van motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan 38 Uniforme bepalingen voor de goedkeuring van mistachterlichten voor motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan 39 Uniforme bepalingen voor de goedkeuring van voertuigen wat de snelheidsmeter en de installatie ervan betreft 41 Uniforme bepalingen voor de goedkeuring van motorfietsen wat geluid betreft 43 Uniforme bepalingen voor de goedkeuring van veiligheidsbeglazingsmaterialen en de montage ervan in voertuigen 44 Uniforme bepalingen voor de goedkeuring van beveiligingssystemen voor kinderen aan boord van motorvoertuigen ("kinderbeveiligingssystemen")

Reglement

nr. Titel

45 Uniforme bepalingen voor de goedkeuring van koplampwissers en van motorvoertuigen wat de koplampwissers betreft

46 Uniforme bepalingen voor de goedkeuring van voorzieningen voor indirect zicht en van motorvoertuigen wat de installatie van die voorzieningen betreft

48 Uniforme bepalingen voor de goedkeuring van voertuigen wat de installatie van verlichtings- en lichtsignaalvoorzieningen betreft

50 Uniforme bepalingen voor de goedkeuring van breedtelichten, achterlichten, stoplichten, richtingaanwijzers en achterkentekenplaatverlichting voor voertuigen van categorie L

51 Uniforme voorschriften voor de goedkeuring van motorvoertuigen op ten minste vier wielen wat de geluidsemissie betreft

54 Uniforme voorschriften voor de goedkeuring van luchtbanden voor bedrijfsvoertuigen en aanhangwagens daarvan

58 Uniforme bepalingen voor de goedkeuring van: I. Beschermingsinrichtingen aan de achterzijde tegen klemrijden II. Voertuigen wat de installatie van een goedgekeurd type beschermingsinrichting aan de achterzijde tegen klemrijden betreft

III. Voertuigen wat de bescherming aan de achterzijde tegen klemrijden betreft 60 Uniforme bepalingen voor de goedkeuring van tweewielige motorfietsen en

bromfietsen wat de door de bestuurder bediende bedieningsorganen en de identificatie van de bedieningsorganen, verklikkers en meters betreft

Reglement

nr. Titel

62 Uniforme voorschriften voor de goedkeuring van motorvoertuigen met een

motorfietsstuur, wat de beveiliging tegen onrechtmatig gebruik betreft

64 Uniforme bepalingen voor de goedkeuring van voertuigen wat hun uitrusting betreft

die een reserve-eenheid voor tijdelijk gebruik en/of runflatbanden kan omvatten

66 Uniforme bepalingen voor de goedkeuring van grote passagiersvoertuigen wat de

sterkte van de bovenbouw betreft

70 Uniforme bepalingen voor de goedkeuring van achtermarkeringsplaten voor zware en

lange voertuigen

75 Uniforme bepalingen voor de goedkeuring van luchtbanden voor voertuigen van

categorie L

77 Uniforme bepalingen voor de goedkeuring van parkeerlichten voor motorvoertuigen

78 Uniforme voorschriften voor de goedkeuring van voertuigen van de categorieën L 1 ,

L 2 , L 3 , L 4 en L 5 wat het remsysteem betreft

79 Uniforme voorschriften voor de goedkeuring van voertuigen wat de stuurinrichting

betreft

80 Uniforme bepalingen voor de goedkeuring van de stoelen van grote

passagiersvoertuigen en van deze voertuigen wat de sterkte van de stoelen en de

verankeringen ervan betreft

Reglement

nr. Titel

81 Uniforme bepalingen voor de goedkeuring van achteruitkijkspiegels van tweewielige motorvoertuigen met of zonder zijspan, wat de montage ervan op het stuur betreft

87 Uniforme bepalingen voor de goedkeuring van dagrijlichten voor motorvoertuigen 91 Uniforme bepalingen voor de goedkeuring van zijmarkeringslichten voor motorvoertuigen en aanhangwagens ervan 93 Uniforme voorschriften voor de goedkeuring van: I. Beschermingsinrichtingen aan de voorzijde tegen klemrijden II. Voertuigen wat de installatie van een goedgekeurd type beschermingsinrichting aan de voorzijde tegen klemrijden betreft III. Voertuigen wat de bescherming aan de voorzijde tegen klemrijden betreft 94 Uniforme bepalingen voor de goedkeuring van voertuigen wat de bescherming van de inzittenden bij een frontale botsing betreft 95 Uniforme bepalingen voor de goedkeuring van voertuigen wat de bescherming van de inzittenden bij een zijdelingse botsing betreft 98 Uniforme bepalingen voor de goedkeuring van koplampen met gasontladingslichtbronnen voor motorvoertuigen 99 Uniforme bepalingen voor de goedkeuring van gasontladingslichtbronnen voor gebruik in goedgekeurde gasontladingslichtunits van motorvoertuigen

Reglement

nr. Titel

100 Uniforme bepalingen voor de goedkeuring van voertuigen wat de specifieke voorschriften voor de elektrische aandrijflijn betreft

104 Uniforme voorschriften voor de goedkeuring van retroflecterende markeringen voor voertuigen van de categorieën M, N en O

110 Uniforme bepalingen voor de goedkeuring van: I. Specifieke onderdelen van motorvoertuigen die gecomprimeerd aardgas (CNG) en/of vloeibaar aardgas (LNG) als brandstof gebruiken II. Voertuigen met betrekking tot de installatie van specifieke onderdelen van een goedgekeurd type voor het gebruik van gecomprimeerd aardgas (CNG) en/of vloeibaar aardgas (LNG) als brandstof

112 Uniforme bepalingen voor de goedkeuring van voor motorvoertuigen bestemde koplampen die asymmetrisch dimlicht en/of grootlicht uitstralen en voorzien zijn van gloeilampen en/of ledmodules

113 Uniforme bepalingen voor de goedkeuring van voor motorvoertuigen bestemde koplampen die symmetrisch dimlicht en/of grootlicht uitstralen en van gloeilampen, gasontladingslichtbronnen of ledmodules zijn voorzien

116 Uniforme technische voorschriften betreffende de beveiliging van motorvoertuigen tegen onrechtmatig gebruik

117 Uniforme bepalingen voor de goedkeuring van banden wat rolgeluidemissies en/of grip op nat wegdek en/of rolweerstand betreft

119 Uniforme voorschriften voor de goedkeuring van hoeklichten voor motorvoertuigen Reglement

nr. Titel

121 Uniforme bepalingen voor de goedkeuring van voertuigen wat de plaats en identificatie van bedieningsorganen met handbediening, verklikkerlichten en meters betreft

123 Uniforme voorschriften voor de goedkeuring van adaptieve koplampsystemen (AFS) voor motorvoertuigen

125 Uniforme bepalingen voor de goedkeuring van motorvoertuigen wat het gezichtsveld naar voren van de bestuurder betreft

127 Uniforme bepalingen voor de goedkeuring van motorvoertuigen wat de prestaties op het gebied van voetgangersveiligheid betreft

128 Uniforme bepalingen voor de goedkeuring van lichtbronnen met lichtdioden (leds) die bestemd zijn voor gebruik in goedgekeurde lichtunits van motorvoertuigen en

aanhangwagens daarvan 129 Uniforme bepalingen voor de goedkeuring van betere kinderbeveilingssystemen in

motorvoertuigen 130 Uniforme voorschriften voor de goedkeuring van motorvoertuigen wat het

waarschuwingssysteem voor het onbedoeld verlaten van de rijstrook (LDWS) betreft 131 Uniforme voorschriften voor de goedkeuring van motorvoertuigen wat de

geavanceerde noodremsystemen (AEBS) betreft Reglement

nr. Titel

134 Uniforme voorschriften voor de goedkeuring van motorvoertuigen en onderdelen daarvan wat de veiligheidsprestaties van motorvoertuigen op waterstof (HFCV)

betreft 1

1 Voor Japan gelden de volgende voorwaarden voor de goedkeuring van een voertuigtype dat

overeenkomstig VN-Reglement nr. 134 door een typegoedkeuringsinstantie van de Europese Unie is goedgekeurd, mits de tanks voorzien zijn van opschriften overeenkomstig artikel 46 van de Japanse wet inzake de veiligheid van gas onder hoge druk (wet nr. 204 van 1951): a) ten tijde van de indiening van een aanvraag uit hoofde van de Japanse wet inzake de veiligheid van gas onder hoge druk toont de fabrikant of zijn wettelijk vertegenwoordiger in Japan aan dat: i) het materiaal van de tanks gelijkwaardig is aan SUS F 316L, gespecificeerd in de Japanse industrienorm G 3214; voor de toepassing van deze alinea wordt dit voorschrift geacht te zijn nageleefd als vanaf de inwerkingtreding van deze overeenkomst wordt voldaan aan DIN1.4435; ii) het "nikkelequivalent" (massa-%) meer dan 28,5 bedraagt; voor de toepassing van deze alinea wordt onder "nikkelequivalent" (massa-%) verstaan: "12,6[C]+0,35[Si]+1,05[Mn]+[Ni]+0,65[Cr]+0,98[Mo]"; dit moet worden aangetoond met de materiaalspecificaties, en iii) het testresultaat voor "vermindering in oppervlakte" hoger is dan 75 %; als het testresultaat tussen 72 % en 75 % ligt, wordt de aanvraag onderzocht, waarbij rekening wordt gehouden met het "nikkelequivalent", en b) individuele voertuigen worden onderworpen aan een tweejaarlijkse periodieke keuring van het waterstofopslagsysteem overeenkomstig de artikelen 49 en 49-4 van de Japanse wet inzake de veiligheid van gas onder hoge druk, en het systeem wordt 15 jaar na de datum van productie verwijderd. Deze voetnoot treedt buiten werking wanneer beide partijen de werkzaamheden van fase 2 van GTR nr. 13 inzake waterstof- en brandstofcelvoertuigen hebben voltooid en het desbetreffende VN-reglement krachtens de Overeenkomst van 1958 toepassen.

Reglement

nr. Titel

135 Uniforme bepalingen voor de goedkeuring van voertuigen wat de prestaties bij zijdelingse botsingen met palen (PSI) betreft

136 Uniforme bepalingen voor de goedkeuring van voertuigen van categorie L wat de specifieke voorschriften voor de elektrische aandrijflijn betreft

137 Uniforme bepalingen voor de goedkeuring van personenvoertuigen wat de bescherming bij frontale botsingen betreft, met nadruk op het beveiligingssysteem

138 Uniforme bepalingen voor de goedkeuring van stille wegvoertuigen wat hun beperkte hoorbaarheid betreft

139 Uniforme bepalingen voor de goedkeuring van personenvoertuigen wat remhulpsystemen betreft

140 Uniforme bepalingen voor de goedkeuring van personenvoertuigen wat systemen voor elektronische stabiliteitscontrole (ESC) betreft

141 Uniforme bepalingen voor de goedkeuring van voertuigen wat de bandenspanningscontrolesystemen (TPMS) betreft

142 Uniforme bepalingen voor de goedkeuring van motorvoertuigen wat de montage van de banden betreft

AANHANGSEL 2-C-2

VN-REGLEMENTEN DIE DOOR EEN VAN DE PARTIJEN WORDEN TOEGEPAST

EN DOOR DE ANDERE PARTIJ NOG NIET IN AANMERKING ZIJN GENOMEN

Reglement Titel Datum van nr. toepassing door

de andere partij 1

53 Uniforme bepalingen voor de goedkeuring van voertuigen van categorie L 3 wat de installatie van verlichtings- en

lichtsignaalinrichtingen betreft 73 Uniforme bepalingen voor de goedkeuring van:

  • I. 
    Voertuigen wat hun zijdelingse beschermingen betreft II. Zijdelingse beschermingen III. Voertuigen wat de installatie van zijdelingse beschermingen van een krachtens deel II van dit reglement goedgekeurd type betreft

85 Uniforme bepalingen voor de goedkeuring van verbrandingsmotoren of elektrische aandrijvingen bestemd voor het voortbewegen van motorvoertuigen van de categorieën M en N, met betrekking tot de meting van het nettovermogen en het maximumvermogen gedurende 30 minuten van elektrische aandrijvingen

126 Uniforme bepalingen voor de goedkeuring van niet als oorspronkelijke uitrustingsstukken geleverde scheidingssystemen die gebruikt worden om inzittenden tegen de verplaatsing van bagage te beschermen

________________

1 Overeenkomstig artikel 5, lid 2, van deze bijlage overeen te komen data.

BIJLAGE 2-D

VERGEMAKKELIJKING VAN DE UITVOER VAN SHOCHU

Eenmalig gedestilleerde shochu, zoals gedefinieerd in artikel 3, punt 10, van de wet op de alcoholbelasting (wet nr. 6 van 1953) van Japan, geproduceerd in een pot still en gebotteld in Japan,

mag in de Europese Unie in de handel worden gebracht in traditionele flessen van vier go 1 (合) of één sho 2 ( 升), mits aan de andere toepasselijke wettelijke voorschriften van de Europese Unie

wordt voldaan.

________________

1 Eén go(合) komt overeen met 180 ml.

2 Eén sho(升) komt overeen met 1 800 ml.

BIJLAGE 2-E

VERGEMAKKELIJKING VAN UITVOER VAN WIJNBOUWPRODUCTEN

DEEL 1

Europese Unie

AFDELING A

Wet- en regelgeving van de Europese Unie bedoeld in artikel 2.25, lid 1, onder a), en lid 2, onder a)

De in artikel 2.25, lid 1, onder a), en lid 2, onder a), bedoelde productomschrijvingen en in de

Europese Unie toegestane oenologische procedés en toegepaste beperkingen, zijn vervat in de volgende wet- en regelgeving:

Verordening (EU) nr. 1308/2013 i van het Europees Parlement en de Raad van

17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor

landbouwproducten en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 922/72 i, (EEG)

nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad (PB L 347 van

20.12.2013, blz. 671), in het bijzonder de productievoorschriften voor de wijnbouwsector in

de artikelen 75, 78, 80, 81, 83 en 91 van die verordening en in bijlage VII, deel II, en

bijlage VIII, delen I en II, bij die verordening, voor zover zij betrekking hebben op producten

die binnen het toepassingsgebied van hoofdstuk 2, afdeling C, vallen; en

Verordening (EG) nr. 606/2009 i van de Commissie van 10 juli 2009 tot vaststelling van

uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EG) nr. 479/2008 i van de Raad, wat betreft de

wijncategorieën, de oenologische procedés en de daarvoor geldende beperkingen (PB L 193

van 24.7.2009, blz. 1), voor zover zij betrekking hebben op producten die binnen het

toepassingsgebied van hoofdstuk 2, afdeling C, vallen.

AFDELING B

Oenologische procedés voor de eerste fase, bedoeld in artikel 2.25, lid 2, onder b)

De in artikel 2.25, lid 2, onder b), bedoelde oenologische procedés in de Europese Unie voor de eerste fase omvatten het volgende:

– calciumalginaat;

– karamel;

– L(+)-wijnsteenzuur;

– lysozym;

– microkristallijne cellulose;

– stukjes eikenhout;

– perliet;

– kaliumalginaat;

– kaliumwaterstofsulfiet = kaliumbisulfiet;

– aardappeleiwit, en

– gisteiwitextracten.

AFDELING C

Oenologische procedés voor de tweede fase, bedoeld in artikel 2.26, lid 2

De in artikel 2.26, lid 2, bedoelde oenologische procedés in de Europese Unie voor de tweede fase omvatten het volgende:

– ammoniumbisulfiet;

– calciumcarbonaat + calciumdubbelzout van L(+)- wijnsteenzuur en L(-)-appelzuur;

– chitine-glucaan uit Aspergillus;

– dimethyldicarbonaat (DMDC);

– metawijnsteenzuur;

– neutraal kaliumtartraat;

– neutraal kalium-DL-tartraat, en

– de copolymeren polyvinylimidazool-polyvinylpyrrolidon (PVI/PVP).

AFDELING D

Oenologische procedés voor de derde fase, bedoeld in artikel 2.27, lid 2

De in artikel 2.27, lid 2, bedoelde oenologische procedés in de Europese Unie voor de derde fase omvatten het volgende:

– argon;

– calciumfytaat;

– calciumtartraat;

– kopersulfaat;

– kaolien (aluminiumsilicaat);

– activatoren van malolactische gisting;

– kaliumwaterstofcarbonaat = kaliumbicarbonaat = zuur kaliumcarbonaat;

– kaliumcaseïnaat, en

– kaliumhexacyanoferraat(II).

DEEL 2

Japan

AFDELING A

Wet- en regelgeving van Japan, bedoeld in artikel 2.25, lid 1, onder a), en lid 2, onder a)

De in artikel 2.25, lid 1, onder a), en lid 2, onder a), bedoelde productomschrijvingen en in Japan toegestane oenologische procedés en toegepaste beperkingen, zijn vervat in de volgende wet- en regelgeving:

– artikel 2, lid 1, artikel 3, punt 13, en artikel 43, leden 2 en 9, van de wet op de alcoholbelasting (wet nr. 6 van 1953), voor zover zij betrekking hebben op producten die binnen het toepassingsgebied van hoofdstuk 2, afdeling C, vallen;

– artikel 7, leden 1, 2 en 4, en artikel 50, lid 15, van het kabinetsdecreet betreffende de handhaving van de wet op de alcoholbelasting (kabinetsdecreet nr. 97 van 1962), voor zover zij betrekking hebben op producten die binnen het toepassingsgebied van hoofdstuk 2, afdeling C, vallen;

– artikel 13, leden 8.2 en 8.3, van de handhavingsregeling van de wet op de alcoholbelasting

(ministerieel decreet van het Ministerie van Financiën nr. 26 van 1962), voor zover zij betrekking hebben op producten die binnen het toepassingsgebied van hoofdstuk 2, afdeling C, vallen;

– deel II, artikel 3, "algemene bepalingen", leden 3, 5, 7 en 15, en "definities van vruchtenwijn en zoete vruchtenwijn", leden 1 tot en met 4, 6, 7, 9 en 11, en deel VIII, hoofdstuk 1,

artikel 86-6, lid 3.6, van de kennisgeving betreffende de interpretatie van de wet op de alcoholbelasting en andere wetten en decreten betreffende de administratie van alcoholaangelegenheden enz. (kennisgeving van de nationale belastingdienst van 1999), voor zover zij betrekking hebben op producten die binnen het toepassingsgebied van hoofdstuk 2, afdeling C, vallen;

– de nota betreffende de bepaling van de alcoholische dranken waar conserveermiddelen aan toegevoegd mogen worden (nota nr. 5 van 1997 van de nationale belastingdienst), voor zover zij betrekking heeft op producten die binnen het toepassingsgebied van hoofdstuk 2,

afdeling C, vallen;

– de kennisgeving betreffende de behandeling van "conserveermiddelen die aan alcoholische dranken mogen worden toegevoegd" (kennisgeving van de nationale belastingdienst van

1997), voor zover zij betrekking heeft op producten die binnen het toepassingsgebied van hoofdstuk 2, afdeling C, vallen, en

– punt 1.3 en de tabel in de bijlage van de nota tot vaststelling van de etiketteringsnormen betreffende het productieprocedé en de kwaliteit van wijn enz. (nota nr. 18 van 2015 van de nationale belastingdienst), voor zover zij betrekking hebben op producten die binnen het toepassingsgebied van hoofdstuk 2, afdeling C, vallen.

AFDELING B

Oenologische procedés voor de eerste fase, bedoeld in artikel 2.25, lid 1, onder b)

De in artikel 2.25, lid 1, onder b), bedoelde oenologische procedés in Japan voor de eerste fase omvatten het volgende:

  • a) 
    verrijking

    verrijking met sacharose, glucose en fructose (hierna "sachariden" genoemd) is toegestaan,

    behalve als het gewicht 1 van de voor verrijking gebruikte sachariden hoger is dan dat van de sachariden die de oorspronkelijke druivenmost bevat 2 ;

1 Het gewicht van de voor verrijking gebruikte sachariden moet worden uitgedrukt als

geïnverteerde sachariden: gewicht van geïnverteerde sachariden = gewicht van glucose + gewicht van fructose + gewicht van sacharose × 1,05.

2 Voor de toepassing van afdeling C van hoofdstuk 2 mag niet op hetzelfde product zowel

verrijking als aanzuring worden toegepast, zoals bedoeld in deel I, punt C, 7, van bijlage VIII

bij Verordening (EU) nr. 1308/2013 i.

