Hulp aan kwetsbaren

Met dank overgenomen van W.P.H.J. (René) Peters i, gepubliceerd op zondag 2 september 2018.

We zeggen het zo vaak. We moeten hen die onze hulp het meest nodig hebben niet in de steek laten. We zeggen het heel vaak. Maar wie bedoelen we daar dan mee? Want ik concludeer voorzichtig dat we misschien wel vinden dat echt kwetsbaren geholpen moeten worden. Maar dan toch het liefst door anderen. En niet te dicht bij ons in de buurt. Idealen zijn mooi. Maar je moet er geen last van hebben.

Echt kwetsbaren zijn meestal niet zo populair. De vluchteling die huis en haard verlaten heeft, maar de taal niet spreekt. De drugsverslaafde, de alcoholist, de psychiatrische patiënt, de ex gevangene, de eenzame zonderling van drie hoog, de dakloze. Of, helemaal erg, de pedofiel of de voormalige TBS’er. Ben ik te stellig als ik beweer dat we van deze mensen eigenlijk vooral geen last van willen hebben? En dat dat niet per se het zelfde is als helpen?

Natuurlijk zijn er uitzonderingen. Maar we weten best dat mensen zich beter voelen als ze het gevoel hebben ergens bij te horen. Dat ook zij recht hebben op een plek in onze maatschappij. Inmiddels weten we dat mensen die (tijdelijk) in de war zijn niet weggestopt moeten worden in de bossen met een hek er om heen. We weten dat vluchtelingen het beste integreren als ze betrokken worden bij de wijk waarin ze wonen. En we weten best dat mensen die hun straf hebben uitgezeten recht hebben op een tweede kans. Al is het maar omdat dat de kans op herhaling veel kleiner maakt.

We vinden dat kwetsbaren hulp nodig hebben. We leven tenslotte niet in een land vol barbaren. Daarom helpen we veel van die mensen ook. Maar geven we ze een woning in een wijk waar we zelf niet wonen. En mocht een of andere onverlaat het in zijn hoofd halen dat ook in onze wijken iets gedaan moet worden, asielzoekers opvangen bijvoorbeeld, dan komen we met alle juridische middelen in opstand. Of we kopen de betreffende panden gewoon op. Want mensen moeten geholpen worden. Maar het liefst door anderen. En niet bij mij in de buurt.

In de bijbel staan verhalen over een man die liefde voor de medemens tot vlees gemaakt heeft. Hij wás liefde. Maar dat werd niet altijd begrepen. Hij nam het op voor prostitués en belastingontvangers. Voor melaatsen, overspeligen, mensen die bezeten waren door de duivel en kinderen van de bezetter. Hij werd geboren in een stal tussen woeste herders. En stierf aan het kruis tussen misdadigers. Zelfs hen gaf hij troost. Jezus werd er bij leven niet populair door. Op zijn best keek men hem meewarig aan.

Ik weet best dat de meeste mensen geen Jezus van Nazareth zijn. Ik ben het zeer zeker niet. Maar het zou wel mooi zijn als we onze met de mond beleden idealen van hulp aan kwetsbaren, een klein beetje in daden om zouden zetten. Of er in ieder geval in het openbaar voor zouden pleiten dat de lasten (want die zijn er) een beetje beter verdeeld zouden moeten worden. Het is wel erg gemakkelijk te spreken over idealen als je weet dat anderen betalen.