Zorg als verdienmodel 2

Met dank overgenomen van W.P.H.J. (René) Peters i, gepubliceerd op woensdag 6 maart 2019.

Hoe snel kan een mens gelijk en tegelijkertijd ongelijk krijgen. Gisteren beweerde ik dat er veel geld aan jeugdzorg te verdienen is. Zeker zolang de overheid omzet min of meer garandeert. En dat het misschien niet zo slim is om mensen die een oplossing verkopen, zelf naar problemen te laten zoeken. Op deze manier, zo beweerde ik gisteren, is het een kwestie van tijd voor hedge funds en investeerders hun weg naar de zorg zouden vinden. Ik had gelijk en ongelijk. Het is namelijk al zo ver.

In mijn blog van gisteren noemde ik twee bedrijven bij naam. Het Regionaal Instituut Dyslexie en Opdidact. Door het plegen van enkele telefoontjes en het bekijken van wat websites, werd me snel duidelijk dat deze bedrijven flink gegroeid zijn na de zogenaamde decentralisaties. Het lijkt er zeker niet op dat gemeenten bezuinigen op deze vorm van lichte jeugdhulp.

Binnen een uur na het plaatsen van mijn blog, kwam er een reactie van ene Goof. “Karmijn Kapitaal heeft Opdidact overgenomen van Holland Venture“. En de aandeelhouder van het RID schijnt zestig procent van zijn aandelen, ter waarde van enkele miljoenen, aan de Parnassia groep te hebben verkocht. Het is de vraag of zorg een markt zou moeten zijn. Maar dit is natuurlijk erger. Zorg is een markt met een gegarandeerde afzet. Op die manier is ondernemen een makkie.

Over jeugdzorg is veel te doen. Over wachtlijsten bij zware zorg. Over gemeenten die geld te kort komen. Over de hoeveelheid uithuisplaatsingen. Over personeelstekort. Over administratieve druk en regeldrift. Over de enorme hoeveelheid hulpverleners per gezin enzovoort. Gisteren deed ik een voorspelling die al uitgekomen bleek te zijn. Vandaag doe ik een nieuwe voorspelling. Zodra gemeenten door krijgen hoe ze hun geld daadwerkelijk besteden, hebben we een heel andere discussie. De discussie die Prof. Dr. Damiaan Denys tevergeefs probeerde aan te zwengelen. “We besteden zoveel geld en energie aan zaken die eigenlijk geen zorg zijn, dat we geen geld en energie overhouden voor mensen die onze hulp echt nodig hebben.”