  • b) 
    aanzuring en ontzuring

    aanzuring of ontzuring is toegestaan, tenzij dat in strijd is met punt 3.3, a), van de General

    Standard for Food Additives van de Codex Alimentarius 1 ;

  • c) 
    druivenras

    voor de productie van Japanse wijn mogen druiven van alle rassen worden gebruikt, ook van andere soorten dan Vitis vinifera, mits de druiven in Japan zijn geoogst;

  • d) 
    grenzen voor alcoholpercentage, totaal gehalte aan zuren en gehalte aan vluchtige zuren

    de ondergrens voor het alcoholpercentage bedraagt 1 % (effectief alcoholvolumegehalte). De

    bovengrens voor het alcoholpercentage bedraagt minder dan 15 % (effectief

    alcoholvolumegehalte). Voor Japanse wijn die zonder enige verrijking is geproduceerd, mag

    het alcoholpercentage echter maximaal minder dan 20 % (effectief alcoholvolumegehalte)

    bedragen. Er geldt geen beperking voor het totaal gehalte aan zuren en het gehalte aan

    vluchtige zuren;

1 Voor de toepassing van afdeling C van hoofdstuk 2 mag niet op hetzelfde product zowel

aanzuring als ontzuring worden toegepast, zoals bedoeld in deel I, punt C, 7, van bijlage VIII

bij Verordening (EU) nr. 1308/2013 i.

  • e) 
    eindprocedés
    • i) 
      het is alleen toegestaan na de fermentatie aan Japanse wijn brandewijn 1 , zoetstoffen (in

      de vorm van sachariden, druivenmost of geconcentreerde druivenmost, waarvan de druiven in Japan moeten zijn geoogst) of Japanse wijn toe te voegen indien die Japanse wijn is gefermenteerd in de recipiënt die bestemd is voor rechtstreekse verzending

      (zonder wisseling van recipiënt). Het gewicht 2 van de toegevoegde sachariden mag niet

      meer dan 10 % bedragen van het totale gewicht van de Japanse wijn na toevoeging van de bedoelde brandewijn, zoetstoffen of Japanse wijn;

    • ii) 
      het is alleen toegestaan na de fermentatie aan Japanse wijn zoetstoffen in de vorm van druivenmost of geconcentreerde druivenmost, waarvan de druiven in Japan zijn geoogst, toe te voegen indien het gewicht van de sachariden in de toegevoegde zoetstoffen in de vorm van druivenmost of geconcentreerde druivenmost niet meer dan 10 % bedraagt van het totale gewicht van de Japanse wijn na toevoeging van de hierboven genoemde zoetstoffen;

1 Brandewijn die gebruikt wordt voor de eindprocedés op grond van hoofdstuk 2, afdeling C,

van deze overeenkomst, moet bereid zijn van druiven, met inbegrip van druivenpulp en geconcentreerde druivenmost, en mag uitsluitend stoffen bevatten die zijn toegestaan krachtens bijlage I A bij Verordening (EG) nr. 606/2009 i van de Commissie.

2 Het gewicht van de toegevoegde sachariden moet worden uitgedrukt als geïnverteerde

sachariden: gewicht van geïnverteerde sachariden = gewicht van glucose + gewicht van fructose + gewicht van sacharose × 1,05.

  • iii) 
    het is alleen toegestaan na de fermentatie aan Japanse wijn zoetstoffen in de vorm van

    sachariden toe te voegen indien het gewicht 1 van de toegevoegde sachariden niet meer

    dan 10 percent bedraagt van het totale gewicht van de Japanse wijn na toevoeging van de sachariden.

AFDELING C

Oenologische procedés voor de tweede fase, bedoeld in artikel 2.26, lid 1

De in artikel 2.26, lid 1, bedoelde oenologische procedés in Japan voor de tweede fase omvatten het volgende:

– tannine van kaki (persimoen);

– cellulosemicrofibrillen;

– fytinezuur;

– natriumascorbaat, en

– natriumcaseïnaat.

1 Het gewicht van de toegevoegde sachariden moet worden uitgedrukt als geïnverteerde

sachariden: gewicht van geïnverteerde sachariden = gewicht van glucose + gewicht van fructose + gewicht van sacharose × 1,05.

AFDELING D

Oenologische procedés voor de derde fase, bedoeld in artikel 2.27, lid 1

De in artikel 2.27, lid 1, bedoelde oenologische procedés in Japan voor de derde fase omvatten het volgende:

– calciumdiwaterstoffosfaat ("zuur calciumfosfaat");

– dikaliumwaterstoffosfaat en kaliumdiwaterstoffosfaat ("zuur kaliumfosfaat");

– geactiveerde zure klei;

– agar;

– ammoniak;

– ammoniumfosfaat (ammoniumdiwaterstoffosfaat);

– calciumchloride;

– carrageen;

– collageen;

– erythorbinezuur;

– magnesiumchloride;

– magnesiumsulfaat;

– fosforzuur;

– kaliumcarbonaat;

– natriumalginaat;

– natriumwaterstofcarbonaat (natriumbicarbonaat);

– natriumcarbonaat;

– natriumchloride (keukenzout);

– natriumerythorbaat, en

– tarwemeel.

________________

BIJLAGE 3-A

AANTEKENINGEN BIJ PRODUCTSPECIFIEKE OORSPRONGSREGELS

Aantekening 1

Algemene beginselen

  • 1. 
    Deze bijlage bevat de algemene regels voor de in artikel 3.2, lid 1, onder c), bedoelde toepasselijke vereisten van bijlage 3-B.
  • 2. 
    Voor de toepassing van deze bijlage en bijlage 3-B moet een product voldoen aan de volgende vereisten om van oorsprong te zijn in overeenstemming met artikel 3.2, lid 1, onder c): een

    wijziging in tariefindeling, een productieproces, een maximumwaarde voor niet van oorsprong zijnde materialen, een minimale regionale inbreng of een ander in deze bijlage of bijlage 3-B gespecificeerd vereiste.

  • 3. 
    Wanneer in een productspecifieke oorsprongsregel wordt verwezen naar het gewicht, wordt het nettogewicht bedoeld, dat wil zeggen het gewicht van een materiaal of een product

    exclusief het gewicht van de verpakking.

  • 4. 
    Deze bijlage, bijlage 3-B en bijlage 3-E zijn gebaseerd op het geharmoniseerd systeem zoals gewijzigd op 1 januari 2017.

Aantekening 2

De structuur van bijlage 3-B

  • 1. 
    Aantekeningen bij afdelingen of hoofdstukken worden in voorkomend geval gelezen in samenhang met de productspecifieke oorsprongsregels voor de desbetreffende afdelingen, hoofdstukken, posten of onderverdelingen.
  • 2. 
    Elke productspecifieke oorsprongsregel in kolom 2 van bijlage 3-B is van toepassing op het desbetreffende product in kolom 1 van bijlage 3-B.
  • 3. 
    Wanneer op een product alternatieve productspecifieke oorsprongsregels van toepassing zijn, is het product van oorsprong indien het aan één van de alternatieven voldoet. Wanneer op een product een productspecifieke oorsprongsregel met meerdere vereisten van toepassing is, is

    het product slechts van oorsprong indien het aan elk van die vereisten voldoet.

  • 4. 
    Voor de toepassing van deze bijlage en bijlage 3-B wordt verstaan onder:
    • a) 
      "hoofdstuk": de eerste twee cijfers van het tariefindelingsnummer overeenkomstig het geharmoniseerd systeem;
    • b) 
      "post": de eerste vier cijfers van het tariefindelingsnummer overeenkomstig het geharmoniseerd systeem;
    • c) 
      "afdeling": een afdeling van het geharmoniseerd systeem, en d) "onderverdeling": de eerste zes cijfers van het tariefindelingsnummer overeenkomstig het geharmoniseerd systeem.
  • 5. 
    Voor de toepassing van productspecifieke oorsprongsregels zijn de volgende afkortingen van

    toepassing 1 :

    "VH": productie uit niet van oorsprong zijnde materialen van een willekeurig hoofdstuk, met uitzondering van dit van het product, of een verandering naar het hoofdstuk, de post of de onderverdeling vanuit een ander hoofdstuk; dit betekent dat op alle bij de productie van het product gebruikte niet van oorsprong zijnde materialen

    een wijziging in tariefindeling op het tweecijferniveau (d.w.z. een verandering van hoofdstuk) van het geharmoniseerd systeem moet worden toegepast;

    "VP": productie uit niet van oorsprong zijnde materialen van een willekeurige post, met uitzondering van deze van het product, of een verandering naar het hoofdstuk, de post of de onderverdeling vanuit een andere post; dit betekent dat op alle bij de

    productie van het product gebruikte niet van oorsprong zijnde materialen een wijziging in tariefindeling op het viercijferniveau (d.w.z. een verandering van post) van het geharmoniseerd systeem moet worden toegepast;

    "VOV": productie uit niet van oorsprong zijnde materialen van een willekeurige onderverdeling, met uitzondering van deze van het product, of een verandering naar het hoofdstuk, de post of de onderverdeling vanuit een andere

    onderverdeling; dit betekent dat op alle bij de productie van het product gebruikte

    niet van oorsprong zijnde materialen een wijziging in tariefindeling op het

    zescijferniveau (d.w.z. een verandering van onderverdeling) van het

    geharmoniseerd systeem moet worden toegepast.

1 Voor alle duidelijkheid: wanneer in het kader van vereiste wijziging in tariefindeling wordt

voorzien in een uitzondering voor een wijziging vanuit bepaalde hoofdstukken, posten of onderverdelingen mogen de niet van oorsprong zijnde materialen van die hoofdstukken, posten of onderverdelingen noch individueel, noch gezamenlijk worden gebruikt.

Aantekening 3

Toepassing van bijlage 3-B

  • 1. 
    Artikel 3.2, lid 3, betreffende producten die de oorsprongsstatus hebben verkregen en die bij de productie van andere producten worden gebruikt, is van toepassing ongeacht of die

    oorsprongsstatus werd verkregen in dezelfde fabriek in een partij als deze waar die producten worden gebruikt.

  • 2. 
    Wanneer in een productspecifieke oorsprongsregel is vastgesteld dat bepaalde niet van oorsprong zijnde materialen niet mogen worden gebruikt, of dat de waarde of het gewicht van bepaalde niet van oorsprong zijnde materialen een bepaalde grens niet mag overschrijden, zijn deze vereisten niet van toepassing op niet van oorsprong zijnde materialen die elders in het geharmoniseerd systeem zijn ingedeeld.
  • 3. 
    Wanneer in een productspecifieke oorsprongsregel is vastgesteld dat een product uit een bepaald materiaal moet worden geproduceerd, betekent dit niet dat geen andere materialen mogen worden gebruikt die vanwege hun aard niet aan dat vereiste kunnen voldoen.

Aantekening 4

Berekening van een maximale waarde van niet van oorsprong zijnde materialen

en van een minimale regionale inbreng

Definities

  • 1. 
    Voor de toepassing van productspecifieke oorsprongsregels wordt verstaan onder:
    • a) 
      "douanewaarde": de waarde zoals bepaald overeenkomstig de Overeenkomst inzake de toepassing van artikel VII van de Algemene Overeenkomst inzake tarieven en handel

      van 1994;

    • b) 
      "EXW":
      • i) 
        de aan de fabrikant in wiens onderneming de laatste be- of verwerking is verricht betaalde of te betalen prijs af fabriek van het product, voor zover in deze prijs de waarde is begrepen van alle gebruikte materialen en alle andere bij de productie van een product gemaakte kosten, verminderd met alle binnenlandse belastingen die worden of kunnen worden terugbetaald wanneer het verkregen product wordt uitgevoerd, of
    • ii) 
      indien er geen prijs is betaald of moet worden betaald, of indien de werkelijk

    betaalde prijs niet alle aan de productie van het product verbonden en werkelijk

    bij de productie van een product gemaakte kosten dekt, de waarde van alle

    gebruikte materialen en alle andere bij de productie van het product in de partij

    van uitvoer gemaakte kosten,

    • A) 
      inclusief de verkoopkosten, algemene kosten en administratiekosten alsmede de winst, voor zover deze redelijkerwijze aan het product kunnen worden toegewezen, en
    • B) 
      exclusief de vervoers- en verzekeringskosten, alle andere bij het vervoer van het product gemaakte kosten en alle binnenlandse belastingen van de partij

      van uitvoer die worden of kunnen worden terugbetaald wanneer het verkregen product wordt uitgevoerd;

  • c) 
    "FOB":
    • i) 
      de aan de verkoper betaalde of te betalen fob-prijs (free on board), ongeacht de

    vervoerswijze, voor zover in deze prijs de waarde is begrepen van alle gebruikte

    materialen en alle andere bij de productie van een product alsmede het vervoer

    ervan naar de haven van uitvoer in de partij gemaakte kosten, verminderd met alle

    binnenlandse belastingen die worden of kunnen worden terugbetaald wanneer het

    verkregen product wordt uitgevoerd, of

    • ii) 
      indien er geen prijs is betaald of moet worden betaald, of indien de werkelijk

    betaalde prijs niet alle aan de productie van het product verbonden en werkelijk

    bij de productie van een product gemaakte kosten dekt, de waarde van alle

    gebruikte materialen en alle andere bij de productie van het product in de partij

    van uitvoer alsmede het vervoer ervan naar de haven van uitvoer in de partij

    gemaakte kosten,

    • A) 
      inclusief de verkoopkosten, algemene kosten en administratiekosten alsmede de winst, voor zover deze redelijkerwijze aan het product kunnen worden toegewezen, alsook de vervoers- en verzekeringskosten, en
    • B) 
      exclusief alle binnenlandse belastingen van de partij van uitvoer die worden of kunnen worden terugbetaald wanneer het verkregen product wordt

      uitgevoerd;

  • d) 
    "MaxNOM": de maximale waarde aan niet van oorsprong zijnde materialen, uitgedrukt als een percentage;
  • e) 
    "RVC": de minimale regionale inbreng van een product, uitgedrukt als een percentage, en
    • f) 
      "VNM": de waarde aan bij de productie van het product gebruikte niet van oorsprong zijnde materialen, te weten de douanewaarde ervan op het tijdstip van invoer, inclusief de vervoerskosten, eventuele verzekeringskosten, verpakkingskosten en alle andere bij het vervoer van de materialen naar de haven van invoer in de partij waar de producent van het product is gevestigd gemaakte kosten. Indien deze waarde niet bekend is en niet kan worden vastgesteld, wordt gebruikgemaakt van de eerste controleerbare prijs die in een van beide partijen voor de niet van oorsprong zijnde materialen is betaald.
  • 2. 
    Voor de berekening van MaxNOM en RVC zijn de volgende formules van toepassing:

MaxNOM(%) = VNM EXW × 100

RVC(%) = FOB − VNM FOB × 100

Aantekening 5

Definities van processen als bedoeld in de afdelingen V, VI en VII in bijlage 3-B

Voor de toepassing van productspecifieke oorsprongsregels wordt verstaan onder:

  • a) 
    "biotechnologische verwerking":
    • i) 
      biologische of biotechnologische kweek (inclusief celkweek), hybridisatie of genetische modificatie van micro-organismen (bacteriën, virussen (inclusief fagen) enz.) of

      menselijke, dierlijke of plantencellen, en

    • ii) 
      productie, isolatie of zuivering van cellulaire of intercellulaire structuren (zoals geïsoleerde genen, genfragmenten en plasmiden), of fermentatie;
  • b) 
    "wijziging van de deeltjesgrootte": doelbewuste en gecontroleerde modificatie van de deeltjesgrootte van een product, op andere wijze dan door louter pletten of persen, waardoor een product wordt verkregen met een bepaalde deeltjesgrootte, deeltjesgrootteverdeling of oppervlakte die relevant is voor de doeleinden van het verkregen product, en met fysieke of chemische kenmerken die verschillen van deze van de inputmaterialen;
  • c) 
    "chemische reactie": proces (met inbegrip van een biochemisch proces) waarmee een molecule met een nieuwe structuur wordt verkregen door de intramoleculaire verbindingen te verbreken en nieuwe intramoleculaire verbindingen tot stand te brengen, of door de

    ruimtelijke ordening van de atomen in een molecule te wijzigen, met uitzondering van de onderstaande processen, die voor de toepassing van deze definitie niet als chemische reactie gelden:

    • i) 
      oplossing in water of in een ander oplosmiddel;
    • ii) 
      verwijdering van oplosmiddelen, met inbegrip van als oplosmiddel gebruikt water, of
    • iii) 
      toevoeging of verwijdering van kristalwater;
  • d) 
    "distillatie":
    • i) 
      atmosferische distillatie: scheidingsproces waarbij aardolie in een distilleerkolom volgens kookpunt in fracties wordt omgezet en de damp vervolgens in verschillende vloeibaar gemaakte fracties wordt gecondenseerd; voorbeelden van door

      aardoliedistillatie verkregen producten zijn vloeibaar petroleumgas, nafta, benzine, kerosine, diesel of stookolie, lichte gasolie en smeerolie, en

  • ii) 
    vacuümdistillatie: distillatie bij een druk die lager is dan de atmosferische druk, maar

niet zo laag dat het proces als moleculaire distillatie zou worden aangemerkt;

vacuümdistillatie wordt gebruikt voor het distilleren van hoogkokende en

warmtegevoelige materialen zoals zware distillaten in aardolie, om lichte tot zware

vacuüm gasoliën en residu te produceren;

  • e) 
    "isomerenscheiding": isolatie of scheiding van isomeren uit een mengsel van isomeren;
  • f) 
    "vermenging": doelbewuste en proportioneel gecontroleerde vermenging (met inbegrip van dispersie) van materialen, anders dan de toevoeging van verdunningsmiddelen, uitsluitend om te voldoen aan van tevoren vastgelegde specificaties, resulterend in de productie van een

    product met fysieke of chemische kenmerken die relevant zijn voor de doeleinden van het product en die verschillen van deze van de inputmaterialen;

  • g) 
    "productie van standaardmateriaal" (met inbegrip van standaardoplossingen): productie van een preparaat dat geschikt is voor analytische, kalibrerings- of referentiedoeleinden met

    precieze, door de fabrikant gecertificeerde graden van zuiverheid of verhoudingen, en

  • h) 
    "zuivering": proces dat resulteert in de verwijdering van ten minste 80 % van de aanwezige onzuiverheden.

Aantekening 6

Definities van termen gebruikt in afdeling XI in bijlage 3-B

Voor de toepassing van productspecifieke oorsprongsregels wordt verstaan onder:

  • a) 
    "synthetische of kunstmatige vezels": kabel van synthetische of kunstmatige filamenten, synthetische of kunstmatige stapelvezels of afval daarvan, van de posten 55.01 tot en

    met 55.07; b) "natuurlijke vezels": andere dan synthetische of kunstmatige vezels. Het gebruik ervan is

    beperkt tot het stadium vóór het spinnen, met inbegrip van afval, en omvat, tenzij anders vermeld, ook vezels die zijn gekaard, gekamd of anderszins bewerkt, doch niet gesponnen; "natuurlijke vezels" omvat paardenhaar van post 05.11, zijde van de posten 50.02 en 50.03, wol, fijn of grof haar van de posten 51.01 tot en met 51.05, katoen van de posten 52.01 tot en met 52.03 en andere plantaardige vezels van de posten 53.01 tot en met 53.05;

  • c) 
    "bedrukken": techniek waarmee aan een textielsubstraat door middel van digitale, zeef-, walsof transfertechnieken een permanente objectief te beoordelen functie, zoals kleur, ontwerp of technische prestatie, wordt verleend, en
  • d) 
    "bedrukken (als zelfstandige bewerking)": techniek waarmee aan een textielsubstraat door middel van digitale, zeef-, wals- of transfertechnieken een permanente objectief te beoordelen functie, zoals kleur, ontwerp of technische prestatie, wordt verleend, samen met ten minste twee bewerkingen (voorbewerking of afwerking, zoals wassen, bleken, merceriseren,

    thermofixeren, ruwen, kalanderen, krimpvrij maken, permanent finish, decatiseren, impregneren, herstellen en noppen, scheren, schroeien, droogtrommelproces, spanproces, vermalen, stomen en krimpen alsook nat decatiseren), mits de waarde van alle gebruikte niet van oorsprong zijnde materialen niet hoger is dan 50 % van de prijs af fabriek of 45 % van de fob-prijs van het product.

