Het kind centraal?

Met dank overgenomen van W.P.H.J. (René) Peters i, gepubliceerd op zaterdag 23 februari 2019.

Vroeger was dat niet zo, denk ik. Maar tegenwoordig heeft iedere school een slogan die de visie van de school in een oogopslag duidelijk moet maken. Heel vaak is dat een variant op ‘het kind centraal’, of ‘iedereen uniek’. Onderwijs gaat om kinderen. Zo vreemd lijken dergelijke slogans niet. Maar een school die pretendeert uit te gaan van het individu, creëert misschien ook een probleem.

Het schijnt dat het percentage werknemers dat kans loopt met burn out klachten uit te vallen, in het onderwijs bizar groot is. Maar niet alleen docenten vallen met enige regelmaat uit. Hetzelfde geldt inmiddels voor leerlingen. Verwachten we niet teveel van leerlingen? Als ieder uniek persoon centraal staat, zou je dat bijna gaan geloven. Alsof een kind een project is dat niet mag mislukken. En docenten daar voor moeten zorgen. Ten koste van elkaars gezondheid.

In de alledaagse schoolpraktijk lijkt het nog niet zo eenvoudig om een kind werkelijk centraal te stellen. Oké, het aantal keuzes dat een kind moet maken is de laatste jaren enorm toegenomen. (Lesroosters worden er niet overzichtelijker van.) Net als het aantal diagnoses met bijbehorende handleiding voor docenten. En de hoeveelheid informatie die per kind verzameld en nauwkeurig bijgehouden wordt lijkt exponentieel toe te nemen. Maar stellen we zo het kind centraal? Of maken we elkaar vooral het leven zuur.

In Brooklyn New York, staat de zogenaamde TEP Charter school. Die school heeft ook een slogan. ‘We love to teach’. Op het eerste gezicht staat daar de leraar en niet de leerling centraal. En misschien is dat maar goed ook. De keuzevrijheid van leerlingen is daar zeer beperkt. De roosters zijn voorspelbaar en overzichtelijk. Net als de jaarplanning. Alles wat geen lesgeven is, wordt gezien als ballast. Vergaderen doen ze nauwelijks. Ze administreren slechts het hoogst noodzakelijke.

De school trekt de beste leraren aan die er te vinden zijn. Ze betalen structureel veel meer dan reguliere scholen. Dat kan ook. Want de overhead is naar Nederlandse begrippen belachelijk klein. En docenten geven vooral les. Ze verdoen hun tijd niet met taken die wel geld kosten, maar verder niet bijzonder veel zin hebben. De directeur heeft, naast lesgeven, eigenlijk maar een taak. Er voor zorgen dat er excellent lesgegeven wordt.

Sinds Socrates, Aristoteles en Plato is de kern van goed onderwijs echt niet veranderd. Dat blijft werkelijk contact tussen leerling en leermeester. Inspireren, uitdagen, kennis delen, elkaar echt zien en op waarde schatten. Zou het zo kunnen zijn dat het centraal stellen van een kind misschien meer te maken heeft met liefde en aandacht dan met het steeds ingewikkelder maken van een organisatie? Je zou het zomaar kunnen denken.