Mijn bijdrage aan het debat over de Voorjaarsnota - Hoofdinhoud
We leven op de top van een hoogconjunctuur. Er zijn signalen dat we deze al zijn gepasseerd. De piek in economische groei lijkt in ieder geval achter ons te liggen. De verwachte groei voor dit jaar is door het CPB met enkele tienden neerwaarts bijgesteld. De arbeidsmarkt wordt met de dag krapper. Ondernemers schreeuwen om personeel. Het lijkt voor ondernemers moeilijker dan ooit goede vakmensen en genoeg seizoenswerkers te krijgen, alhoewel kaartenbakken nog allesbehalve leeg zijn.
Maar bij al dit economische mooie weer, zijn er om ons heen ook volop neerwaartse risico’s:
-
-Allereerst de dreiging van een escalerende handelsoorlog met Trump, waarbij één ding duidelijk is. Wij als open concurrerende economie zijn kwetsbaar voor de gevolgen daarvan.
-
-Ten tweede de Brexit. Nog maar 268 dagen, maar zijn we sinds de dag van het beruchte Brexit-referendum ook maar één dag dichterbij een deal gekomen? Een Brexit zonder deal is vooral schadelijk, naast natuurlijk voor Ierland, voor ons land. Denk maar aan de vissers hier een paar kilometer verderop in de Scheveningse haven, die voor meer dan 60% afhankelijk zijn van de Britse wateren. Het kan toch niet zo zijn dat door de Brexit aan een traditie van honderden jaren vissen in Britse wateren een einde komt? Zijn we kortom voldoende voorbereid op een Brexit zonder deal?
-
-Het derde risico is natuurlijk het aangekondigde extreem expansieve begrotingsbeleid van Italië en daarmee samenhangend de structurele onevenwichtigheden in de Eurozone, die we natuurlijk niet moeten willen oplossen met een politieke unie met een eigen begroting, die klein begint en grotesk eindigt.
Hoewel we deze risico’s goed onder ogen moeten zien, gaat het ons land en heel Europa economisch onmiskenbaar voor de wind. De vraag is dan vervolgens: kopen we deze tijd goed uit? Worden schulden afgebouwd, zodat we in de magere jaren die komen weer een buffer hebben opgebouwd? Als ik kijk naar de ontwikkelingen in alleen al de Eurozone, dan ben ik er niet gerust op. De kredietcrisis lijkt opgelost met het verstrekken van meer krediet en het spotgoedkoop maken van geld. Enfin, over het beleid van de ECB heb ik me al vaker kritisch uitgelaten en ik ben opgelucht dat het onverantwoorde geldverruimingsbeleid eindelijk afgebouwd wordt. En over Italië hebben we de afgelopen maanden al vaak gesproken, maar neem nou een land als Frankrijk. Hoogconjunctuur of niet, Frankrijk houdt ternauwernood zijn tekort voor het eerst in jaren net iets onder de 3%. Het laatste overschot op de begroting dateert van 1974. 1974! Toen moest Macron nog geboren worden.
Als overheid doen we het hier in Nederland niet onaardig. Hoewel het begrotingsbeleid vrij expansief is, stevenen we weer af op een klein overschot. En als percentage van het bbp dalen we met de schuldquote hard richting precrisisniveaus. Maar gaat het wel goed met onze private schulden. Na een aanvankelijke daling stijgt de hypotheekschuld weer. Weliswaar minder snel dan voor de crisis, maar toch... De studieschulden, die stijgen ook rap. Hoe beziet de minister de private schuldenontwikkeling in de wetenschap dat laagconjunctuur wellicht niet heel ver weg is? Doen we genoeg om de private schuldenberg te verkleinen met maatregelen als het nog iets verder beperken van de hypotheekrenteaftrek, het afschaffen van het leenstelsel voor inburgeraars - om maar een actueel mooi voorbeeld te noemen - en de renteaftrekbeperking, om het wat grotere bier te noemen. En natuurlijk is de ChristenUnie positief over deze maatregelen en over het opvoeren van de strijd tegen problematische schulden en het voorkomen van deze schulden, maar de vraag die blijft is toch: zijn de afgesproken maatregelen afdoende? Verlagen we hiermee in voldoende mate de private schuldenberg, of komen we niet verder dan het vertragen van de groei hiervan?
Groningen first, dat was de inzet van de ChristenUnie bij de totstandkoming van de voorjaarsnota. En glazen kunnen altijd voller, maar ik ben blij voor de Groningers dat er in de voorjaarsnota echt voor hen is gekozen.
Met de brief van hedenochtend heeft de minister nog wat nader inzicht gegeven in de budgettaire consequenties van de gemaakte keuzes, waarvoor dank. Kort gezegd komt het erop neer dat de verminderde opbrengsten vanwege het naar nul brengen van de gaswinning in Groningen in 2030 worden opgevangen onder het door dit kabinet vastgestelde uitgavenplafond, waarbij elk ministerie in meer of mindere mate zijn bijdrage levert. De verminderde afdrachten van de NAM en de kosten van de versterkingsopgave, die nu voortvarend opgepakt gaat worden, vangen we op buiten de uitgavenkaders en lopen dus in het EMU-saldo. Deze omgang met de financiële gevolgen van het verminderen van de gaswinning, het bieden van perspectief op leefbaarheid en banen aan de Groningers en het versterken van hun huizen, vindt de ChristenUnie-fractie een goede.
Hoewel het kabinet de afgelopen maanden allesbehalve stil heeft gezeten - denk maar aan Groningen - gaan we dit najaar voor het eerst in volle omvang als Kamer wat zien van wat is afgesproken in het regeerakkoord vorig jaar oktober. Bijvoorbeeld de maatregelen, waarmee we de lasten op inkomen uit arbeid verlagen en we de lasten op consumptie en vervuiling verhogen. U begrijpt dat ik uitzie naar het omvangrijke Belastingplan en naar de begroting voor volgend jaar.
Daarbij wil ik nog één aandachtspunt aan het kabinet meegeven. De loonontwikkeling komt eindelijk op stoom, tegelijk trekt de inflatie aan. Het blijft daarmee spannend hoe de statische koopkrachtontwikkeling komend jaar er precies uit gaat zien en of deze voldoende evenwichtig zal zijn. Met het oog hierop druk ik de bewindspersonen op het hart zich in te zetten voor een evenwichtige koopkrachtontwikkeling komend jaar.