    Aantekening 7

    Toleranties voor producten die twee of meer basistextielmaterialen bevatten

  • 1. 
    Voor de toepassing van deze aantekening wordt onder basistextielmaterialen verstaan:
    • a) 
      zijde;
    • b) 
      wol;
    • c) 
      grof dierenhaar;
    • d) 
      fijn dierenhaar;
    • e) 
      paardenhaar (crin);
    • f) 
      katoen;
    • g) 
      papier en materialen voor het vervaardigen van papier;
    • h) 
      vlas;
    • i) 
      hennep;
    • j) 
      jute en andere bastvezel;
  • k) 
    sisal en andere textielvezels van het geslacht Agave; l) kokosvezels, abaca, ramee en andere plantaardige textielvezels;
  • m) 
    synthetische filamenten;
  • n) 
    kunstmatige filamenten;
  • o) 
    filamenten die elektriciteit geleiden;
  • p) 
    synthetische stapelvezels van polypropyleen;
  • q) 
    synthetische stapelvezels van polyester;
  • r) 
    synthetische stapelvezels van polyamide;
  • s) 
    synthetische stapelvezels van polyacrylonitril;
  • t) 
    synthetische stapelvezels van polyimide;
  • u) 
    synthetische stapelvezels van polytetrafluorethyleen;
  • v) 
    synthetische stapelvezels van poly(fenyleensulfide); w) synthetische stapelvezels van poly(vinylchloride);
  • x) 
    andere synthetische stapelvezels;
  • y) 
    kunstmatige stapelvezels van viscose;
  • z) 
    andere kunstmatige stapelvezels;

aa) garen van polyurethaan, met soepele segmenten van polyether, al dan niet omwoeld;

bb) garen van polyurethaan, met soepele segmenten van polyester, al dan niet omwoeld;

cc) producten van post 56.05 (metaalgarens) met strippen bestaande uit een kern van aluminiumfolie of van kunststoffolie, al dan niet bedekt met aluminiumpoeder, met een breedte van niet meer dan 5 mm, welke kern met behulp van een doorzichtig of

gekleurd kleefmiddel is bevestigd tussen twee strippen kunststoffolie;

dd) andere producten van post 56.05;

ee) glasvezels, en

ff) metaalvezels.

  • 2. 
    Wanneer in bijlage 3-B naar deze aantekening wordt verwezen, zijn de in kolom 2 van bijlage 3-B genoemde vereisten bij wijze van tolerantie niet van toepassing op bij de

    productie van een product gebruikte niet van oorsprong zijnde basistextielmaterialen, mits:

    • a) 
      het product twee of meer basistextielmaterialen bevat, en
    • b) 
      het gewicht van de niet van oorsprong zijnde basistextielmaterialen samen niet hoger is

    dan 10 % van het totale gewicht van alle gebruikte basistextielmaterialen.

    Bijvoorbeeld:

    Voor een weefsel van wol van post 51.12 bevattende garen van wol van post 51.07, synthetisch garen van stapelvezels van post 55.09 en andere materialen dan basistextielmaterialen mag niet van oorsprong zijnd garen van wol dat niet aan de vereisten van bijlage 3-B voldoet of niet van oorsprong zijnd synthetisch garen dat niet aan de vereisten van bijlage 3-B voldoet, of een combinatie van beide, worden gebruikt, mits het totale gewicht ervan niet hoger is dan 10 % van het gewicht van alle basistextielmaterialen.

  • 3. 
    Niettegenstaande aantekening 7.2, onder b), bedraagt de tolerantie voor producten bevattende "garen van polyurethaan, met soepele segmenten van polyether, al dan niet omwoeld" ten

    hoogste 20 %. Het percentage van de andere niet van oorsprong zijnde basistextielmaterialen mag evenwel niet meer dan 10 % bedragen.

  • 4. 
    Niettegenstaande aantekening 7.2, onder b), bedraagt de tolerantie voor producten bevattende "strippen bestaande uit een kern van aluminiumfolie of van kunststoffolie, al dan niet bedekt met aluminiumpoeder, met een breedte van niet meer dan 5 mm, welke kern met behulp van een doorzichtig of gekleurd kleefmiddel is bevestigd tussen twee strippen kunststoffolie" ten hoogste 30 %. Het percentage van de andere niet van oorsprong zijnde basistextielmaterialen mag evenwel niet meer dan 10 % bedragen.
  • 5. 
    Voor producten van de posten 51.06 tot en met 51.10 en van de posten 52.04 tot en met 52.07 mogen niet van oorsprong zijnde synthetische of kunstmatige vezels worden gebruikt bij het spinnen van natuurlijke vezels, mits het totale gewicht ervan niet hoger is dan 40 % van het

    gewicht van het product.

Aantekening 8

Andere toleranties voor bepaalde textielproducten

  • 1. 
    Wanneer in bijlage 3-B naar deze aantekening wordt verwezen, mogen niet van oorsprong zijnde textielmaterialen (met uitzondering van voeringen en tussenvoeringen) die niet voldoen aan de in kolom 2 van bijlage 3-B genoemde vereisten voor een geconfectioneerd

    textielproduct, worden gebruikt, mits deze onder een andere post vallen dan het product en de waarde ervan niet hoger is dan 8 % van de prijs af fabriek of de fob-prijs van het product.

  • 2. 
    Niet van oorsprong zijnde materialen die niet onder de hoofdstukken 50 tot en met 63 zijn ingedeeld, mogen zonder beperking worden gebruikt bij de productie van textielproducten die onder hoofdstuk 61, 62 of 63 zijn ingedeeld, ongeacht of zij textiel bevatten.

    Bijvoorbeeld:

    Wanneer uit hoofde van een vereiste van bijlage 3-B voor een bepaald textielartikel (zoals een pantalon) garen moet worden gebruikt, dan sluit dit het gebruik van niet van oorsprong zijnde artikelen van metaal (zoals knopen) niet uit, omdat artikelen van metaal niet zijn ingedeeld in de hoofdstukken 50 tot en met 63. Om dezelfde reden is het gebruik van niet van oorsprong zijnde ritssluitingen toegelaten, al bevatten deze normalerwijze ook textiel.

  • 3. 
    Wanneer een vereiste van bijlage 3-B bestaat in een maximumwaarde voor niet van oorsprong zijnde materialen wordt bij de berekening van de waarde van de niet van oorsprong zijnde

    materialen rekening gehouden met de waarde van de niet van oorsprong zijnde materialen die niet zijn ingedeeld in de hoofdstukken 50 tot en met 63.

________________

BIJLAGE 3-B

PRODUCTSPECIFIEKE OORSPRONGSREGELS

Kolom 1 Kolom 2 Indeling op basis van Productspecifieke oorsprongsregel

het geharmoniseerd systeem (2017),

inclusief specifieke beschrijving

AFDELING I LEVENDE DIEREN EN PRODUCTEN VAN HET DIERENRIJK

Hoofdstuk 1 Levende dieren

01.01-01.06 Alle dieren van hoofdstuk 1 zijn volledig verkregen.

Hoofdstuk 2 Vlees en eetbare slachtafvallen

02.01-02.10 Productie waarbij alle gebruikte materialen van de hoofdstukken 1 en 2 volledig zijn verkregen.

Hoofdstuk 3 Vis, schaaldieren, weekdieren en andere ongewervelde waterdieren

  • Atlantische Alle Atlantische blauwvintonijn (Thunnus thynnus) is volledig verkregen, blauwvintonijn of

(Thunnus thynnus) productie waarbij Atlantische blauwvintonijn (Thunnus thynnus) gedurende

een periode van ten minste drie maanden in kweek- en mestbedrijven in een

partij wordt gekooid en vervolgens gevoederd en gemest/gekweekt. De

duur van het mesten of kweken wordt vastgesteld aan de hand van de op

het elektronisch vangstdocument voor blauwvintonijn (eBCD) van de

Internationale Commissie voor de instandhouding van Atlantische tonijnen

(ICCAT) vermelde data van het kooien en van het vangen.

Kolom 1 Kolom 2 Indeling op basis van Productspecifieke oorsprongsregel

het geharmoniseerd systeem (2017),

inclusief specifieke beschrijving

  • Overige Alle vis, schaaldieren, weekdieren en andere ongewervelde waterdieren zijn volledig verkregen.

Hoofdstuk 4 Melk en zuivelproducten; vogeleieren; natuurhoning; eetbare producten van dierlijke oorsprong, elders genoemd noch elders onder begrepen

04.01-04.10 Productie waarbij alle gebruikte materialen van hoofdstuk 4 volledig zijn verkregen.

Hoofdstuk 5 Andere producten van dierlijke oorsprong, elders genoemd noch elders onder begrepen

05.01-05.11 VP

AFDELING II PRODUCTEN VAN HET PLANTENRIJK

Hoofdstuk 6 Levende planten en producten van de bloementeelt

06.01-06.04 Productie waarbij alle gebruikte materialen van hoofdstuk 6 volledig zijn verkregen.

Hoofdstuk 7 Groenten, planten, wortels en knollen, voor voedingsdoeleinden

07.01-07.14 Productie waarbij alle gebruikte materialen van hoofdstuk 7 volledig zijn verkregen.

Hoofdstuk 8 Fruit; schillen van citrusvruchten en van meloenen

08.01-08.14 Productie waarbij alle gebruikte materialen van hoofdstuk 8 volledig zijn verkregen.

Hoofdstuk 9 Koffie, thee, maté en specerijen

09.01 VOV, of vermengen.

Kolom 1 Kolom 2 Indeling op basis van Productspecifieke oorsprongsregel

het geharmoniseerd systeem (2017),

inclusief specifieke beschrijving

0902.10-0902.20 Productie waarbij alle gebruikte materialen van de onderverdelingen 0902.10 en 0902.20 volledig zijn verkregen.

0902.30-0903.00 VOV, of vermengen.

09.04-09.10 VOV, of vermengen, fijnmaken of malen.

Hoofdstuk 10 Granen

10.01-10.08 Productie waarbij alle gebruikte materialen van hoofdstuk 10 volledig zijn verkregen.

Hoofdstuk 11 Producten van de meelindustrie; mout; zetmeel; inuline; tarwegluten

11.01-11.09 Productie waarbij alle gebruikte materialen van de hoofdstukken 10 en 11, van de posten 07.01, 07.13, 07.14 en 23.03, van onderverdeling 0710.10

alsook gedroogde aardappelen van onderverdeling 0712.90 volledig zijn verkregen.

Hoofdstuk 12 Oliehoudende zaden en vruchten; allerlei zaden, zaaigoed en vruchten; planten voor industrieel en voor geneeskundig gebruik; stro en voeder

12.01 VP

12.02-12.14 VP, met uitzondering van post 12.01.

Hoofdstuk 13 Gommen, harsen en andere plantensappen en plantenextracten

1301.20-1302.19 VP

1302.20 VOV; niet van oorsprong zijnde pectinestoffen mogen evenwel worden gebruikt.

1302.31 VP

Kolom 1 Kolom 2 Indeling op basis van Productspecifieke oorsprongsregel

het geharmoniseerd systeem (2017),

inclusief specifieke beschrijving

1302.32 VOV; niet van oorsprong zijnde plantenslijmen en bindmiddelen uit sintjansbrood mogen evenwel worden gebruikt.

1302.39 VP

Hoofdstuk 14 Stoffen voor het vlechten en andere producten van plantaardige oorsprong, elders genoemd noch elders onder begrepen

14.01-14.04 Productie waarbij alle gebruikte materialen van hoofdstuk 14 volledig zijn verkregen.

AFDELING III VETTEN EN OLIËN (DIERLIJKE EN PLANTAARDIGE) EN

DISSOCIATIEPRODUCTEN DAARVAN; BEWERKT SPIJSVET; WAS

VAN DIERLIJKE OF VAN PLANTAARDIGE OORSPRONG

Hoofdstuk 15 Vetten en oliën (dierlijke en plantaardige) en dissociatieproducten daarvan;

bewerkt spijsvet; was van dierlijke of van plantaardige oorsprong

15.01-15.06 VP

15.07 Productie waarbij alle gebruikte materialen van de posten 12.01 en 15.07

volledig zijn verkregen.

15.08 VP

15.09-15.10 Productie waarbij alle gebruikte plantaardige materialen volledig zijn

verkregen.

15.11-15.13 VP

15.14

  • Raapzaad- of Productie waarbij alle gebruikte materialen van de posten 12.05 en 15.14

koolzaadolie, en volledig zijn verkregen.

fracties daarvan

  • Mosterdzaadolie en VP

fracties daarvan

Kolom 1 Kolom 2

Indeling op basis van Productspecifieke oorsprongsregel

het geharmoniseerd

systeem (2017),

inclusief specifieke

beschrijving

15.15

  • Rijstevoermeelolie Productie waarbij alle gebruikte materialen van de posten 10.06 en 15.15

en fracties daarvan volledig zijn verkregen.

  • Overige VP

1516.10-1517.10 VP

1517.90

  • Mengsels van VH

plantaardige oliën,

niet verder bewerkt

  • Overige VP

15.18-15.22 VP

AFDELING IV PRODUCTEN VAN DE VOEDSELINDUSTRIE; DRANKEN,

ALCOHOLHOUDENDE VLOEISTOFFEN EN AZIJN; TABAK EN TOT

VERBRUIK BEREIDE TABAKSSURROGATEN

Hoofdstuk 16 Bereidingen van vlees, van vis, van schaaldieren, van weekdieren of van

andere ongewervelde waterdieren

16.01-16.02 Productie waarbij alle gebruikte materialen van de hoofdstukken 2, 3 en 16

en van post 10.06 volledig zijn verkregen.

16.03 Productie waarbij alle gebruikte materialen van de hoofdstukken 2, 3 en 16

volledig zijn verkregen.

16.04-16.05 Productie waarbij alle gebruikte materialen van de hoofdstukken 2, 3 en 16

en van post 10.06 volledig zijn verkregen.

Kolom 1 Kolom 2 Indeling op basis van Productspecifieke oorsprongsregel

het geharmoniseerd systeem (2017),

inclusief specifieke beschrijving

Hoofdstuk 17 Suiker en suikerwerk

17.01 VP

17.02 VP, mits:

  • het gewicht van de gebruikte niet van oorsprong zijnde materialen van post 04.04 niet hoger is dan 10 % van het gewicht van het product; - het totale gewicht van de gebruikte niet van oorsprong zijnde materialen van de posten 11.01 tot en met 11.08 niet hoger is dan 10 % van het gewicht van het product, en - het totale gewicht van de gebruikte niet van oorsprong zijnde materialen van de posten 17.01 en 17.03 niet hoger is dan 20 % van het gewicht van het product.

17.03 VP

17.04 VP, mits het totale gewicht van de gebruikte niet van oorsprong zijnde materialen van de posten 17.01 en 17.02 niet hoger is dan 40 % van het gewicht van het product.

Hoofdstuk 18 Cacao en bereidingen daarvan

18.01-18.05 VP

18.06 VP, mits:

  • het totale gewicht van de gebruikte niet van oorsprong zijnde materialen van hoofdstuk 4 en van post 19.01 niet hoger is dan 10 % van het gewicht

    van het product, en - het totale gewicht van de gebruikte niet van oorsprong zijnde materialen van de posten 17.01 en 17.02 niet hoger is dan 30 % van het gewicht van het product.

    Kolom 1 Kolom 2 Indeling op basis van Productspecifieke oorsprongsregel

het geharmoniseerd systeem (2017),

inclusief specifieke beschrijving

Hoofdstuk 19 Bereidingen van granen, van meel, van zetmeel of van melk; gebak

19.01 VH, mits:

  • het gewicht van de gebruikte niet van oorsprong zijnde materialen van hoofdstuk 4 niet hoger is dan 10 % van het gewicht van het product; - het totale gewicht van de gebruikte niet van oorsprong zijnde materialen van de posten 10.01, 10.03, 10.06 en 11.01 tot en met 11.08 niet hoger is dan 10 % van het gewicht van het product, en - het totale gewicht van de gebruikte niet van oorsprong zijnde materialen van de posten 17.01 en 17.02 niet hoger is dan 20 % van het gewicht van het product.

19.02 VH, mits:

  • het totale gewicht van de gebruikte niet van oorsprong zijnde materialen van de hoofdstukken 2, 3 en 16 niet hoger is dan 10 % van het gewicht van het product; - het gewicht van de gebruikte niet van oorsprong zijnde materialen van post 10.01 niet hoger is dan 90 % van het gewicht van het product, en - het totale gewicht van de gebruikte niet van oorsprong zijnde materialen van de posten 10.06 en 11.01 tot en met 11.08 niet hoger is dan 10 % van het gewicht van het product.

19.03 VH, mits het totale gewicht van de gebruikte niet van oorsprong zijnde materialen van de posten 10.06 en 11.01 tot en met 11.08 niet hoger is dan

Kolom 1 Kolom 2 Indeling op basis van Productspecifieke oorsprongsregel

het geharmoniseerd systeem (2017),

inclusief specifieke beschrijving

19.04 VH, mits:

  • het gewicht van de gebruikte niet van oorsprong zijnde materialen van hoofdstuk 4 niet hoger is dan 10 % van het gewicht van het product; - het totale gewicht van de gebruikte niet van oorsprong zijnde materialen van de posten 10.01, 10.03, 10.06 en 11.01 tot en met 11.08 niet hoger is dan 10 % van het gewicht van het product, en - het totale gewicht van de gebruikte niet van oorsprong zijnde materialen van de posten 17.01 en 17.02 niet hoger is dan 30 % van het gewicht van het product.

19.05 VP, mits:

  • het gewicht van de gebruikte niet van oorsprong zijnde materialen van hoofdstuk 4 niet hoger is dan 10 % van het gewicht van het product; - het totale gewicht van de gebruikte niet van oorsprong zijnde materialen van de posten 10.03, 10.06 en 11.01 tot en met 11.08 niet hoger is dan 10 % van het gewicht van het product, en - het totale gewicht van de gebruikte niet van oorsprong zijnde materialen van de posten 17.01 en 17.02 niet hoger is dan 30 % van het gewicht van het product.

Hoofdstuk 20 Bereidingen van groenten, van vruchten, van noten of van andere plantendelen

20.01 VH

20.02-20.03 Productie waarbij alle gebruikte materialen van hoofdstuk 7 volledig zijn verkregen.

20.04-20.08 VP, mits de gebruikte bonen (Vigna spp., Phaseolus spp.), erwten (Pisum sativum), ananassen, sinaasappelen, aardappelen en asperges volledig zijn verkregen.

Kolom 1 Kolom 2 Indeling op basis van Productspecifieke oorsprongsregel

het geharmoniseerd systeem (2017),

inclusief specifieke beschrijving

20.09 VP, mits de gebruikte ananassen, sinaasappelen, tomaten, appelen en druiven volledig zijn verkregen.

Hoofdstuk 21 Diverse producten voor menselijke consumptie

21.01 VH, mits:

  • het totale gewicht van de gebruikte niet van oorsprong zijnde materialen van hoofdstuk 4 en van post 19.01 niet hoger is dan 10 % van het gewicht

    van het product; - het gewicht van de gebruikte niet van oorsprong zijnde materialen van post 10.03 niet hoger is dan 10 % van het gewicht van het product, en - het totale gewicht van de gebruikte niet van oorsprong zijnde materialen van de posten 17.01 en 17.02 niet hoger is dan 40 % van het gewicht van het product.

2102.10-2103.10 VP

2103.20 VH, met uitzondering van de posten 07.02 en 20.02.

2103.30 VOV; niet van oorsprong zijnd mosterdmeel mag evenwel worden gebruikt.

2103.90 VOV

21.04 VP

21.05 VP, mits:

  • het totale gewicht van de gebruikte niet van oorsprong zijnde materialen van hoofdstuk 4 en van post 19.01 niet hoger is dan 10 % van het gewicht

    van het product, en - het totale gewicht van de gebruikte niet van oorsprong zijnde materialen van de posten 17.01 en 17.02 niet hoger is dan 20 % van het gewicht van het product.

    Kolom 1 Kolom 2 Indeling op basis van Productspecifieke oorsprongsregel

het geharmoniseerd systeem (2017),

inclusief specifieke beschrijving

21.06 VP, mits:

  • de gebruikte materialen van konjak (Amorphophallus konjac) van onderverdeling 1212.99 volledig zijn verkregen; - het totale gewicht van de gebruikte niet van oorsprong zijnde materialen van hoofdstuk 4 en van post 19.01 niet hoger is dan 10 % van het gewicht van het product; - het gewicht van de gebruikte niet van oorsprong zijnde materialen van post 10.01 niet hoger is dan 30 % van het gewicht van het product; - het gewicht van de gebruikte niet van oorsprong zijnde materialen van post 10.03 niet hoger is dan 10 % van het gewicht van het product; - het gewicht van de gebruikte niet van oorsprong zijnde materialen van post 10.06 niet hoger is dan 10 % van het gewicht van het product, en - het totale gewicht van de gebruikte niet van oorsprong zijnde materialen van de posten 17.01 en 17.02 niet hoger is dan 30 % van het gewicht van het product.

