Aan het werk

Met dank overgenomen van W.P.H.J. (René) Peters i, gepubliceerd op woensdag 17 oktober 2018.

“Hoera, dat verderfelijke instrument van loondispensatie gaat niet door.” Dat was een aantal weken terug de reactie van veel partijen die zich bezig houden (of horen te houden) met mensen met een zogenaamde afstand tot de arbeidsmarkt. “De staatssecretaris is over haar schaduw heen gesprongen. We zijn blij.” Een feestelijke stemming altijd prettig. Maar hopelijk niet van lange duur. Want de mensen om wie het gaat, zitten nog steeds thuis. En verder is het stil.

Over loondispensatie is veel gezegd. Veel aantoonbare onzin ook. Al heeft het geen zin om daar op terug te kijken. Loondispensatie had goede kanten. Maar bleek in de uitvoering veel te ingewikkeld te zijn. Het is dus wijs dat de staatssecretaris een andere weg is ingeslagen. Politiek gezien was dat een dapper besluit. En het maakt de feestvierende partijen op zijn minst mede verantwoordelijk voor een gedragen oplossing. Bij voorkeur eentje die wel werkt.

Ik vind het best frustrerend soms. Politici, belangengroepen, vakbonden en brancheorganisaties praten veel. En gebruiken daarbij graag grote woorden om hun mening voor het grote publiek kenbaar te maken. Daarbij het beeld oproepend dat zij wel (en anderen niet) het beste voorhebben met mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Maar ik geloof niet dat het zo werkt. Ik ga er van uit dat iedereen het het zelfde doel nastreeft. Dan moet het toch mogelijk zijn om met respect en vertrouwen het gesprek aan te gaan?

Ik geef het toe. Ik ben geen geduldig mens. En zeker niet als het gaat om zoiets belangrijks als werk en inkomen voor mensen die wat ondersteuning nodig hebben. De staatssecretaris is in gesprek met alle partijen om te komen tot een plan. Ik hoor er nog weinig van. Dat kan een goed teken zijn. Want wie in gesprek is schreeuwt tenminste niet. Binnen nu en een aantal weken ontvangt de Tweede Kamer een eerste uitwerking van de plannen. Ik ben benieuwd. Want als het ons nu niet lukt om mensen aan het werk te krijgen, dan lukt het nooit meer. Dat zou naast dood en doodzonde ook een grof schandaal zijn. Een schandaal waar we allemaal verantwoordelijk voor zijn. Misschien is de staatssecretaris niet de enige die over haar schaduw heen moet springen.