De ideologie van de pretsigaret

Met dank overgenomen van W.P.H.J. (René) Peters i, gepubliceerd op maandag 2 juli 2018.

”Alcohol is de meest gevaarlijke drug”, zei een tegenstander van het verbieden van (soft)drugs tegen mij. “En daar doen we toch ook niets aan. Waarom softdrugs dan verbieden?” Een doorzichtige maar onjuiste poging om het gebruik van wiet, GHB en XTC te bagataliseren, wat mij betreft. En een manier om mensen met een andere mening wegens ernstige vorm van hypocrisie monddood te maken.

Natuurlijk is alcohol slecht. En als iemand het nu zou uitvinden, zou het zeer zeker verboden worden. Niet voor niets doen we er alles aan om kinderen onder de achttien geen alcohol te schenken. En niet voor niets geven we miljoenen uit aan voorlichting, om mensen duidelijk te maken dat alcohol geen onschuldig goedje is. Voorstanders van de legalisering van wiet lijken te denken dat wiet en andere softdrugs echt ‘soft’ zijn. En relatief ongevaarlijk. Dat is niet zo.

Ik kan natuurlijk uitleggen dat Nederlandse kwekers er in geslaagd zijn de hoeveelheid werkzaame stof in hennep verschillende keren te vermenigvuldigen. Ik kan natuurlijk wijzen op de werkelijk desastreuze gevolgen van wiet, XTC en GHB op de hersenen van kinderen. Men zal niet naar me willen luisteren. “Want alcohol is veel erger.” Het zal allemaal wel. Vandaag bracht ik een werkbezoek aan een gesloten jeugdinstelling. Drugs en psychiatrische stoornissen zijn daar het grootste probleem. Waarbij die drugs de stoornis ook nog eens veel ernstiger maken.

In die instelling zitten geen cijfers of statistieken. Daar zitten ook geen debattrucs. Daar zitten kwetsbare jongeren. Jongeren van wie de ouders misschien geloofden in de ideologie van de pretsigaret. Of die van vrije denkers met een hoge opleiding hebben gehoord dat het met softdrugs allemaal wel mee valt. “Wij zijn ook jong geweest tenslotte.”

Ik weet het. Ik ken het tegenargument. Verbieden is de oplossing niet. “Want dan hebben we er helemaal geen zicht meer op.” Nog afgezien van het feit dat ook nu veel ouders niet weten wat hun kind rookt of slikt, grenzen stellen werkt. Ook bij het terugdringen van alcohol onder de achttien. Natuurlijk drinken er ook nu kinderen van zestien. Maar alle cijfers tonen aan dat dat er veel minder zijn dan tien jaar geleden. Omdat ook ouders blijkbaar dingen kunnen verbieden.

Toen ik kind was stonden bij verjaardagen de kistjes sigaren en glazen vol sigaretten op tafel. Later was het heel normaal dat een kind van zestien redelijk stevig bier mocht drinken. Tegenwoordig weten we beter. We doen er alles aan om roken te ontmoedigen en alcohol onder de achttien te verbieden. Natuurlijk weten we al lang hoe schadelijk zogenaamde soft drugs zijn. Ik maak me geen illusies. Natuurlijk gaat het niet lukken alles uit te bannen. Maar het zou helpen als we met zijn allen hardop uitspreken dat het met die drugs helemaal niet meevalt.