Hoofdstuk 22 Dranken, alcoholhoudende vloeistoffen en azijn

22.01 VP

22.02 VP, mits:

  • het totale gewicht van de gebruikte niet van oorsprong zijnde materialen van hoofdstuk 4 en van post 19.01 niet hoger is dan 10 % van het gewicht

    van het product, en - het totale gewicht van de gebruikte niet van oorsprong zijnde materialen van de posten 17.01 en 17.02 niet hoger is dan 40 % van het gewicht van het product.

    Kolom 1 Kolom 2 Indeling op basis van Productspecifieke oorsprongsregel

het geharmoniseerd systeem (2017),

inclusief specifieke beschrijving

22.03-22.08 VP, met uitzondering van de posten 22.07 en 22.08, mits:

  • alle gebruikte materialen van de onderverdelingen 0806.10, 2009.61 en 2009.69 volledig zijn verkregen; - het gewicht van de gebruikte niet van oorsprong zijnde materialen van hoofdstuk 4 niet hoger is dan 40 % van het gewicht van het product, en - het totale gewicht van de gebruikte niet van oorsprong zijnde materialen van de posten 17.01 en 17.02 niet hoger is dan 40 % van het gewicht van het product.

22.09 VP, met uitzondering van de posten 22.07 en 22.08, mits alle gebruikte materialen van post 10.06 en van de onderverdelingen 0806.10, 2009.61 en 2009.69 volledig zijn verkregen.

Hoofdstuk 23 Resten en afval van de voedselindustrie; bereid voedsel voor dieren

23.01 VP

23.02-23.03 VP, mits het gewicht van de gebruikte niet van oorsprong zijnde materialen van hoofdstuk 10 niet hoger is dan 20 % van het gewicht van het product.

23.04-23.08 VP

Kolom 1 Kolom 2 Indeling op basis van Productspecifieke oorsprongsregel

het geharmoniseerd systeem (2017),

inclusief specifieke beschrijving

23.09 VP, mits:

  • alle gebruikte materialen van de hoofdstukken 2 en 3 volledig zijn verkregen; - het totale gewicht van de gebruikte niet van oorsprong zijnde materialen van hoofdstuk 4 en van post 19.01 niet hoger is dan 10 % van het gewicht van het product; - het totale gewicht van de gebruikte niet van oorsprong zijnde materialen van de hoofdstukken 10 en 11 en van de posten 23.02 en 23.03 niet hoger is dan 10 % van het gewicht van het product, en - het totale gewicht van de gebruikte niet van oorsprong zijnde materialen van de posten 17.01 en 17.02 niet hoger is dan 30 % van het gewicht van het product.

Hoofdstuk 24 Tabak en tot verbruik bereide tabakssurrogaten

24.01 VH

2402.10 VP, mits het gewicht van de gebruikte niet van oorsprong zijnde materialen van hoofdstuk 24 niet hoger is dan 30 % van het gewicht van het product.

2402.20-2403.99 VP;

MaxNOM 35 % (EXW), of RVC 70 % (FOB).

AFDELING V MINERALE PRODUCTEN

Aantekening bij de afdeling: zie bijlage 3-A, aantekening 5, voor de definities van de in deze afdeling bedoelde regels voor horizontale verwerking.

Hoofdstuk 25 Zout; zwavel; aarde en steen; gips, kalk en cement

25.01 VP

Kolom 1 Kolom 2 Indeling op basis van Productspecifieke oorsprongsregel

het geharmoniseerd systeem (2017),

inclusief specifieke beschrijving

25.02-25.30 VP;

MaxNOM 70 % (EXW), of RVC 35 % (FOB).

Hoofdstuk 26 Ertsen, slakken en assen

26.01-26.21 VP

Hoofdstuk 27 Minerale brandstoffen, aardolie en distillatieproducten daarvan; bitumineuze stoffen; minerale was

27.01-27.09 VP; het ondergaan van een chemische reactie of van vermenging; MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB).

27.10 VP, met uitzondering van biodiesel van de onderverdelingen 3824.99 en 3826.00, of

het ondergaan van distillatie of van een chemische reactie, mits de gebruikte biodiesel (inclusief waterstofbehandelde plantaardige olie) van post 27.10 en van de onderverdelingen 3824.99 en 3826.00 wordt verkregen door verestering, omestering of waterstofbehandeling.

27.11 VOV, of het ondergaan van een chemische reactie.

27.12-27.15 VP; het ondergaan van een chemische reactie of van vermenging; MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB).

Kolom 1 Kolom 2 Indeling op basis van Productspecifieke oorsprongsregel

het geharmoniseerd systeem (2017),

inclusief specifieke beschrijving

AFDELING VI PRODUCTEN VAN DE CHEMISCHE EN VAN DE AANVERWANTE INDUSTRIEËN

Aantekening bij de afdeling: zie bijlage 3-A, aantekening 5, voor de definities van de in deze afdeling bedoelde regels voor horizontale verwerking.

Hoofdstuk 28 Anorganische chemische producten; anorganische of organische verbindingen van edele metalen, van radioactieve elementen, van zeldzame aardmetalen of van isotopen

28.01-28.53 VOV; het ondergaan van een chemische reactie, van zuivering, van productie van standaardmateriaal of van isomerenscheiding; MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB).

Hoofdstuk 29 Organische chemische producten

2901.10-2905.42 VOV; het ondergaan van een chemische reactie, van zuivering, van een wijziging van de deeltjesgrootte, van productie van standaardmateriaal, van isomerenscheiding of van biotechnologische verwerking; MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB).

2905.43-2905.44 VP, met uitzondering van post 17.02 en onderverdeling 3824.60.

Kolom 1 Kolom 2 Indeling op basis van Productspecifieke oorsprongsregel

het geharmoniseerd systeem (2017),

inclusief specifieke beschrijving

2905.45 VP; niet van oorsprong zijnde materialen van onderverdeling 2905.45 mogen evenwel worden gebruikt tot een totale waarde van 20 % van de prijs af fabriek of 15 % van de fob-prijs van het product;

MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB).

2905.49-2905.59 VOV; het ondergaan van een chemische reactie, van zuivering, van een wijziging van de deeltjesgrootte, van productie van standaardmateriaal, van isomerenscheiding of van biotechnologische verwerking; MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB).

2906.11 VOV

2906.12-2918.13 VOV; het ondergaan van een chemische reactie, van zuivering, van een wijziging van de deeltjesgrootte, van productie van standaardmateriaal, van isomerenscheiding of van biotechnologische verwerking; MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB).

2918.14-2918.15 VOV

Kolom 1 Kolom 2 Indeling op basis van Productspecifieke oorsprongsregel

het geharmoniseerd systeem (2017),

inclusief specifieke beschrijving

2918.16-2922.41 VOV; het ondergaan van een chemische reactie, van zuivering, van een wijziging van de deeltjesgrootte, van productie van standaardmateriaal, van isomerenscheiding of van biotechnologische verwerking; MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB).

2922.42 VOV

2922.43-2923.10 VOV; het ondergaan van een chemische reactie, van zuivering, van een wijziging van de deeltjesgrootte, van productie van standaardmateriaal, van isomerenscheiding of van biotechnologische verwerking; MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB).

2923.20 VOV;

MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB).

2923.30-2924.24 VOV; het ondergaan van een chemische reactie, van zuivering, van een wijziging van de deeltjesgrootte, van productie van standaardmateriaal, van isomerenscheiding of van biotechnologische verwerking; MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB).

Kolom 1 Kolom 2 Indeling op basis van Productspecifieke oorsprongsregel

het geharmoniseerd systeem (2017),

inclusief specifieke beschrijving

2924.25-2924.29 VOV;

MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB).

2925.11-2938.10 VOV; het ondergaan van een chemische reactie, van zuivering, van een wijziging van de deeltjesgrootte, van productie van standaardmateriaal, van isomerenscheiding of van biotechnologische verwerking; MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB).

2938.90 VOV;

MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB).

29.39 VOV; het ondergaan van een chemische reactie, van zuivering, van een wijziging van de deeltjesgrootte, van productie van standaardmateriaal, van isomerenscheiding of van biotechnologische verwerking; MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB).

29.40 VOV

29.41-29.42 VOV; het ondergaan van een chemische reactie, van zuivering, van een wijziging van de deeltjesgrootte, van productie van standaardmateriaal, van isomerenscheiding of van biotechnologische verwerking; MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB).

Kolom 1 Kolom 2 Indeling op basis van Productspecifieke oorsprongsregel

het geharmoniseerd systeem (2017),

inclusief specifieke beschrijving

Hoofdstuk 30 Farmaceutische producten

30.01-30.06 VOV; het ondergaan van een chemische reactie, van zuivering, van vermenging, van productie van standaardmateriaal, van een wijziging van de deeltjesgrootte, van isomerenscheiding of van biotechnologische verwerking; MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB).

Hoofdstuk 31 Meststoffen

31.01-31.04 VP;

MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB).

31.05

  • Natriumnitraat VP;
  • Calciumcyaanamide MaxNOM 50 % (EXW), of
  • Kaliumsulfaat RVC 55 % (FOB).
  • Kaliummagnesiumsulfaat
  • Overige VP en MaxNOM 50 % (EXW), of VP en RVC 55 % (FOB); niet van oorsprong zijnde materialen van post 31.05 mogen evenwel worden gebruikt tot een totale waarde van 20 % van de prijs af fabriek of 15 % van de fob-prijs van het product;

    MaxNOM 40 % (EXW), of RVC 65 % (FOB).

    Kolom 1 Kolom 2 Indeling op basis van Productspecifieke oorsprongsregel

het geharmoniseerd systeem (2017),

inclusief specifieke beschrijving

Hoofdstuk 32 Looi- en verfextracten; looizuur (tannine) en derivaten daarvan; pigmenten en andere kleur- en verfstoffen; verf en vernis; mastiek; inkt

32.01-32.05 VOV; het ondergaan van een chemische reactie, van zuivering, van vermenging, van een wijziging van de deeltjesgrootte, van productie van standaardmateriaal, van isomerenscheiding of van biotechnologische verwerking; MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB).

3206.11-3206.19 VP; niet van oorsprong zijnde materialen van post 32.06 mogen evenwel worden gebruikt tot een totale waarde van 20 % van de prijs af fabriek of 15 % van de fob-prijs van het product;

MaxNOM 40 % (EXW), of RVC 65 % (FOB).

3206.20-3215.90 VOV; het ondergaan van een chemische reactie, van zuivering, van vermenging, van een wijziging van de deeltjesgrootte, van productie van standaardmateriaal, van isomerenscheiding of van biotechnologische verwerking; MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB).

Hoofdstuk 33 Etherische oliën en harsaroma's; parfumerieën, toiletartikelen en cosmetische producten

3301.12-3302.10 VP;

MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB).

Kolom 1 Kolom 2 Indeling op basis van Productspecifieke oorsprongsregel

het geharmoniseerd systeem (2017),

inclusief specifieke beschrijving

3302.90-3303.00 VOV; het ondergaan van een chemische reactie, van zuivering, van vermenging, van productie van standaardmateriaal, van isomerenscheiding of van biotechnologische verwerking; MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB).

33.04 VOV; het ondergaan van een chemische reactie, van zuivering, van vermenging, van een wijziging van de deeltjesgrootte, van productie van standaardmateriaal, van isomerenscheiding of van biotechnologische verwerking; MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB).

33.05-33.07 VOV; het ondergaan van een chemische reactie, van zuivering, van productie van standaardmateriaal, van isomerenscheiding of van biotechnologische verwerking; MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB).

Hoofdstuk 34 Zeep, organische tensioactieve producten, wasmiddelen, smeermiddelen, kunstwas, bereide was, poets- en onderhoudsmiddelen, kaarsen en

dergelijke artikelen, modelleerpasta's, tandtechnische waspreparaten en tandtechnische preparaten op basis van gebrand gips

Kolom 1 Kolom 2 Indeling op basis van Productspecifieke oorsprongsregel

het geharmoniseerd systeem (2017),

inclusief specifieke beschrijving

34.01-34.07 VOV; het ondergaan van een chemische reactie, van zuivering, van productie van standaardmateriaal of van isomerenscheiding; MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB).

Hoofdstuk 35 Eiwitstoffen; gewijzigd zetmeel; lijm; enzymen

35.01 VP

3502.11-3502.19 VP, met uitzondering van de posten 04.07 en 04.08.

3502.20–3504.00 VP

35.05 VH, met uitzondering van post 11.08.

35.06-35.07 VOV; het ondergaan van een chemische reactie, van zuivering, van productie van standaardmateriaal, van isomerenscheiding of van biotechnologische verwerking; MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB).

Hoofdstuk 36 Kruit en springstoffen; pyrotechnische artikelen; lucifers; vonkende legeringen; ontvlambare stoffen

36.01-36.06 VOV; het ondergaan van een chemische reactie, van productie van standaardmateriaal of van isomerenscheiding; MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB).

Kolom 1 Kolom 2 Indeling op basis van Productspecifieke oorsprongsregel

het geharmoniseerd systeem (2017),

inclusief specifieke beschrijving

Hoofdstuk 37 Producten voor fotografie en cinematografie

37.01-37.07 VOV; het ondergaan van een chemische reactie, van productie van standaardmateriaal of van isomerenscheiding; MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB).

Hoofdstuk 38 Diverse producten van de chemische industrie

38.01-38.08 VOV; het ondergaan van een chemische reactie, van zuivering, van productie van standaardmateriaal, van isomerenscheiding of van biotechnologische verwerking; MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB).

3809.10 VP, met uitzondering van de posten 11.08 en 35.05.

3809.91-3822.00 VOV; het ondergaan van een chemische reactie, van zuivering, van productie van standaardmateriaal, van isomerenscheiding of van biotechnologische verwerking; MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB).

38.23 VOV

3824.10-3824.50 VOV; het ondergaan van een chemische reactie, van zuivering, van productie van standaardmateriaal, van isomerenscheiding of van biotechnologische verwerking; MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB).

Kolom 1 Kolom 2 Indeling op basis van Productspecifieke oorsprongsregel

het geharmoniseerd systeem (2017),

inclusief specifieke beschrijving

3824.60 VP, met uitzondering van post 17.02 en de onderverdelingen 2905.43 en 2905.44.

3824.71-3824.91 VOV; het ondergaan van een chemische reactie, van zuivering, van productie van standaardmateriaal, van isomerenscheiding of van biotechnologische verwerking; MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB).

3824.99

  • Biodiesel Productie waarbij biodiesel wordt verkregen door omestering, verestering of waterstofbehandeling.
  • Overige VOV; het ondergaan van een chemische reactie, van zuivering, van productie van standaardmateriaal, van isomerenscheiding of van biotechnologische verwerking; MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB).

38.25 VOV; het ondergaan van een chemische reactie, van zuivering, van productie van standaardmateriaal, van isomerenscheiding of van biotechnologische verwerking; MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB).

38.26 Productie waarbij biodiesel wordt verkregen door omestering, verestering of waterstofbehandeling.

Kolom 1 Kolom 2 Indeling op basis van Productspecifieke oorsprongsregel

het geharmoniseerd systeem (2017),

inclusief specifieke beschrijving

AFDELING VII KUNSTSTOF EN WERKEN DAARVAN; RUBBER EN WERKEN DAARVAN

Aantekening bij de afdeling: zie bijlage 3-A, aantekening 5, voor de definities van de in deze afdeling bedoelde regels voor horizontale verwerking.

Hoofdstuk 39 Kunststof en werken daarvan

39.01-39.03 VOV; het ondergaan van een chemische reactie; MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB).

39.04-39.06 VOV; het ondergaan van een chemische reactie of van biotechnologische verwerking; MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB).

39.07-39.08 VP;

MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB).

39.09-39.10 VOV; het ondergaan van een chemische reactie of van biotechnologische verwerking; MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB).

39.11 VOV; het ondergaan van een chemische reactie; MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB).

Kolom 1 Kolom 2 Indeling op basis van Productspecifieke oorsprongsregel

het geharmoniseerd systeem (2017),

inclusief specifieke beschrijving

39.12-39.15 VOV; het ondergaan van een chemische reactie of van biotechnologische verwerking; MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB).

39.16-39.26 VP;

MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB).

Hoofdstuk 40 Rubber en werken daarvan

40.01-40.11 VP;

MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB).

4012.11-4012.19 VOV;

Gebruikte banden van een nieuw loopvlak voorzien; MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB).

4012.20-4017.00 VP;

MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB).

Kolom 1 Kolom 2 Indeling op basis van Productspecifieke oorsprongsregel

het geharmoniseerd systeem (2017),

inclusief specifieke beschrijving

AFDELING VIII HUIDEN, VELLEN, LEDER EN PELTERIJEN, LEDERWAREN EN

BONTWERK; ZADEL- EN TUIGMAKERSWERK; REISARTIKELEN,

HANDTASSEN EN DERGELIJKE BERGINGSMIDDELEN; WERKEN

VAN DARMEN (ANDERE DAN POIL DE MESSINE (CRIN DE FLORENCE))

Hoofdstuk 41 Huiden en vellen (andere dan pelterijen), alsmede leder

41.01-41.03 VH

4104.11- 4104.19 VP

4104.41-4104.49 VOV, met uitzondering van de onderverdelingen 4104.41 tot en met

4104.49. 4105.10 VP

4105.30 VOV

4106.21 VP

4106.22 VOV

4106.31 VP

4106.32 VOV

4106.40

  • Een product in VP vochtige staat
  • Een product in VP, of

droge staat productie uit niet van oorsprong zijnde materialen in vochtige staat.

4106.91 VP

4106.92 VOV

Kolom 1 Kolom 2 Indeling op basis van Productspecifieke oorsprongsregel

het geharmoniseerd systeem (2017),

inclusief specifieke beschrijving

41.07-41.13 VP; niet van oorsprong zijnde materialen van de onderverdelingen 4104.41, 4104.49, 4105.30, 4106.22, 4106.32 en 4106.92 mogen evenwel worden

gebruikt, mits de gelooide huiden en vellen of het niet-afgewerkte leder ("crust") in droge staat opnieuw worden gelooid.

41.14-41.15 VP

Hoofdstuk 42 Lederwaren; zadel- en tuigmakerswerk; reisartikelen, handtassen en dergelijke bergingsmiddelen; werken van darmen (andere dan poil de Messine (crin de Florence))

42.01-42.06 VH;

VP en MaxNOM 45 % (EXW), of VP en RVC 60 % (FOB).

Hoofdstuk 43 Pelterijen en bontwerk; namaakbont

43.01 VH

43.02-43.04 VP

AFDELING IX HOUT, HOUTSKOOL EN HOUTWAREN; KURK EN KURKWAREN; VLECHTWERK EN MANDENMAKERSWERK Hoofdstuk 44 Hout, houtskool en houtwaren

44.01-44.21 VP;

MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB).

Kolom 1 Kolom 2 Indeling op basis van Productspecifieke oorsprongsregel

het geharmoniseerd systeem (2017),

inclusief specifieke beschrijving

Hoofdstuk 45 Kurk en kurkwaren

45.01-45.04 VP;

MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB).

Hoofdstuk 46 Vlechtwerk en mandenmakerswerk

4601.21-4601.22 VP;

MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB).

4601.29 VH, met uitzondering van hoofdstuk 14.

4601.92-4601.93 VP;

MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB).

4601.94 VH, met uitzondering van hoofdstuk 14.

4601.99-4602.12 VP;

MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB).

4602.19 VH, met uitzondering van hoofdstuk 14.

4602.90 VP;

MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB).

Kolom 1 Kolom 2 Indeling op basis van Productspecifieke oorsprongsregel

het geharmoniseerd systeem (2017),

inclusief specifieke beschrijving

AFDELING X HOUTPULP EN PULP VAN ANDERE CELLULOSEHOUDENDE

VEZELSTOFFEN; PAPIER EN KARTON VOOR HET TERUGWINNEN

(RESTEN EN AFVAL); PAPIER EN KARTON, ALSMEDE

ARTIKELEN DAARVAN

Hoofdstuk 47 Houtpulp en pulp van andere cellulosehoudende vezelstoffen; papier en

karton voor het terugwinnen (resten en afval)

47.01-47.07 VP;

MaxNOM 50 % (EXW), of

RVC 55 % (FOB).

