Zeker zijn van onderwijs op maat - Hoofdinhoud
Ieder kind heeft recht op passend onderwijs. En gelukkig lukt dat ook op veel plekken: kinderen met en zonder beperking of extra ondersteuningsbehoefte die het onderwijs krijgen dat bij ze past. Daarvan zie ik op werkbezoeken veel mooie voorbeelden.
Bijvoorbeeld op de school voor VSO (Voortgezet Speciaal Onderwijs) het Leo Kannercollege, waar een groot deel van de leerlingen een stoornis in het autismespectrum heeft en ik onlangs een gastles mocht geven. Een school met extra kleine klassen, veel regelmaat en een prikkelarme omgeving, en zo precies past bij wat de leerlingen nodig hebben.
Toch valt er voor veel kinderen met een extra ondersteuningsbehoefte nog een wereld te winnen.
Toch valt er voor veel kinderen met een extra ondersteuningsbehoefte nog een wereld te winnen. Veel te vaak krijg ik berichten van ouders die op school te horen krijgen dat er voor hun kind met een beperking geen plek is, dat de extra ondersteuning die hun kind nodig heeft peperduur is, of die met hun kind moeten leuren voor er geluisterd wordt. Nog steeds krijgen veel jongeren waar het over gaat, het gevoel dat erover, in plaats van met hen wordt gepraat. Bovendien zitten er duizenden kinderen langdurig thuis, zonder passend onderwijsaanbod, en zijn er nog eens duizenden kinderen met een vrijstelling.
Gisteren tijdens het debat over het passend onderwijs heb ik de minister gevraagd zich hard te maken voor een landelijke basisondersteuning.
Leren is een recht, dat geldt voor ieder kind. Daarom heb ik gisteren tijdens het debat over het passend onderwijs de minister gevraagd zich hard te maken voor een landelijke basisondersteuning, zodat alle ouders overal en altijd zeker zijn van een minimum aan ondersteuning dat scholen aan leerlingen moeten bieden. En pleitte ik voor een hoorrecht van leerlingen, zodat zij formeel het recht hebben om mee te praten. Bovendien moet de minister aan de slag om te zorgen dat thuiszitters weer een plek krijgen in het onderwijs.
Ook pleitte ik voor een hoorrecht van leerlingen.
Maar we kunnen het gesprek over passend onderwijs niet los zien van een gesprek over het lerarentekort. Juist doordat de werkdruk toeneemt, kunnen leraren kwetsbare kinderen vaak niet de aandacht geven die ze verdienen. De tekorten aan leraren in het speciaal onderwijs zijn bovendien extra groot. En niet in de laatste plaats omdat zij raar maar waar onder de cao van het primair onderwijs vallen. Dat moet en kan anders.
Daarom vroeg ik de minister er voor te zorgen dat werken in het voortgezet speciaal onderwijs net zo wordt beloond als andere banen in het voortgezet onderwijs. En daarnaast moet het verschil is salaris tussen primair en voortgezet onderwijs eindelijk worden overbrugd. Want als we echt willen zorgen dat elk kind het onderwijs krijgt dat het verdient, dan moeten we beginnen met zorgen dat elke leraar de beloning krijgt die zij of hij verdient.