Hoofdstuk 48 Papier en karton; cellulose-, papier- en kartonwaren

48.01-48.23 VP;

MaxNOM 50 % (EXW), of

RVC 55 % (FOB).

Hoofdstuk 49 Artikelen van de uitgeverij, van de pers of van een andere grafische

industrie; geschreven of getypte teksten en plannen

49.01-49.11 VP;

MaxNOM 50 % (EXW), of

RVC 55 % (FOB).

Kolom 1 Kolom 2 Indeling op basis van Productspecifieke oorsprongsregel

het geharmoniseerd systeem (2017),

inclusief specifieke beschrijving

AFDELING XI TEXTIELSTOFFEN EN TEXTIELWAREN

Aantekening bij de afdeling: zie bijlage 3-A, aantekeningen 6, 7 en 8, voor de definities van de termen die worden gebruikt voor en de toleranties die van toepassing zijn op bepaalde producten van textielmaterialen.

Hoofdstuk 50 Zijde

50.01 VP

50.02 VP, met uitzondering van post 50.01.

50.03

  • Gekaard of gekamd Kaarden of kammen van afval van zijde.
  • Overige VP

50.04-50.05 Spinnen van natuurlijke vezels; extrusie van synthetisch of kunstmatig continufilament samen met spinnen; extrusie van synthetisch of kunstmatig continufilament samen met twijnen, of

twijnen samen met een willekeurige mechanische bewerking. 50.06

  • Garens van zijde of Spinnen van natuurlijke vezels;

van afval van zijde extrusie van synthetisch of kunstmatig continufilament samen met spinnen;

extrusie van synthetisch of kunstmatig continufilament samen met twijnen, of twijnen samen met een willekeurige mechanische bewerking.

Kolom 1 Kolom 2 Indeling op basis van Productspecifieke oorsprongsregel

het geharmoniseerd systeem (2017),

inclusief specifieke beschrijving

  • Poil de Messine VP

(crin de Florence)

50.07 Spinnen van natuurlijke of synthetische of kunstmatige stapelvezels samen met weven;

extrusie van synthetische of kunstmatige filamentgarens samen met weven;

twijnen of een willekeurige mechanische bewerking samen met weven;

weven samen met verven;

verven van het garen samen met weven;

weven samen met bedrukken, of

bedrukken (als zelfstandige bewerking).

Hoofdstuk 51 Wol, fijn of grof dierenhaar; garens en weefsels van paardenhaar (crin)

51.01-51.05 VP

51.06-51.10 Spinnen van natuurlijke vezels;

extrusie van synthetische of kunstmatige vezels samen met spinnen, of

twijnen samen met een willekeurige mechanische bewerking.

Kolom 1 Kolom 2 Indeling op basis van Productspecifieke oorsprongsregel

het geharmoniseerd systeem (2017),

inclusief specifieke beschrijving

51.11-51.13 Spinnen van natuurlijke of synthetische of kunstmatige stapelvezels samen met weven;

extrusie van synthetische of kunstmatige filamentgarens samen met weven;

weven samen met verven;

verven van het garen samen met weven;

weven samen met bedrukken, of

bedrukken (als zelfstandige bewerking).

Hoofdstuk 52 Katoen

52.01-52.03 VP

52.04-52.07 Spinnen van natuurlijke vezels;

extrusie van synthetische of kunstmatige vezels samen met spinnen, of

twijnen samen met een willekeurige mechanische bewerking.

52.08-52.12 Spinnen van natuurlijke of synthetische of kunstmatige stapelvezels samen

met weven;

extrusie van synthetische of kunstmatige filamentgarens samen met weven;

twijnen of een willekeurige mechanische bewerking samen met weven;

weven samen met verven, met het aanbrengen van een deklaag of met het

voorzien van inlagen;

verven van het garen samen met weven;

weven samen met bedrukken, of

bedrukken (als zelfstandige bewerking).

Kolom 1 Kolom 2 Indeling op basis van Productspecifieke oorsprongsregel

het geharmoniseerd systeem (2017),

inclusief specifieke beschrijving

Hoofdstuk 53 Andere plantaardige textielvezels; papiergarens en weefsels daarvan

53.01-53.05 VP

53.06-53.08 Spinnen van natuurlijke vezels; extrusie van synthetische of kunstmatige vezels samen met spinnen, of twijnen samen met een willekeurige mechanische bewerking.

53.09-53.11 Spinnen van natuurlijke of synthetische of kunstmatige stapelvezels samen met weven;

extrusie van synthetische of kunstmatige filamentgarens samen met weven;

weven samen met verven, met het aanbrengen van een deklaag of met het

voorzien van inlagen;

verven van het garen samen met weven;

weven samen met bedrukken, of

bedrukken (als zelfstandige bewerking).

Hoofdstuk 54 Synthetische of kunstmatige filamenten; strippen en artikelen van

dergelijke vorm, van synthetische of van kunstmatige textielstoffen

54.01-54.06 Spinnen van natuurlijke vezels;

extrusie van synthetische of kunstmatige vezels samen met spinnen, of

twijnen samen met een willekeurige mechanische bewerking.

Kolom 1 Kolom 2 Indeling op basis van Productspecifieke oorsprongsregel

het geharmoniseerd systeem (2017),

inclusief specifieke beschrijving

54.07-54.08 Spinnen van natuurlijke of synthetische of kunstmatige stapelvezels samen met weven;

extrusie van synthetische of kunstmatige filamentgarens samen met weven;

verven van het garen samen met weven;

weven samen met verven, met het aanbrengen van een deklaag of met het

voorzien van inlagen;

twijnen of een willekeurige mechanische bewerking samen met weven;

weven samen met bedrukken, of

bedrukken (als zelfstandige bewerking).

Hoofdstuk 55 Synthetische of kunstmatige stapelvezels

55.01-55.07 Extrusie van synthetische of kunstmatige vezels.

55.08-55.11 Spinnen van natuurlijke vezels;

extrusie van synthetische of kunstmatige vezels samen met spinnen, of

twijnen samen met een willekeurige mechanische bewerking.

Kolom 1 Kolom 2 Indeling op basis van Productspecifieke oorsprongsregel

het geharmoniseerd systeem (2017),

inclusief specifieke beschrijving

55.12-55.16 Spinnen van natuurlijke of synthetische of kunstmatige stapelvezels samen met weven;

extrusie van synthetische of kunstmatige filamentgarens samen met weven;

twijnen of een willekeurige mechanische bewerking samen met weven;

weven samen met verven, met het aanbrengen van een deklaag of met het

voorzien van inlagen;

verven van het garen samen met weven;

weven samen met bedrukken, of

bedrukken (als zelfstandige bewerking).

Hoofdstuk 56 Watten, vilt en gebonden textielvlies; speciale garens; bindgaren, touw en

kabel, alsmede werken daarvan

56.01 Spinnen van natuurlijke vezels;

extrusie van synthetische of kunstmatige vezels samen met spinnen;

het aanbrengen van een flockprint samen met verven of met bedrukken, of

het aanbrengen van een deklaag, het aanbrengen van een flockprint, het

voorzien van inlagen of metalliseren samen met ten minste twee andere

belangrijke voorbereidende of afwerkingsbewerkingen (zoals kalanderen,

krimpvrij maken, thermofixeren en permanent finish), mits de waarde van

de gebruikte niet van oorsprong zijnde materialen niet hoger is dan 50 %

van de prijs af fabriek of 45 % van de fob-prijs van het product.

Kolom 1 Kolom 2 Indeling op basis van Productspecifieke oorsprongsregel

het geharmoniseerd systeem (2017),

inclusief specifieke beschrijving

56.02

  • Naaldgetouwvilt Extrusie van synthetische of kunstmatige vezels samen met weefselvorming, maar:
    • niet van oorsprong zijnde filamentgarens van polypropyleen van post 54.02; - niet van oorsprong zijnde vezels van polypropyleen van post 55.03 of 55.06, of - niet van oorsprong zijnde kabels van filamenten van polypropyleen van post 55.01, waarvan de titer van elk filament of elke vezel minder dan 9 decitex bedraagt, mogen worden gebruikt tot een totale waarde van 40 % van de prijs af fabriek of 35 % van de fob-prijs van het product, of het maken van een gebonden textielvlies alleen in geval van vilt dat uit natuurlijke vezels is gemaakt.
  • Overige Extrusie van synthetische of kunstmatige vezels samen met weefselvorming, of

het maken van een gebonden textielvlies alleen in geval van ander vilt dat

uit natuurlijke vezels is gemaakt.

5603.11-5603.14 Productie uit:

  • gerichte of willekeurig georiënteerde filamenten, of
  • stoffen of polymeren van natuurlijke of synthetische of kunstmatige

oorsprong;

in beide gevallen gevolgd door binding aan een gebonden textielvlies.

Kolom 1 Kolom 2 Indeling op basis van Productspecifieke oorsprongsregel

het geharmoniseerd systeem (2017),

inclusief specifieke beschrijving

5603.91-5603.94 Productie uit:

  • gerichte of willekeurig georiënteerde stapelvezels, of - versneden garens van natuurlijke of synthetische of kunstmatige oorsprong; in beide gevallen gevolgd door binding aan een gebonden textielvlies.

5604.10 Productie uit draad of koord van rubber, niet omwoeld of omvlochten met textiel.

5604.90 Spinnen van natuurlijke vezels; extrusie van synthetische of kunstmatige vezels samen met spinnen, of twijnen samen met een willekeurige mechanische bewerking.

56.05 Spinnen van natuurlijke of synthetische of kunstmatige stapelvezels; extrusie van synthetische of kunstmatige vezels samen met spinnen, of twijnen samen met een willekeurige mechanische bewerking.

56.06 Extrusie van synthetische of kunstmatige vezels samen met spinnen; twijnen samen met omwoelen;

spinnen van natuurlijke of synthetische of kunstmatige stapelvezels, of het aanbrengen van een flockprint samen met verven.

Kolom 1 Kolom 2 Indeling op basis van Productspecifieke oorsprongsregel

het geharmoniseerd systeem (2017),

inclusief specifieke beschrijving

56.07-56.09 Spinnen van natuurlijke vezels, of extrusie van synthetische of kunstmatige vezels samen met spinnen.

Hoofdstuk 57 Tapijten

Aantekening bij het hoofdstuk: voor producten van dit hoofdstuk mag juteweefsel als rug worden gebruikt.

57.01-57.05 Spinnen van natuurlijke of synthetische of kunstmatige stapelvezels samen met weven of met tuften;

extrusie van synthetische of kunstmatige filamentgarens samen met weven of met tuften; productie uit kokos-, sisal- of jutegarens of klassieke ringgesponnen viscosegarens; tuften samen met verven of met bedrukken; het aanbrengen van een flockprint samen met verven of met bedrukken, of extrusie van synthetische of kunstmatige vezels samen met nietweeftechnieken, met inbegrip van naaldponsen.

Kolom 1 Kolom 2 Indeling op basis van Productspecifieke oorsprongsregel

het geharmoniseerd systeem (2017),

inclusief specifieke beschrijving

Hoofdstuk 58 Speciale weefsels; getufte textielstoffen; kant; tapisserieën; passementwerk; borduurwerk

58.01-58.04 Spinnen van natuurlijke of synthetische of kunstmatige stapelvezels samen met weven of met tuften;

extrusie van synthetische of kunstmatige filamentgarens samen met weven of met tuften; weven samen met verven, met het aanbrengen van een flockprint, met het aanbrengen van een deklaag, met het voorzien van inlagen of met metalliseren; tuften samen met verven of met bedrukken; het aanbrengen van een flockprint samen met verven of met bedrukken; verven van het garen samen met weven; weven samen met bedrukken, of bedrukken (als zelfstandige bewerking).

58.05 VP

Kolom 1 Kolom 2 Indeling op basis van Productspecifieke oorsprongsregel

het geharmoniseerd systeem (2017),

inclusief specifieke beschrijving

58.06-58.09 Spinnen van natuurlijke of synthetische of kunstmatige stapelvezels samen met weven of met tuften;

extrusie van synthetische of kunstmatige filamentgarens samen met weven of met tuften; weven samen met verven, met het aanbrengen van een flockprint, met het aanbrengen van een deklaag, met het voorzien van inlagen of met metalliseren; tuften samen met verven of met bedrukken; het aanbrengen van een flockprint samen met verven of met bedrukken; verven van het garen samen met weven; weven samen met bedrukken, of bedrukken (als zelfstandige bewerking).

58.10 Borduurwerk waarin de waarde van de gebruikte niet van oorsprong zijnde materialen van een willekeurige post, met uitzondering van deze van het

product, niet hoger is dan 50 % van de prijs af fabriek of 45 % van de fobprijs van het product.

Kolom 1 Kolom 2 Indeling op basis van Productspecifieke oorsprongsregel

het geharmoniseerd systeem (2017),

inclusief specifieke beschrijving

58.11 Spinnen van natuurlijke of synthetische of kunstmatige stapelvezels samen met weven of met tuften;

extrusie van synthetische of kunstmatige filamentgarens samen met weven of met tuften; weven samen met verven, met het aanbrengen van een flockprint, met het aanbrengen van een deklaag, met het voorzien van inlagen of met metalliseren; tuften samen met verven of met bedrukken; het aanbrengen van een flockprint samen met verven of met bedrukken; verven van het garen samen met weven; weven samen met bedrukken, of bedrukken (als zelfstandige bewerking).

Hoofdstuk 59 Weefsels, geïmpregneerd, bekleed, bedekt of met inlagen; technische artikelen van textielstoffen voor industrieel gebruik 59.01 Weven samen met verven, met het aanbrengen van een flockprint, met het

aanbrengen van een deklaag, met het voorzien van inlagen of met metalliseren, of het aanbrengen van een flockprint samen met verven of met bedrukken.

Kolom 1 Kolom 2 Indeling op basis van Productspecifieke oorsprongsregel

het geharmoniseerd systeem (2017),

inclusief specifieke beschrijving

59.02

  • Bevattende niet Weven meer dan

90 gewichtspercenten textielmaterialen

  • Overige Extrusie van synthetische of kunstmatige vezels samen met weven.

59.03 Weven samen met impregneren, met het aanbrengen van een deklaag, met bekleden, met het voorzien van inlagen of met metalliseren;

weven samen met bedrukken, of bedrukken (als zelfstandige bewerking).

59.04 Weven samen met verven, met het aanbrengen van een deklaag, met het voorzien van inlagen of met metalliseren.

59.05

  • Geïmpregneerd, Weven, breien of het maken van een gebonden textielvlies samen met bekleed of bedekt impregneren, met het aanbrengen van een deklaag, met bekleden, met het met, dan wel met voorzien van inlagen of met metalliseren. inlagen van rubber, kunststof of andere materialen

    Kolom 1 Kolom 2 Indeling op basis van Productspecifieke oorsprongsregel

het geharmoniseerd systeem (2017),

inclusief specifieke beschrijving

  • Overige Spinnen van natuurlijke of synthetische of kunstmatige stapelvezels samen met weven;

extrusie van synthetische of kunstmatige filamentgarens samen met weven;

weven, breien of het maken van een gebonden textielvlies samen met

verven, met het aanbrengen van een deklaag of met het voorzien van

inlagen;

weven samen met bedrukken, of

bedrukken (als zelfstandige bewerking).

59.06

  • Brei- en haakwerk Spinnen van natuurlijke of synthetische of kunstmatige stapelvezels samen

aan het stuk met breien of met haken;

extrusie van synthetische of kunstmatige filamentgarens samen met breien

of met haken;

breien of haken samen met berubberen, of

berubberen samen met ten minste twee andere belangrijke voorbereidende

of afwerkingsbewerkingen (zoals kalanderen, krimpvrij maken,

thermofixeren en permanent finish), mits de waarde van de gebruikte niet

van oorsprong zijnde materialen niet hoger is dan 50 % van de prijs af

fabriek of 45 % van de fob-prijs van het product.

  • Andere weefsels, Extrusie van synthetische of kunstmatige vezels samen met weven.

vervaardigd uit

synthetische

filamentgarens,

bevattende meer dan

90 gewichtspercenten

textielstoffen

Kolom 1 Kolom 2

Indeling op basis van Productspecifieke oorsprongsregel

het geharmoniseerd

systeem (2017),

inclusief specifieke

beschrijving

  • Overige Weven, breien of een ander proces dan weven samen met verven, met het

aanbrengen van een deklaag of met berubberen;

verven van het garen samen met weven, met breien of met een ander proces

dan weven, of

berubberen samen met ten minste twee andere belangrijke voorbereidende

of afwerkingsbewerkingen (zoals kalanderen, krimpvrij maken,

thermofixeren en permanent finish), mits de waarde van de gebruikte niet

van oorsprong zijnde materialen niet hoger is dan 50 % van de prijs af

fabriek of 45 % van de fob-prijs van het product.

59.07 Weven, breien of het maken van een gebonden textielvlies samen met

verven, met bedrukken, met het aanbrengen van een deklaag, met

impregneren of met bekleden;

het aanbrengen van een flockprint samen met verven of met bedrukken, of

bedrukken (als zelfstandige bewerking).

59.08

  • Gloeikousjes, Productie uit rondgebreide of -gehaakte buisjes.

geïmpregneerd

  • Overige VP

Kolom 1 Kolom 2

Indeling op basis van Productspecifieke oorsprongsregel

het geharmoniseerd

systeem (2017),

inclusief specifieke

beschrijving

59.09-59.11 Spinnen van natuurlijke of synthetische of kunstmatige stapelvezels samen

met weven;

extrusie van synthetische of kunstmatige vezels samen met weven;

weven samen met verven, met het aanbrengen van een deklaag of met het

voorzien van inlagen, of

het aanbrengen van een deklaag, het aanbrengen van een flockprint, het

voorzien van inlagen of metalliseren samen met ten minste twee andere

belangrijke voorbereidende of afwerkingsbewerkingen (zoals kalanderen,

krimpvrij maken, thermofixeren en permanent finish), mits de waarde van

de gebruikte niet van oorsprong zijnde materialen niet hoger is dan 50 %

van de prijs af fabriek of 45 % van de fob-prijs van het product.

Hoofdstuk 60 Brei- en haakwerk aan het stuk

60.01-60.06 Spinnen van natuurlijke of synthetische of kunstmatige stapelvezels samen

met breien of met haken;

extrusie van synthetische of kunstmatige filamentgarens samen met breien

of met haken;

breien of haken samen met verven, met het aanbrengen van een flockprint,

met het aanbrengen van een deklaag, met het voorzien van inlagen of met

bedrukken;

het aanbrengen van een flockprint samen met verven of met bedrukken;

verven van het garen samen met breien of met haken, of

twijnen of texturiseren samen met breien of met haken, mits de waarde van

de gebruikte niet van oorsprong zijnde niet-getwijnde of nietgetexturiseerde

garens niet hoger is dan 50 % van de prijs af fabriek of

45 % van de fob-prijs van het product.

Kolom 1 Kolom 2 Indeling op basis van Productspecifieke oorsprongsregel

het geharmoniseerd systeem (2017),

inclusief specifieke beschrijving

Hoofdstuk 61 Kleding en kledingtoebehoren, van brei- of haakwerk

61.01-61.17

  • Verkregen door het Breien of haken samen met confectioneren (met inbegrip van snijden van aaneennaaien of weefsel). anderszins aaneenzetten van twee of meer stukken brei- of haakwerk die hetzij in vorm zijn gesneden hetzij direct in vorm zijn verkregen
  • Overige Spinnen van natuurlijke of synthetische of kunstmatige stapelvezels samen met breien of met haken;

    extrusie van synthetische of kunstmatige filamentgarens samen met breien of met haken, of breien en confectioneren in één bewerking.

Hoofdstuk 62 Kleding en kledingtoebehoren, andere dan van brei- of haakwerk

62.01 Weven samen met confectioneren (met inbegrip van snijden van weefsel), of

confectioneren (met inbegrip van snijden van weefsel) voorafgegaan door bedrukken (als zelfstandige bewerking).

Kolom 1 Kolom 2 Indeling op basis van Productspecifieke oorsprongsregel

het geharmoniseerd systeem (2017),

inclusief specifieke beschrijving

62.02

  • Geborduurd Weven samen met confectioneren (met inbegrip van snijden van weefsel), of

    productie uit niet-geborduurd weefsel, mits de waarde van het gebruikte niet van oorsprong zijnde niet-geborduurde weefsel niet hoger is dan 40 % van de prijs af fabriek of 35 % van de fob-prijs van het product.

  • Overige Weven samen met confectioneren (met inbegrip van snijden van weefsel), of

    confectioneren (met inbegrip van snijden van weefsel) voorafgegaan door bedrukken (als zelfstandige bewerking).

62.03 Weven samen met confectioneren (met inbegrip van snijden van weefsel), of

confectioneren (met inbegrip van snijden van weefsel) voorafgegaan door bedrukken (als zelfstandige bewerking).

62.04

  • Geborduurd Weven samen met confectioneren (met inbegrip van snijden van weefsel), of

    productie uit niet-geborduurd weefsel, mits de waarde van het gebruikte niet van oorsprong zijnde niet-geborduurde weefsel niet hoger is dan 40 % van de prijs af fabriek of 35 % van de fob-prijs van het product.

  • Overige Weven samen met confectioneren (met inbegrip van snijden van weefsel), of

    confectioneren (met inbegrip van snijden van weefsel) voorafgegaan door bedrukken (als zelfstandige bewerking).

    Kolom 1 Kolom 2 Indeling op basis van Productspecifieke oorsprongsregel

het geharmoniseerd systeem (2017),

inclusief specifieke beschrijving

62.05 Weven samen met confectioneren (met inbegrip van snijden van weefsel), of

confectioneren (met inbegrip van snijden van weefsel) voorafgegaan door bedrukken (als zelfstandige bewerking).

62.06

  • Geborduurd Weven samen met confectioneren (met inbegrip van snijden van weefsel), of

    productie uit niet-geborduurd weefsel, mits de waarde van het gebruikte niet van oorsprong zijnde niet-geborduurde weefsel niet hoger is dan 40 % van de prijs af fabriek of 35 % van de fob-prijs van het product.

  • Overige Weven samen met confectioneren (met inbegrip van snijden van weefsel), of

    confectioneren (met inbegrip van snijden van weefsel) voorafgegaan door bedrukken (als zelfstandige bewerking).

62.07-62.08 Weven samen met confectioneren (met inbegrip van snijden van weefsel), of

confectioneren (met inbegrip van snijden van weefsel) voorafgegaan door bedrukken (als zelfstandige bewerking).

62.09

  • Geborduurd Weven samen met confectioneren (met inbegrip van snijden van weefsel), of

    productie uit niet-geborduurd weefsel, mits de waarde van het gebruikte niet van oorsprong zijnde niet-geborduurde weefsel niet hoger is dan 40 % van de prijs af fabriek of 35 % van de fob-prijs van het product.

    Kolom 1 Kolom 2 Indeling op basis van Productspecifieke oorsprongsregel

het geharmoniseerd systeem (2017),

inclusief specifieke beschrijving

  • Overige Weven samen met confectioneren (met inbegrip van snijden van weefsel), of

    confectioneren (met inbegrip van snijden van weefsel) voorafgegaan door bedrukken (als zelfstandige bewerking).

62.10

  • Vuurbestendige Weven samen met confectioneren (met inbegrip van snijden van weefsel), uitrustingen van of weefsel bedekt met

een folie van met het aanbrengen van een deklaag of het voorzien van inlagen samen met aluminium verbonden confectioneren (met inbegrip van snijden van weefsel), mits de waarde van

polyester het gebruikte niet van oorsprong zijnde weefsel zonder deklaag of zonder inlagen niet hoger is dan 40 % van de prijs af fabriek of 35 % van de fobprijs

van het product. - Overige Weven samen met confectioneren (met inbegrip van snijden van weefsel),

of confectioneren (met inbegrip van snijden van weefsel) voorafgegaan door bedrukken (als zelfstandige bewerking).

62.11

  • Kleding voor dames Weven samen met confectioneren (met inbegrip van snijden van weefsel), of voor meisjes, of

geborduurd productie uit niet-geborduurd weefsel, mits de waarde van het gebruikte

niet van oorsprong zijnde niet-geborduurde weefsel niet hoger is dan 40 % van de prijs af fabriek of 35 % van de fob-prijs van het product.

  • Overige Weven samen met confectioneren (met inbegrip van snijden van weefsel), of

    confectioneren (met inbegrip van snijden van weefsel) voorafgegaan door bedrukken (als zelfstandige bewerking).

    Kolom 1 Kolom 2 Indeling op basis van Productspecifieke oorsprongsregel

het geharmoniseerd systeem (2017),

inclusief specifieke beschrijving

62.12

  • Brei- of haakwerk Breien samen met confectioneren (met inbegrip van snijden van weefsel), verkregen door het of aaneennaaien of

anderszins confectioneren (met inbegrip van snijden van weefsel) voorafgegaan door aaneenzetten van bedrukken (als zelfstandige bewerking).

twee of meer stukken brei- of haakwerk die hetzij in vorm zijn gesneden hetzij direct in vorm zijn verkregen

  • Overige Weven samen met confectioneren (met inbegrip van snijden van weefsel), of

    confectioneren (met inbegrip van snijden van weefsel) voorafgegaan door bedrukken (als zelfstandige bewerking).

62.13-62.14

  • Geborduurd Weven samen met confectioneren (met inbegrip van snijden van weefsel); productie uit niet-geborduurd weefsel, mits de waarde van het gebruikte

    niet van oorsprong zijnde niet-geborduurde weefsel niet hoger is dan 40 %

    van de prijs af fabriek of 35 % van de fob-prijs van het product, of

    confectioneren (met inbegrip van snijden van weefsel) voorafgegaan door

    bedrukken (als zelfstandige bewerking).

    Kolom 1 Kolom 2 Indeling op basis van Productspecifieke oorsprongsregel

het geharmoniseerd systeem (2017),

inclusief specifieke beschrijving

  • Overige Weven samen met confectioneren (met inbegrip van snijden van weefsel), of

    confectioneren (met inbegrip van snijden van weefsel) voorafgegaan door bedrukken (als zelfstandige bewerking).

62.15 Weven samen met confectioneren (met inbegrip van snijden van weefsel), of

confectioneren (met inbegrip van snijden van weefsel) voorafgegaan door bedrukken (als zelfstandige bewerking).

62.16

  • Vuurbestendige Weven samen met confectioneren (met inbegrip van snijden van weefsel), uitrustingen van of weefsel bedekt met

een folie van met het aanbrengen van een deklaag of het voorzien van inlagen samen met aluminium verbonden confectioneren (met inbegrip van snijden van weefsel), mits de waarde van

polyester het gebruikte niet van oorsprong zijnde weefsel zonder deklaag of zonder inlagen niet hoger is dan 40 % van de prijs af fabriek of 35 % van de fobprijs

van het product. - Overige Weven samen met confectioneren (met inbegrip van snijden van weefsel),

of confectioneren (met inbegrip van snijden van weefsel) voorafgegaan door bedrukken (als zelfstandige bewerking).

Kolom 1 Kolom 2 Indeling op basis van Productspecifieke oorsprongsregel

het geharmoniseerd systeem (2017),

inclusief specifieke beschrijving

62.17

  • Geborduurd Weven samen met confectioneren (met inbegrip van snijden van weefsel); productie uit niet-geborduurd weefsel, mits de waarde van het gebruikte

    niet van oorsprong zijnde niet-geborduurde weefsel niet hoger is dan 40 % van de prijs af fabriek of 35 % van de fob-prijs van het product, of confectioneren (met inbegrip van snijden van weefsel) voorafgegaan door bedrukken (als zelfstandige bewerking).

  • Vuurbestendige Weven samen met confectioneren (met inbegrip van snijden van weefsel), uitrustingen van of weefsel bedekt met

een folie van met het aanbrengen van een deklaag of het voorzien van inlagen samen met aluminium verbonden confectioneren (met inbegrip van snijden van weefsel), mits de waarde van

polyester het gebruikte niet van oorsprong zijnde weefsel zonder deklaag of zonder inlagen niet hoger is dan 40 % van de prijs af fabriek of 35 % van de fobprijs

van het product. - Tussenvoeringen VP, mits de waarde van alle gebruikte niet van oorsprong zijnde materialen voor kragen en niet hoger is dan 40 % van de prijs af fabriek of 35 % van de fob-prijs van omslagen, het product. uitgesneden

  • Overige Weven samen met confectioneren (met inbegrip van snijden van weefsel). Hoofdstuk 63 Andere geconfectioneerde artikelen van textiel; stellen of assortimenten;

    oude kleren en dergelijke; lompen en vodden 63.01-63.04

  • Van vilt of van Het maken van een gebonden textielvlies samen met confectioneren (met gebonden textielvlies inbegrip van snijden van weefsel).

    Kolom 1 Kolom 2 Indeling op basis van Productspecifieke oorsprongsregel

het geharmoniseerd systeem (2017),

inclusief specifieke beschrijving

  • Overige
  • Geborduurd Weven, breien of haken samen met confectioneren (met inbegrip van snijden van weefsel), of

    productie uit niet-geborduurd weefsel (ander dan van brei- of haakwerk), mits de waarde van het gebruikte niet van oorsprong zijnde nietgeborduurde weefsel niet hoger is dan 40 % van de prijs af fabriek of 35 % van de fob-prijs van het product.

  • Overige Weven, breien of haken samen met confectioneren (met inbegrip van snijden van weefsel).

63.05 Extrusie van synthetische of kunstmatige vezels of het spinnen van natuurlijke of synthetische of kunstmatige stapelvezels samen met weven of met breien en confectioneren (met inbegrip van snijden van weefsel).

63.06

  • Van gebonden Het maken van een gebonden textielvlies samen met confectioneren (met textielvlies inbegrip van snijden van weefsel).
  • Overige Weven samen met confectioneren (met inbegrip van snijden van weefsel). 63.07 MaxNOM 40 % (EXW), of

    RVC 65 % (FOB). 63.08 Elk onderdeel van het stel of het assortiment moet voldoen aan de regel die

    ervoor zou gelden indien het niet in het stel of assortiment was opgenomen.

    Niet van oorsprong zijnde artikelen mogen evenwel in het stel of het

    assortiment worden opgenomen tot een totale waarde van ten hoogste 15 %

    van de prijs af fabriek of de fob-prijs van het stel of het assortiment.

    Kolom 1 Kolom 2 Indeling op basis van Productspecifieke oorsprongsregel

het geharmoniseerd systeem (2017),

inclusief specifieke beschrijving

63.09-63.10 VP

AFDELING XII SCHOEISEL, HOOFDDEKSELS, PARAPLU'S, PARASOLS,

WANDELSTOKKEN, ZITSTOKKEN, ZWEPEN, RIJZWEPEN, ALSMEDE DELEN DAARVAN; GEPREPAREERDE VEREN EN ARTIKELEN VAN VEREN; KUNSTBLOEMEN; WERKEN VAN MENSENHAAR

Hoofdstuk 64 Schoeisel, beenkappen en dergelijke artikelen; delen daarvan

64.01-64.06 VH;

VP, met uitzondering van de posten 64.01 tot en met 64.05 en van samenvoegingen van bovendelen met een binnenzool van onderverdeling 6406.90 en MaxNOM 50 % (EXW), of VP, met uitzondering van de posten 64.01 tot en met 64.05 en van samenvoegingen van bovendelen met een binnenzool van onderverdeling 6406.90 en RVC 55 % (FOB).

Hoofdstuk 65 Hoofddeksels en delen daarvan

65.01-65.07 VP

Hoofdstuk 66 Paraplu's, parasols, wandelstokken, zitstokken, zwepen, rijzwepen, alsmede delen daarvan

66.01-66.03 VP;

MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB).

Hoofdstuk 67 Geprepareerde veren en geprepareerd dons en artikelen van veren of van dons; kunstbloemen; werken van mensenhaar

Kolom 1 Kolom 2 Indeling op basis van Productspecifieke oorsprongsregel

het geharmoniseerd systeem (2017),

inclusief specifieke beschrijving

67.01-67.04 VP

AFDELING XIII WERKEN VAN STEEN, VAN GIPS, VAN CEMENT, VAN ASBEST, VAN MICA EN VAN DERGELIJKE STOFFEN; KERAMISCHE

PRODUCTEN; GLAS EN GLASWERK Hoofdstuk 68 Werken van steen, van gips, van cement, van asbest, van mica en van

dergelijke stoffen 68.01-68.15 VP;

MaxNOM 70 % (EXW), of RVC 35 % (FOB).

Hoofdstuk 69 Keramische producten

69.01-69.14 VP

Hoofdstuk 70 Glas en glaswerk

70.01-70.05 VP;

MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB).

70.06

  • Beklede platen van VP, of

glas (substraten) productie uit niet-beklede platen van glas (substraten) van post 70.06.

  • Overige VP, met uitzondering van de posten 70.02 tot en met 70.05.

70.07 1 -70.09 VP;

MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB).

1 Zie ook aanhangsel 3-B-1 voor de producten van de onderverdelingen 7007.11 en 7007.21.

Kolom 1 Kolom 2 Indeling op basis van Productspecifieke oorsprongsregel

het geharmoniseerd systeem (2017),

inclusief specifieke beschrijving

70.10

  • Glas en glaswerk, VP; niet van oorsprong zijnde materialen van post 70.10 mogen evenwel bergingsmiddelen van worden gebruikt tot een totale waarde van 15 % van de prijs af fabriek of glas de fob-prijs van het product.
  • Overige VP;

    MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB).

70.11 VP;

MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB).

70.13 VP; niet van oorsprong zijnde materialen van post 70.13 mogen evenwel worden gebruikt tot een totale waarde van 15 % van de prijs af fabriek of de fob-prijs van het product.

70.14-70.17 VP;

MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB).

7018.10 VP

7018.20 VP;

MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB).

7018.90 VP

70.19-70.20 VP;

MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB).

Kolom 1 Kolom 2 Indeling op basis van Productspecifieke oorsprongsregel

het geharmoniseerd systeem (2017),

inclusief specifieke beschrijving

AFDELING XIV NATUURLIJKE EN GEKWEEKTE PARELS, EDELSTENEN EN

HALFEDELSTENEN, EDELE METALEN EN METALEN GEPLATEERD MET EDELE METALEN, ALSMEDE WERKEN DAARVAN; FANCYBIJOUTERIEËN; MUNTEN

Hoofdstuk 71 Natuurlijke en gekweekte parels, edelstenen en halfedelstenen, edele metalen en metalen geplateerd met edele metalen, alsmede werken daarvan; fancybijouterieën; munten

71.01 VH

71.02-71.04 VOV

71.05 VP

71.06

  • Onbewerkt VP, met uitzondering van de posten 71.06, 71.08 en 71.10; elektrolytische, thermische of chemische scheiding van edele metalen van de posten 71.06, 71.08 en 71.10, of

    fusie of legering van edele metalen van de posten 71.06, 71.08 en 71.10 onderling of met onedele metalen, of zuivering.

  • Halfbewerkt of in Productie uit onbewerkte edele metalen. poedervorm

71.07

  • Metalen geplateerd Productie uit metalen geplateerd met edele metalen, onbewerkt. met edele metalen, halfbewerkt

    Kolom 1 Kolom 2 Indeling op basis van Productspecifieke oorsprongsregel

het geharmoniseerd systeem (2017),

inclusief specifieke beschrijving

  • Overige VP

71.08

  • Onbewerkt VP, met uitzondering van de posten 71.06, 71.08 en 71.10; elektrolytische, thermische of chemische scheiding van edele metalen van de posten 71.06, 71.08 en 71.10, of

    fusie of legering van edele metalen van de posten 71.06, 71.08 en 71.10 onderling of met onedele metalen, of zuivering.

  • Halfbewerkt of in Productie uit onbewerkte edele metalen. poedervorm

71.09

  • Metalen geplateerd Productie uit metalen geplateerd met edele metalen, onbewerkt. met edele metalen, halfbewerkt
  • Overige VP

71.10

  • Onbewerkt VP, met uitzondering van de posten 71.06, 71.08 en 71.10; elektrolytische, thermische of chemische scheiding van edele metalen van de posten 71.06, 71.08 en 71.10, of

    fusie of legering van edele metalen van de posten 71.06, 71.08 en 71.10 onderling of met onedele metalen, of zuivering.

    Kolom 1 Kolom 2 Indeling op basis van Productspecifieke oorsprongsregel

het geharmoniseerd systeem (2017),

inclusief specifieke beschrijving

  • Halfbewerkt of in Productie uit onbewerkte edele metalen. poedervorm

71.11

  • Metalen geplateerd Productie uit metalen geplateerd met edele metalen, onbewerkt. met edele metalen, halfbewerkt
  • Overige VP

71.12 VP

71.13-71.17 VP, met uitzondering van de posten 71.13 tot en met 71.17;

MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB).

71.18 VP

AFDELING XV ONEDELE METALEN EN WERKEN DAARVAN

Hoofdstuk 72 Gietijzer, ijzer en staal

72.01-72.06 VP

72.07 VP, met uitzondering van post 72.06.

72.08-72.17 VP, met uitzondering van de posten 72.08 tot en met 72.17.

7218.10 VP

7218.91-7218.99 VP, met uitzondering van post 72.06.

72.19-72.23 VP, met uitzondering van de posten 72.19 tot en met 72.23.

7224.10 VP

7224.90 VP, met uitzondering van post 72.06.

72.25-72.29 VP, met uitzondering van de posten 72.25 tot en met 72.29.

Kolom 1 Kolom 2 Indeling op basis van Productspecifieke oorsprongsregel

het geharmoniseerd systeem (2017),

inclusief specifieke beschrijving

Hoofdstuk 73 Werken van gietijzer, van ijzer en van staal

7301.10 VH, met uitzondering van de posten 72.08 tot en met 72.17.

7301.20 VP

73.02 VH, met uitzondering van de posten 72.08 tot en met 72.17.

73.03 VP

73.04-73.06 VH, met uitzondering van de posten 72.13 tot en met 72.17, 72.21 tot en met 72.23 en 72.25 tot en met 72.29.

73.07

  • Hulpstukken VP, met uitzondering van gesmede onbewerkte stukken van post 72.07; (fittings) voor niet van oorsprong zijnde gesmede onbewerkte stukken van post 72.07 buisleidingen, van mogen evenwel worden gebruikt tot een totale waarde van 50 % van de roestvrij staal prijs af fabriek of 45 % van de fob-prijs van het product. - Overige VP

73.08 VP, met uitzondering van onderverdeling 7301.20;

MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB).

7309.00-7315.19 VP

7315.20 VP;

MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB).

7315.81-7319.90 VP

7320.10 VP;

MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB).

7320.20-7326.90 VP

Kolom 1 Kolom 2 Indeling op basis van Productspecifieke oorsprongsregel

het geharmoniseerd systeem (2017),

inclusief specifieke beschrijving

Hoofdstuk 74 Koper en werken van koper

74.01-74.02 VP

74.03 VOV

74.04-74.19 VP

Hoofdstuk 75 Nikkel en werken van nikkel

75.01-75.04 VOV

75.05-75.08 VP

Hoofdstuk 76 Aluminium en werken van aluminium

76.01 VOV

76.02-76.06 VP en MaxNOM 50 % (EXW), of

VP en RVC 55 % (FOB). 76.07 VP, met uitzondering van post 76.06. 7608.10-7616.91 VP en MaxNOM 50 % (EXW), of

VP en RVC 55 % (FOB). 7616.99 VP;

MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB).

Hoofdstuk 78 Lood en werken van lood

7801.10 VOV

7801.91-7801.99 VP, met uitzondering van post 78.02.

78.02-78.04 VP

78.06 VP;

MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB).

Kolom 1 Kolom 2 Indeling op basis van Productspecifieke oorsprongsregel

het geharmoniseerd systeem (2017),

inclusief specifieke beschrijving

Hoofdstuk 79 Zink en werken van zink

79.01-79.07 VP

Hoofdstuk 80 Tin en werken van tin

80.01-80.07 VP

Hoofdstuk 81 Andere onedele metalen; cermets; werken van deze stoffen

81.01-81.13 VOV, of productie uit niet van oorsprong zijnde materialen van een willekeurige post door raffinage, smelting of thermische metaalbewerking.

Hoofdstuk 82 Gereedschap; messenmakerswerk, lepels en vorken, van onedel metaal; delen van deze artikelen van onedel metaal

8201.10-8205.70 VP;

MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB).

8205.90 VP; niet van oorsprong zijnd gereedschap van post 82.05 mag evenwel in het stel of het assortiment worden opgenomen tot een totale waarde van

15 % van de prijs af fabriek of de fob-prijs van het stel of het assortiment. 82.06 VP, met uitzondering van de posten 82.02 tot en met 82.05; niet van

oorsprong zijnd gereedschap van de posten 82.02 tot en met 82.05 mag evenwel in het stel of het assortiment worden opgenomen tot een totale waarde van 15 % van de prijs af fabriek of de fob-prijs van het stel of het assortiment.

82.07-82.15 VP;

MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB).

Kolom 1 Kolom 2 Indeling op basis van Productspecifieke oorsprongsregel

het geharmoniseerd systeem (2017),

inclusief specifieke beschrijving

Hoofdstuk 83 Allerlei werken van onedele metalen

83.01-83.11 VP;

MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB).

AFDELING XVI MACHINES, TOESTELLEN EN ELEKTROTECHNISCH MATERIEEL, ALSMEDE DELEN DAARVAN; TOESTELLEN VOOR HET

OPNEMEN OF HET WEERGEVEN VAN GELUID, VOOR HET OPNEMEN OF HET WEERGEVEN VAN BEELDEN EN GELUID VOOR TELEVISIE, ALSMEDE DELEN EN TOEBEHOREN VAN DEZE TOESTELLEN

Hoofdstuk 84 Kernreactoren, stoomketels, machines, toestellen en mechanische werktuigen, alsmede delen daarvan

84.01-84.06 VP;

MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB).

84.07-84.08 1 MaxNOM 50 % (EXW), of

RVC 55 % (FOB). 84.09-84.24 VP;

MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB).

1 Zie ook aanhangsel 3-B-1 voor de posten 84.07 en 84.08.

Kolom 1 Kolom 2 Indeling op basis van Productspecifieke oorsprongsregel

het geharmoniseerd systeem (2017),

inclusief specifieke beschrijving

84.25-84.30 VP, met uitzondering van post 84.31;

MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB).

84.31-84.43 VP;

MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB).

84.44-84.47 VP, met uitzondering van post 84.48;

MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB).

84.48-84.55 VP;

MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB).

84.56-84.65 VP, met uitzondering van post 84.66;

MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB).

84.66-84.68 VP;

MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB).

84.70-84.72 VP, met uitzondering van post 84.73;

MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB).

84.73-84.87 VP;

MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB).

Kolom 1 Kolom 2 Indeling op basis van Productspecifieke oorsprongsregel

het geharmoniseerd systeem (2017),

inclusief specifieke beschrijving

Hoofdstuk 85 Elektrische machines, apparaten, uitrustingsstukken, alsmede delen daarvan; toestellen voor het opnemen of het weergeven van geluid, toestellen voor het opnemen of het weergeven van beelden en geluid voor televisie, alsmede delen en toebehoren van deze toestellen

85.01-85.02 VP, met uitzondering van post 85.03;

MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB).

85.03-85.18 VP;

MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB).

85.19-85.21 VP, met uitzondering van post 85.22;

MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB).

85.22-85.23 VP;

MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB).

85.25-85.28 VP, met uitzondering van post 85.29;

MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB).

85.29-85.34 VP;

MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB).

85.35-85.37 VP, met uitzondering van post 85.38;

MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB).

Kolom 1 Kolom 2 Indeling op basis van Productspecifieke oorsprongsregel

het geharmoniseerd systeem (2017),

inclusief specifieke beschrijving

85.38-85.39 VP;

MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB).

8540.11-8540.12 VOV;

MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB).

8540.20-8540.99 VP;

MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB).

8541.10-8541.60 VOV; toepassen van een diffusie op gebruikte niet van oorsprong zijnde materialen; MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB).

8541.90 VP;

MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB).

8542.31-8542.39 VOV; toepassen van een diffusie op niet van oorsprong zijnde materialen; MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB).

8542.90-8543.90 VP;

MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB).

Kolom 1 Kolom 2 Indeling op basis van Productspecifieke oorsprongsregel

het geharmoniseerd systeem (2017),

inclusief specifieke beschrijving

8544.11-8544.60 VP, met uitzondering van de posten 74.08, 74.13, 76.05 en 76.14;

MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB).

8544.70 VP, met uitzondering van de posten 70.02 en 90.01;

MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB).

85.45-85.48 VP;

MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB).

AFDELING XVII VERVOERMATERIEEL

Hoofdstuk 86 Rollend en ander materieel voor spoor- en tramwegen, alsmede delen daarvan; mechanische (elektromechanische daaronder begrepen) signaalen waarschuwingstoestellen voor het verkeer

86.01-86.09 VP, met uitzondering van post 86.07;

MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB).

Kolom 1 Kolom 2 Indeling op basis van Productspecifieke oorsprongsregel

het geharmoniseerd systeem (2017),

inclusief specifieke beschrijving

Hoofdstuk 87 Automobielen, tractors, rijwielen, motorrijwielen en andere voertuigen voor vervoer over land (die niet over spoor- of tramrails gaan), alsmede delen en toebehoren daarvan

87.01-87.07 1 MaxNOM 45 % (EXW), of

RVC 60 % (FOB).

87.08 2 VP;

MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB).

87.09-87.11 VP;

MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB).

87.12 MaxNOM 45 % (EXW), of

RVC 60 % (FOB). 87.13-87.16 VP;

MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB).

Hoofdstuk 88 Luchtvaart en ruimtevaart

88.01-88.05 VP;

MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB).

1 Zie ook aanhangsel 3-B-1 voor de posten 87.01 tot en met 87.07.

2 Zie ook aanhangsel 3-B-1 voor post 87.08.

Kolom 1 Kolom 2 Indeling op basis van Productspecifieke oorsprongsregel

het geharmoniseerd systeem (2017),

inclusief specifieke beschrijving

Hoofdstuk 89 Scheepvaart

89.01-89.08 VP, met uitzondering van rompen van post 89.06;

MaxNOM 40 % (EXW), of RVC 65 % (FOB).

AFDELING XVIII OPTISCHE INSTRUMENTEN, APPARATEN EN TOESTELLEN;

INSTRUMENTEN, APPARATEN EN TOESTELLEN, VOOR DE FOTOGRAFIE EN DE CINEMATOGRAFIE; MEET-, VERIFICATIE-, CONTROLE- EN PRECISIE-INSTRUMENTEN, -APPARATEN EN - TOESTELLEN; MEDISCHE EN CHIRURGISCHE INSTRUMENTEN, APPARATEN EN TOESTELLEN; UURWERKEN; MUZIEKINSTRUMENTEN; DELEN EN TOEBEHOREN VAN DEZE INSTRUMENTEN, APPARATEN EN TOESTELLEN

Hoofdstuk 90 Optische instrumenten, apparaten en toestellen; instrumenten, apparaten en toestellen, voor de fotografie en de cinematografie; meet-, verificatie-,

controle- en precisie-instrumenten, -apparaten en -toestellen; medische en chirurgische instrumenten, apparaten en toestellen; delen en toebehoren van deze instrumenten, apparaten en toestellen

9001.10-9001.40 VP;

MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB).

9001.50 VP; productie waarbij een van de volgende bewerkingen wordt uitgevoerd: - bewerken van het oppervlak van een halfafgewerkte lens tot een afgewerkt brillenglas met optische correctie, bedoeld om op een bril te worden gemonteerd, of - aanbrengen van een deklaag op de lens door middel van passende behandelingen teneinde het gezichtsvermogen te verbeteren en de bescherming van de drager te waarborgen; MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB).

Kolom 1 Kolom 2 Indeling op basis van Productspecifieke oorsprongsregel

het geharmoniseerd systeem (2017),

inclusief specifieke beschrijving

9001.90-9033.00 VP, met uitzondering van post 96.20;

MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB).

Hoofdstuk 91 Uurwerken

9101.11-9113.20 VP;

MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB).

9113.90 VP

91.14 VP;

MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB).

Hoofdstuk 92 Muziekinstrumenten; delen en toebehoren van muziekinstrumenten 92.01-92.09 MaxNOM 50 % (EXW), of

RVC 55 % (FOB). AFDELING XIX WAPENS EN MUNITIE; DELEN EN TOEBEHOREN DAARVAN Hoofdstuk 93 Wapens en munitie; delen en toebehoren daarvan 93.01-93.07 MaxNOM 50 % (EXW), of

RVC 55 % (FOB).

Kolom 1 Kolom 2 Indeling op basis van Productspecifieke oorsprongsregel

het geharmoniseerd systeem (2017),

inclusief specifieke beschrijving

AFDELING XX DIVERSE GOEDEREN EN PRODUCTEN

Hoofdstuk 94 Meubelen; artikelen voor bedden en dergelijke artikelen; verlichtingstoestellen, elders genoemd noch elders onder begrepen; lichtreclames, verlichte aanwijzingsborden en dergelijke artikelen; geprefabriceerde bouwwerken

9401.10-9401.80 VP;

MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB).

9401.90 VH

94.02-94.06 VP;

MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB).

Hoofdstuk 95 Speelgoed, spellen, artikelen voor ontspanning en sportartikelen; delen en toebehoren daarvan

95.03-95.05 VP;

MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB).

95.06

  • Golfstokken en VP; niet van oorsprong zijnde ruw gevormde blokken voor het maken van delen daarvan de koppen van golfstokken mogen evenwel worden gebruikt. - Overige VP;

    MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB).

    Kolom 1 Kolom 2 Indeling op basis van Productspecifieke oorsprongsregel

het geharmoniseerd systeem (2017),

inclusief specifieke beschrijving

95.07-95.08 VP;

MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB).

Hoofdstuk 96 Diverse werken

96.01 VH

96.02-96.04 VP;

MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB).

96.05 Elk onderdeel van het stel of het assortiment moet voldoen aan de regel die ervoor zou gelden indien het niet in het stel of assortiment was opgenomen. Niet van oorsprong zijnde artikelen mogen evenwel in het stel of het

assortiment worden opgenomen tot een totale waarde van ten hoogste 15 % van de prijs af fabriek of de fob-prijs van het stel of het assortiment.

96.06-96.20 VP;

MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB).

AFDELING XXI KUNSTVOORWERPEN, VOORWERPEN VOOR VERZAMELINGEN EN ANTIQUITEITEN

Hoofdstuk 97 Kunstvoorwerpen, voorwerpen voor verzamelingen en antiquiteiten

97.01-97.06 VP

AANHANGSEL 3-B-1

BEPALINGEN MET BETREKKING TOT BEPAALDE VOERTUIGEN

EN DELEN VAN VOERTUIGEN

AFDELING 1

Leveranciersverklaringen

Wanneer een leverancier in Japan een producent van de producten van de posten 84.07, 84.08 en

87.01 tot en met 87.08 in Japan de nodige informatie verstrekt om de oorsprong van de producten te bepalen, kan de leverancier een leveranciersverklaring verstrekken.

AFDELING 2

Tussentijdse drempelwaarde met betrekking tot productspecifieke oorsprongsregels voor voertuigen en delen van voertuigen

  • 1. 
    Voor de toepassing van deze afdeling betekent "jaar" voor het eerste jaar de periode van

    12 maanden vanaf de datum van inwerkingtreding van deze overeenkomst en voor elk daaropvolgend jaar de periode van 12 maanden na het einde van het voorgaande jaar.

  • 2. 
    Voor voertuigen van post 87.03 past elke partij de volgende regel toe:

    Van het eerste jaar tot het Van het vierde jaar tot het Vanaf het zevende jaar einde van het derde jaar einde van het zesde jaar

    MaxNOM 55 % (EXW), MaxNOM 50 % (EXW), MaxNOM 45 % (EXW), of of of

    RVC 50 % (FOB). RVC 55 % (FOB). RVC 60 % (FOB).

  • 3. 
    De in de tabellen in de punten a), b) en c) vastgestelde tussentijdse drempelwaarde is van toepassing op producten die rechtstreeks uit een partij naar de andere partij worden uitgevoerd en is niet van toepassing op producten die in de partij van uitvoer als materiaal in een volledig voertuig worden verwerkt:
    • a) 
      Voor delen van voertuigen van de posten 84.07 en 84.08 past elke partij de volgende regel toe:

      Van het eerste jaar tot het einde van het Vanaf het vierde jaar

      derde jaar

      MaxNOM 60 % (EXW), of MaxNOM 50 % (EXW), of

      RVC 45 % (FOB). RVC 55 % (FOB).

    • b) 
      Voor delen van voertuigen van de posten 87.06 en 87.07 past elke partij de volgende regel toe:

      Van het eerste jaar tot het einde van het Vanaf het zesde jaar

      vijfde jaar

      MaxNOM 55 % (EXW), of MaxNOM 45 % (EXW), of

      RVC 50 % (FOB). RVC 60 % (FOB).

    • c) 
      Voor delen van voertuigen van post 87.08 past elke partij de volgende regel toe:

      Van het eerste jaar tot het einde van het Vanaf het vierde jaar

      derde jaar

      VP, VP,

      MaxNOM 60 % (EXW), of MaxNOM 50 % (EXW), of

      RVC 45 % (FOB). RVC 55 % (FOB).

AFDELING 3

Toepassing van de productspecifieke oorsprongsregels voor bepaalde motorvoertuigen op basis van het productieproces van bepaalde delen

  • 1. 
    Voor de toepassing van de productspecifieke oorsprongsregel van kolom 2 van bijlage 3-B die van toepassing is op motorvoertuigen van de onderverdelingen 8703.21 tot en met 8703.90

wordt een in kolom i) van de onderstaande tabel vermeld materiaal dat bij de productie van

die motorvoertuigen wordt gebruikt, beschouwd als van oorsprong uit een partij, mits:

  • a) 
    het voldoet aan de productspecifieke oorsprongsregel van kolom 2 van bijlage 3-B die van toepassing is op dat materiaal, of
  • b) 
    het productieproces van dat materiaal, zoals vastgesteld in kolom ii) van de onderstaande tabel, plaatsvindt in een partij.

    Tabel

    Kolom i) Kolom ii) Indeling op basis van het Desbetreffend productieproces geharmoniseerd systeem

(2017), inclusief specifieke

beschrijving 1

7007.11 Harden van een niet van oorsprong zijnd materiaal, mits geen niet van oorsprong zijnde materialen van post 70.07 worden gebruikt.

7007.21 Harden of voorzien van inlagen van een niet van oorsprong zijnd materiaal, mits geen niet van oorsprong zijnde

materialen van post 70.07 worden gebruikt.

1 Wanneer in kolom i) een specifieke beschrijving van een materiaal is opgenomen, is het

desbetreffende productieproces in kolom ii) uitsluitend van toepassing op dat materiaal.

Kolom i) Kolom ii) Indeling op basis van het Desbetreffend productieproces geharmoniseerd systeem

(2017), inclusief specifieke

beschrijving 1

8707.10

  • Blanke carrosserieën 1 van Productie uit niet van oorsprong zijnde halffabricaten van staal, voor de staal van de posten 72.07, 72.18 en 72.24 2 .

motorvoertuigen van de onderverdelingen 8703.21 tot en met 8703.90

1 Voor de toepassing van deze afdeling wordt onder "blanke carrosserieën" verstaan:

carrosserieën waarvan de metalen onderdelen zijn samengevoegd vóór het lakken; inclusief het assembleren van: – chassis, en – delen van de carrosserie, en exclusief het monteren op het chassis van: – de motor; – de subeenheden van het chassis, of de bekleding (glas, stoelen, stoffering, elektronica enz.), of – bewegende delen (deuren, koffer, motorkap en bumpers).

2 Voor de toepassing van de desbetreffende regel met betrekking tot het productieproces:

  • a) 
    moeten de onderstaande delen van de blanke carrosserie, voor zover zij een bestanddeel zijn van de blanke carrosserie, van staal zijn:

    – A-, B- en C-stijlen of gelijkwaardig; – zijbalken of gelijkwaardig; – dwarsbalken of gelijkwaardig; – onderste langsliggers of gelijkwaardig; – zijpanelen of gelijkwaardig; – bovenste langsliggers of gelijkwaardig; – dashboardbalk of gelijkwaardig; – dakstijlen of gelijkwaardig; – achterwand of gelijkwaardig; – brandwand of gelijkwaardig; – bumperbalken of gelijkwaardig, en – vloerkuip of gelijkwaardig, en

  • b) 
    delen of combinaties van delen, ongeacht hun benaming, die dezelfde functie vervullen

als de in het voorgaande genoemde delen, moeten eveneens van staal zijn.

Kolom i) Kolom ii) Indeling op basis van het Desbetreffend productieproces geharmoniseerd systeem

(2017), inclusief specifieke

beschrijving 1

8708.10

  • Bumpers (met uitzondering Alle gebruikte niet van oorsprong zijnde polymeerproducten van delen daarvan) en gewalste platte producten moeten gevormd of gestampt

    zijn. 8708.29

  • Gestampte onderdelen van Alle niet van oorsprong zijnde materialen moeten gevormd of de carrosserie (met gestampt zijn. uitzondering van delen daarvan)
  • Deursamenstellen (met Alle voor de productie van de binnen- of buitenbekleding van uitzondering van delen de deuren gebruikte niet van oorsprong zijnde materialen daarvan) moeten gevormd of gestampt zijn, en

    alle gebruikte niet van oorsprong zijnde deuronderdelen moeten geassembleerd zijn, en niet van oorsprong zijnde materialen van post 87.08 mogen niet worden gebruikt.

8708.50

  • Drijfassen met differentieel, Aandrijfassen en differentiëlen worden geproduceerd uit niet ook indien met andere van oorsprong zijnd gewalst plat metaal, en

organen voor de overbrenging niet van oorsprong zijnde materialen van post 87.08 mogen

niet worden gebruikt. - Draagassen (met Draagassen worden geproduceerd uit niet van oorsprong uitzondering van delen zijnd gewalst plat metaal, en

daarvan) niet van oorsprong zijnde materialen van post 87.08 mogen

niet worden gebruikt.

  • 2. 
    De toepassing van punt 1 laat de toepassing van de bepalingen van hoofdstuk 3, afdeling A, en bijlage 3-A onverlet.

AFDELING 4

Evaluatie van en overleg over de toepassing van afdeling 3

  • 1. 
    Zeven jaar na de inwerkingtreding van deze overeenkomst evalueren de partijen op verzoek van een van beide partijen op basis van de beschikbare informatie gezamenlijk de toepassing van afdeling 3.
  • 2. 
    Na het begin van de in punt 1 bedoelde evaluatie kan een partij de andere partij om overleg verzoeken, wanneer er, op basis van feiten en niet louter op basis van beweringen, gissingen of vage mogelijkheden, aanwijzingen zijn dat:
    • a) 
      de invoer van de producten van de onderverdelingen 8703.21 tot en met 8703.90 uit de aangezochte partij naar de verzoekende partij door de toepassing van afdeling 3

      aanzienlijk is gestegen (in absolute cijfers of in verhouding tot de binnenlandse productie), of

    • b) 
      de patronen volgens dewelke delen worden betrokken na de inwerkingtreding van deze overeenkomst zijn gewijzigd, met negatieve gevolgen voor de mededinging voor

      binnenlandse producenten van rechtstreeks concurrerende producten in de verzoekende

      partij.

  • 3. 
    De partijen plegen overleg teneinde de juistheid van de feiten na te gaan en passende maatregelen met betrekking tot de toepassing van afdeling 3 vast te stellen. Dergelijke maatregelen mogen niet leiden tot een uitbreiding van de toepassing van afdeling 3.
  • 4. 
    Voor alle duidelijkheid: in geval van onenigheid tussen de partijen over de toepassing van deze afdeling, kan een partij een beroep doen op geschillenbeslechting krachtens

    hoofdstuk 21.

AFDELING 5

Betrekkingen met derde landen

De partijen kunnen besluiten dat sommige of alle materialen van de posten 84.07, 85.44 en 87.08 van het geharmoniseerd systeem van oorsprong uit een derde land die bij de productie in een partij van een product van post 87.03 van het geharmoniseerd systeem worden gebruikt, als van oorsprong zijnde materialen krachtens deze overeenkomst worden beschouwd, mits:

  • a) 
    elke partij een geldende handelsovereenkomst heeft waarbij een vrijhandelsruimte met dat derde land is ingesteld overeenkomstig artikel XXIV van de GATT 1994;
  • b) 
    tussen de partij en dat derde land een overeenkomst van kracht is die voorziet in adequate administratieve samenwerking om de volledige toepassing van deze afdeling te waarborgen, en die partij de andere partij in kennis stelt van deze overeenkomst, en
  • c) 
    de partijen het eens zijn over de overige toepasselijke voorwaarden.

________________

BIJLAGE 3-C

IN ARTIKEL 3.5 BEDOELDE INFORMATIE

De in artikel 3.5, lid 4, bedoelde informatie wordt beperkt tot de volgende elementen:

  • a) 
    beschrijving en GS-tariefindelingsnummer van het geleverde product en van de bij de productie ervan gebruikte niet van oorsprong zijnde materialen;
  • b) 
    indien waardemethoden worden toegepast in overeenstemming met bijlage 3-B, de waarde per eenheid en de totale waarde van het geleverde product en van de bij de productie ervan gebruikte niet van oorsprong zijnde materialen;
  • c) 
    indien specifieke productieprocessen vereist zijn in overeenstemming met bijlage 3-B, een beschrijving van het op de gebruikte niet van oorsprong zijnde materialen toegepaste proces, en
  • d) 
    een verklaring van de leverancier dat de in de punten a) tot en met c) bedoelde elementen van informatie juist en volledig zijn, de datum waarop de verklaring wordt verstrekt alsmede de

    naam en het adres van de leverancier in blokletters.

________________

BIJLAGE 3-D

TEKST VAN HET ATTEST VAN OORSPRONG

Het attest van oorsprong wordt opgesteld in een van de onderstaande taalversies overeenkomstig de wet- en regelgeving van de partij van uitvoer. Indien het attest van oorsprong met de hand wordt geschreven, moet dit met inkt en in blokletters geschieden. Bij de opstelling van het attest van oorsprong moeten de respectieve voetnoten in acht worden genomen. De tekst van de voetnoten behoeft niet te worden overgenomen.

Japanse versie

(期間……………から……………まで (注1) )

この文書の対象となる産品の輸出者(輸出者参照番号……… (注2) )は、別

段の明示をする場合を除くほか、当該産品の原産地……… (注3) が特恵に係

る原産地であることを申告する。

(用いられた原産性の基準 (注4) )

………………………………………………………………………………………...

(場所及び日付) (注5)

………………………………………………………………………………………..

(輸出者の氏名又は名称(活字体によるもの))

………………………………………………………………………………………..

Bulgaarse versie

( Период: от …………… до ………… (1) )

Износителят на продуктите, обхванати от този документ (износител № … (2) ), декларира, че освен когато е отбелязано друго, тези продукти са с/със … преференциален произход (3) .

( Използвани критерии за произход (4) )

…………………………………………………………….............................................

( Място и дата (5) )

...……………………………………………………………………..............................

( Наименование с печатни букви на износителя)

...……………………………………………………………………..............................

Kroatische versie

(Razdoblje: od …………… do ………… (1) )

Izvoznik proizvoda obuhvaćenih ovom ispravom (referentni broj izvoznika: ……... (2) ) izjavljuje da su, osim ako je drukčije izričito navedeno, ovi proizvodi ...……… preferencijalnog podrijetla (3) .

(Primijenjeni kriteriji podrijetla (4) )

…………………………………………………………….............................................

(Mjesto i datum (5) )

...……………………………………………………………………..............................

(Ime izvoznika tiskanim slovima)

...……………………………………………………………………..............................

Tsjechische versie

(Období: od …………… do ………… (1) )

Vývozce výrobků uvedených v tomto dokumentu (referenční číslo vývozce ……... (2) ) prohlašuje, že kromě zřetelně označených, mají tyto výrobky preferenční původ v ……… (3) .

(Použitá kritéria původu (4) )

…………………………………………………………….............................................

(Místo a datum (5) )

...……………………………………………………………………..............................

(Jméno vývozce tiskacím písmem)

...……………………………………………………………………..............................

Deense versie

(Periode: fra …………… til ………… (1) )

Eksportøren af varer, der er omfattet af nærværende dokument, (eksportørreferencenr. ............... (2) ), erklærer, at varerne, medmindre andet tydeligt er angivet, har præferenceoprindelse i ........ (3) .

(Anvendte oprindelseskriterier (4) )

…………………………………………………………….............................................

(Sted og dato (5) )

...……………………………………………………………………..............................

(Eksportørens navn med blokbogstaver)

...……………………………………………………………………..............................

Nederlandse versie

(Tijdvak: van …………… tot en met ………… (1) )

De exporteur van de producten waarop dit document van toepassing is (referentienr.

exporteur ……... (2) ) verklaart dat, behoudens uitdrukkelijke andersluidende vermelding, deze producten van preferentiële oorsprong zijn uit ........ (3) .

(Gebruikte oorsprongscriteria (4) )

…………………………………………………………….............................................

(Plaats en datum (5) )

...……………………………………………………………………..............................

(Naam van de exporteur in blokletters)

...……………………………………………………………………..............................

Engelse versie

(Period: from …………… to ………… (1) )

The exporter of the products covered by this document (Exporter Reference No ……... (2) ) declares that, except where otherwise clearly indicated, these products are of ...……… preferential origin (3) .

(Origin criteria used (4) )

…………………………………………………………….............................................

(Place and date (5) )

...……………………………………………………………………..............................

(Printed name of the exporter)

...……………………………………………………………………..............................

Estse versie

(Ajavahemik: alates …………… kuni ………… (1) )

Käesoleva dokumendiga hõlmatud toodete eksportija (eksportija viitenumber ……... (2) ) kinnitab, et välja arvatud selgelt osutatud juhtudel on need tooted ...……… sooduspäritoluga (3) .

(Kasutatud päritolukriteeriumid (4) )

…………………………………………………………….............................................

(Koht ja kuupäev (5) )

...……………………………………………………………………..............................

(Eksportija nimi suurtähtedega)

...……………………………………………………………………..............................

Finse versie

(…………… ja ………… välinen aika (1) )

Tässä asiakirjassa mainittujen tuotteiden viejä (viejän viitenumero …… (2) ) ilmoittaa, että nämä

tuotteet ovat, ellei toisin ole selvästi merkitty, etuuskohteluun oikeutettuja ……..

alkuperätuotteita (3) .

(Käytetyt alkuperäkriteerit (4) )

…………………………………………………………….............................................

(Paikka ja päiväys (5) )

...……………………………………………………………………..............................

(Viejän nimi painokirjaimin)

...……………………………………………………………………..............................

Franse versie

(Période: du …………… au ………… (1) )

L’exportateur des produits couverts par le présent document (nº de référence exportateur ......... (2) ) déclare que, sauf indication claire du contraire, ces produits ont l’origine préférentielle ……… (3) .

(Critères d’origine appliqués (4) )

…………………………………………………………….............................................

(Lieu et date (5) )

...……………………………………………………………………..............................

(Nom en caractères d’imprimerie de l’exportateur)

...……………………………………………………………………..............................

Duitse versie

(Zeitraum: von …………… bis ………… (1) )

Der Ausführer (Referenznummer des Ausführers ……... (2) ) der Waren, auf die sich dieses

Handelspapier bezieht, erklärt, dass diese Waren, soweit nicht anders angegeben,

präferenzbegünstigte Ursprungswaren ...………. (3) sind.

(Verwendete Ursprungskriterien (4) )

…………………………………………………………….............................................

(Ort und Datum (5) )

...……………………………………………………………………..............................

(Name des Ausführers in Druckbuchstaben)

...……………………………………………………………………..............................

Griekse versie

( Περίοδος: από …………… έως ………… (1) )

Ο εξαγωγέας των προϊόντων που καλύπτονται από το παρόν έγγραφο (αριθ. αναφοράς

εξαγωγέα ...... (2) ) δηλώνει ότι, εκτός αν ρητά δηλώνεται διαφορετικά, αυτά τα προϊόντα είναι

προτιμησιακής καταγωγής ...……… (3) .

(Χρησιμοποιούμενα κριτήρια καταγωγής (4) )

…………………………………………………………….............................................

(Τόπος και ημερομηνία (5) )

...……………………………………………………………………..............................

(Επωνυμία του εξαγωγέα ολογράφως)

...……………………………………………………………………..............................

Hongaarse versie

(Id őszak: ……………-tól …………-ig (1) )

A jelen okmányban szerepl ő áruk exportőre (az exportőr azonosító száma ....…… (2) ) kijelentem, ű eltérő jelzés hiányában az áruk preferenciális ………..

hogy egyértelm (3) származásúak.

(Alkalmazott származási feltételek (4) )

…………………………………………………………….............................................

(Hely és dátum (5) )

...……………………………………………………………………..............................

(Az exportőr nyomtatott neve)

...……………………………………………………………………..............................

Italiaanse versie

(Periodo: dal …………… al ………… (1) )

L'esportatore delle merci contemplate nel presente documento(numero di riferimento

dell'esportatore ……... (2) ) dichiara che, salvo indicazione contraria, le merci sono di origine preferenziale .................... (3) .

(Criteri di origine usati (4) )

…………………………………………………………….............................................

(Luogo e data (5) )

...……………………………………………………………………..............................

(Nome stampato dell'esportatore)

...……………………………………………………………………..............................

Letse versie

(Laikposms: no …………… līdz ………… (1) )

To produktu eksportētājs, kuri ietverti šajā dokumentā (eksportētāja atsauces numurs ……... (2) ), deklarē, ka, izņemot tur, kur ir citādi skaidri noteikts, šiem produktiem ir ...……… preferenciāla

izcelsme (3) .

(Izmantotie izcelsmes kritēriji (4) )

…………………………………………………………….............................................

(Vieta un datums (5) )

...……………………………………………………………………..............................

(Eksportētāja vārds vai nosaukums drukātiem burtiem)

...……………………………………………………………………..............................

Litouwse versie

(Laikotarpis nuo …………… iki ………… (1) )

Šiame dokumente išvardytų prekių eksportuotojas (Eksportuotojo registracijos Nr. ……... (2) ) deklaruoja, kad, jeigu aiškiai kitaip nenurodyta, tai yra ...……… preferencinės kilmės prekės (3) .

(Taikyti kilmės kriterijai (4) )

…………………………………………………………….............................................

(Vieta ir data (5) )

...……………………………………………………………………..............................

(Atspausdintas eksportuotojo vardas ir pavardė (pavadinimas)

...……………………………………………………………………..............................

Maltese versie

(Perjodu: minn …………… sa ………… (1) )

L-esportatur tal-prodotti koperti b’dan id-dokument (Numru ta’ Referenza tal-Esportatur ……... (2) )

jiddikjara li, ħlief fejn indikat b’mod ċar li mhux hekk, dawn il-prodotti huma ta’ oriġini

preferenzjali ...……… (3) .

(Kriterji taloriġini użati (4) )

…………………………………………………………….............................................

(Il-post u d-data (5) )

...……………………………………………………………………..............................

(L-isem stampat tal-esportatur)

...……………………………………………………………………..............................

Poolse versie

(Okres: od …………… do ………… (1) )

Eksporter produktów objętych niniejszym dokumentem (nr referencyjny eksportera ……... (2) ) deklaruje , że z wyjątkiem gdzie jest to wyraźnie określone, produkty te mają preferencyjne

pochodzenie ...……… (3) .

(Zastosowane kryteria pochodzenia (4) )

…………………………………………………………….............................................

(Miejsce i data (5) )

...……………………………………………………………………..............................

(Wydrukowana nazwa / imię i nazwisko eksportera)

...……………………………………………………………………..............................

Portugese versie

(Período: de …………… a ………… (1) )

O abaixo assinado, exportador dos produtos abrangidos pelo presente documento [referência do

exportador n.º ……... (2) ], declara que, salvo indicação expressa em contrário, estes produtos são de ...……… origem preferencial (3) .

(Critérios de origem utilizados (4) )

...……………………………………………………………………..............................

(Local e data (5) )

...……………………………………………………………………..............................

(Nome impresso do exportador)

...……………………………………………………………………..............................

Roemeense versie

(Perioada: de la …………… până la ………… (1) )

Exportatorul produselor care fac obiectul prezentului document (numărul de referință al exportatorului ……... (2) ) declară că, exceptând cazul în care în mod expres este indicat altfel, aceste produse sunt de origine preferențială ...……… (3) .

(Criteriile de origine utilizate (4) )

…………………………………………………………….............................................

(Locul și data (5) )

...……………………………………………………………………..............................

(Numele exportatorului, în clar)

...……………………………………………………………………..............................

Slowaakse versie

(Obdobie: od …………… do ………… (1) )

Vývozca výrobkov uvedených v tomto dokumente (referenčné číslo vývozcu ……... (2) ) vyhlasuje, že pokiaľ nie je jasne uvedené inak, majú tieto výrobky preferenčný pôvod v ...……… (3) .

(Použité kritériá pôvodu (4) )

…………………………………………………………….............................................

(Miesto a dátum (5) )

...……………………………………………………………………..............................

(Meno vývozcu tlačenými písmenami)

...……………………………………………………………………..............................

Sloveense versie

(Obdobje: od …………… do ………… (1) )

Izvoznik blaga, zajetega s tem dokumentom (referenčna št. izvoznika ……... (2) ), izjavlja, da, razen če ni drugače jasno navedeno, ima to blago preferencialno.......................................... poreklo (3) .

(Uporabljeni kriteriji glede porekla (4) )

…………………………………………………………….............................................

(Kraj in datum (5) )

...……………………………………………………………………..............................

(Natisnjeno ime izvoznika)

...……………………………………………………………………..............................

Spaanse versie

(Período: del …………… al ………… (1) )

El exportador de los productos incluidos en el presente documento (número de referencia del

exportador ……... (2) ) declara que, excepto donde se indique claramente lo contrario, estos productos son de origen preferencial ...……… (3) .

(Criterios de origen aplicados (4) )

…………………………………………………………….............................................

(Lugar y fecha (5) )

...……………………………………………………………………..............................

(Nombre impreso del exportador)

...……………………………………………………………………..............................

Zweedse versie

(Period: Från den …………… till den ………… (1) )

Exportören av de varor som omfattas av detta dokument (exportörens referensnummer ……... (2) )

försäkrar att dessa varor, om inte annat tydligt markerats, ...……… har förmånsberättigande

ursprung (3) .

(Ursprungskriterier som använts (4) )

…………………………………………………………….............................................

(Plats och datum (5) )

...............................................................................................................

(Exportörens namn, med tryckbokstäver)

...............................................................................................................

  • (1) 
    Wanneer het attest van oorsprong wordt opgesteld voor meerdere zendingen van dezelfde

    producten van oorsprong in de zin van artikel 3.17, lid 5, onder b): de periode gedurende welke het attest van oorsprong van toepassing is. Deze periode mag niet meer dan 12 maanden bedragen. Alle producten moeten binnen de aangegeven periode worden ingevoerd. Dit veld mag leeg blijven wanneer een periode niet van toepassing is.

  • (2) 
    Vermeld het referentienummer aan de hand waarvan de exporteur kan worden geïdentificeerd.

    Voor de exporteurs van de Europese Unie is dit het overeenkomstig de wet- en regelgeving van de Europese Unie toegewezen nummer. Voor de Japanse exporteurs is dit het Japanse ondernemingsnummer (Japan Corporate Number). Wanneer de exporteur geen nummer heeft, mag dit veld leeg blijven.

  • (3) 
    Vermeld de oorsprong van het product: de Europese Unie of Japan.
  • (4) 
    Vermeld, naargelang het geval, een of meer van de volgende codes:

    "A" voor een in artikel 3.2, lid 1, onder a), bedoeld product;

    "B" voor een in artikel 3.2, lid 1, onder b), bedoeld product;

    "C" voor een in artikel 3.2, lid 1, onder c), bedoeld product, met de volgende aanvullende informatie over de soort van het productspecifiek vereiste dat op het product van

    toepassing is:

    "1" voor een regel betreffende wijziging in tariefindeling;

    "2" voor een regel betreffende een maximumwaarde voor niet van oorsprong zijnde materialen of een regel betreffende een minimale regionale inbreng;

    "3" voor een regel betreffende een specifiek productieproces, of

    "4" in het geval van toepassing van de bepalingen van afdeling 3 van

    aanhangsel 3-B-1;

    "D" voor cumulatie als bedoeld in artikel 3.5, of

    "E" voor toleranties als bedoeld in artikel 3.6.

  • (5) 
    Plaats en datum kunnen achterwege blijven indien de gegevens op het document zelf zijn

    aangegeven.

________________

BIJLAGE 3-E

BETREFFENDE HET VORSTENDOM ANDORRA

  • 1. 
    Producten van oorsprong uit het Vorstendom Andorra die vallen onder de hoofdstukken 25 tot en met 97 van het geharmoniseerd systeem worden door Japan aanvaard als producten van

    oorsprong uit de Europese Unie in de zin van deze overeenkomst.

  • 2. 
    Punt 1 is van toepassing mits het Vorstendom Andorra – krachtens de bij Besluit 90/680/EEG i van de Raad van 26 november 1990 betreffende het sluiten van de Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Economische Gemeenschap en het Prinsdom

    Andorra opgerichte douane-unie – op producten van oorsprong uit Japan dezelfde preferentiële tariefbehandeling toepast als die welke door de Europese Unie op dergelijke producten wordt toegepast.

  • 3. 
    Hoofdstuk 3 is van overeenkomstige toepassing voor de toepassing van deze bijlage.

________________

BIJLAGE 3-F

BETREFFENDE DE REPUBLIEK SAN MARINO

  • 1. 
    Producten van oorsprong uit de Republiek San Marino worden door Japan aanvaard als producten van oorsprong uit de Europese Unie in de zin van deze overeenkomst.
  • 2. 
    Punt 1 is van toepassing mits de Republiek San Marino – krachtens de op 16 december 1991 in Brussel ondertekende Overeenkomst tot instelling van een douane-unie en samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Republiek San Marino – op producten van oorsprong uit Japan dezelfde preferentiële tariefbehandeling toepast als die welke door de Europese Unie op dergelijke producten wordt toegepast.
  • 3. 
    Hoofdstuk 3 is van overeenkomstige toepassing voor de toepassing van deze bijlage.

________________

BIJLAGE 6

LEVENSMIDDELENADDITIEVEN

Met het oog op de uitvoering van hoofdstuk 6 erkennen de partijen het belang van transparantie en voorspelbaarheid met betrekking tot de aanvraag- en goedkeuringsprocedures voor levensmiddelenadditieven, en zij verbinden zich tot en herbevestigen het volgende:

  • 1. 
    Erkennende dat relevante richtsnoeren inzake levensmiddelenadditieven kosteloos beschikbaar zijn op een officiële website, worden de partijen aangemoedigd deze richtsnoeren beschikbaar te stellen in het Engels. Op verzoek van een partij overweegt de andere partij een specifiek richtsnoer – indien mogelijk – te vertalen in het Engels.
  • 2. 
    Elke partij beperkt de informatievereisten tot hetgeen noodzakelijk is voor de goedkeuring van een levensmiddelenadditief.
  • 3. 
    Elke partij houdt rekening met relevante internationale normen en richtsnoeren, met inbegrip van het toepassingsgebied, de definities en de beginselen ervan, alsook met de door

    internationale organen uitgevoerde risicobeoordelingen inzake levensmiddelenadditieven, enzymen, technische hulpstoffen of nutriënten, voor de goedkeuring van dergelijke levensmiddelenadditieven.

  • 4. 
    Bevestigend dat een partij ervan mag uitgaan dat de andere partij voor de goedkeuringsprocedure de normale duur in acht neemt, verbindt elke partij zich ertoe dat:
    • a) 
      het goedkeuren van levensmiddelenadditieven zonder onnodige vertraging wordt uitgevoerd en voltooid, en
    • b) 
      de normale duur van elke procedure voor de goedkeuring van een levensmiddelenadditief wordt bekendgemaakt.
  • 5. 
    In het geval van belangrijke wijzigingen van hun respectieve goedkeuringsprocedures voor levensmiddelenadditieven passen de partijen de procedures van artikel 6.11 toe.
  • 6. 
    Niets in deze bijlage kan zodanig worden uitgelegd dat het voor de partijen een beletsel vormt om hun respectieve goedkeuringsprocedures vast te stellen, te handhaven of te wijzigen in

    overeenstemming met de bepalingen van hoofdstuk 6.

  • 7. 
    Een partij kan de procedures van overleg en de geschillenbeslechting uit hoofde van hoofdstuk 21 toepassen voor aangelegenheden in verband met deze bijlage, onder voorbehoud van en in overeenstemming met de desbetreffende bepalingen van hoofdstuk 6.

________________


3.

Behandeld document

29 jun
'18
Overeenkomst tussen de Europese Unie en Japan betreffende een economisch partnerschap
LEGISLATIVE ACTS AND OTHER INSTRUMENTS

7965/18
 
 
 

4.

Meer informatie

 

5.

EU Monitor

Met de EU Monitor volgt u alle Europese dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.

De EU Monitor is ook beschikbaar in het Engels.