Mijn bijdrage aan het debat over de aankoop van aandelen Air France-KLM - Hoofdinhoud
Het waren de jaren negentig. De sociaal-democraten hadden hun derde weg gevonden, die verdacht veel leek op het ongebreidelde neoliberale, Angelsaksische kapitalisme.
Ook in Nederland, onder de paarse kabinetten (de eerste kabinetten sinds 1918 zonder confessionele partijen!) werd de publieke sector met welhaast religieus fanatisme - en voor de Europese troepen uit - verkocht aan de markt. Al in het jaar 2000 (!) keek de Volkskrant terug en schreef:
“Tot voor kort waren marktwerking en privatisering belangrijke paarse geloofsartikelen.”....
“Maar na enkele desillusies is de privatiseringsgolf duidelijk over zijn hoogtepunt heen en lijkt de overheid terug van weggeweest.”
Tegenvallende resultaten en onbedoelde effecten werden alras zichtbaar.
In die paar paarse jaren, toen het marktdenken van managementgoeroes als Gaebler en Osborne hoogtij vierde, zijn veel stappen gezet die haast onomkeerbaar zijn gebleken en die Nederland er niet perse mooier of beter op hebben gemaakt. Natuurlijk was niet elke verzelfstandiging, privatisering en marktopenstelling slecht (denk aan de telecommarkt), maar in generieke zin zijn we veel kwijtgeraakt, vooral zeggenschap. En als er iets misging, tja, dan werd nog altijd de zogenaamd verantwoordelijke bewindspersoon aangesproken, of het nou om het OV-bedrijven, de OV-chipkaart of de energiebedrijven ging. Bewindspersonen hebben hier vele uren peentjes staan zweten in vak K, terwijl in wezen de cockpit leeg was. Immers, ze waren nog slechts systeemverantwoordelijk, maar aan de knoppen zaten ze al lang niet meer.
Het waren die paarse jaren negentig dat de Nederlandse Staat het grootste deel van zijn aandelen KLM verkocht. In 2012 maakte de grote Kuiper (ik doel op Roel, niet Abraham) definitief korte metten met het religieus marktdenken. De Parlementaire Onderzoekscommissie onder zijn leiding - de eerste en tot nu toe enige in de Eerste Kamer - stelde in haar eindrapport terecht “de kernvraag of regering en parlement bij” die golf van “privatisering en verzelfstandiging alle relevante aspecten wel voldoende hadden gewogen.” De commissie wees daarbij met name op de “aandacht voor publieke belangen en de noodzaak van toezicht op markten.”
Vandaag de dag is er nog maar een énkele partij in deze Kamer die nog gelooft dat de vrije markt het antwoord is op alles. Gelukkig is Nederland bij zinnen gekomen: het bewaken van een publiek belang is een publieke taak. En áls publieke belangen al gecoördineerd worden via de markt, is er een ijzersterke marktmeester nodig die de vaak gemankeerde markt in toom houdt.
En natuurlijk, voorzitter, leven we ook in geopolitieke zin in kantelende tijden. Niet meer in een unipolaire wereld, maar in een multipolaire. Het kapitalistische model van het vrije Westen van na de Tweede Wereldoorlog met zoveel-mogelijk-vrijgemaakte-wereldhandel staat onder druk van steeds meer mercantilistisch opererende machtsblokken. Daar past een zelfbewust en assertief opererende Nederlandse overheid bij, die zijn publieke belangen borgt en cruciale sectoren beschermt.
En ja, dat mag best gepaard gaan met een beetje chauvinisme, met een gezond oranjegevoel. De tijd dat D66-minister Brinkhorst Arie Slob geringschattend uitmaakte voor iemand met ongezonde oranjegevoelens - dat deed hij ongeveer 14 jaar geleden in het debat over de liberalisering en splitsing van onze toen nog Nederlandse energiebedrijven - die tijd is echt passé!
Het is vanuit deze grotere verhalen dat ik de stap van minister Hoekstra om een groter belang te nemen in de holding AirFrance-KLM, vandaag kenschets als een historische stap.
De Minister van Financiën heeft aangegeven dat het kabinet deze stap heeft gezet “om het publieke belang te borgen.” Maar hij en de Minister van Infrastructuur beperken zich daarna tot de - overigens terechte! - zorg om internationale bestemmingen te behouden vanaf Schiphol. Dat netwerk van bestemmingen is belangrijk voor het ondernemersklimaat en daarmee voor onze economie en werkgelegenheid. Maar er zijn ook andere publieke belangen die we niet uit het oog moeten verliezen. Het belang van rust, een schoon milieu en welzijn voor de omwonenden van Schiphol. Heeft het kabinet deze belangen ook meegewogen? Hoe gaat het kabinet zijn toegenomen invloed inzetten om ook deze belangen te borgen?
De luchtvaart is, naast belangrijk voor onze economie, nog steeds één van de meest vervuilende sectoren. Hoe rijmt het kabinet deze investering met haar streven naar een duurzame samenleving voor onze kinderen en kleinkinderen? Wat gaat deze staatsaankoop betekenen voor de ontwikkeling van de luchtvaart in Nederland en hoe past zij in de luchtvaartvisie waar Minister van Nieuwenhuizen later dit jaar mee naar buiten komt?
De stap die de Nederlandse overheid heeft gezet, geeft aan dat deze overheid niet onmachtig is als het erom gaat het Nederlandse bedrijfsleven te steunen en te schragen. In het regeerakkoord wordt ook die richting gekozen. Zo wordt er gewerkt aan een langere bedenktijd voor beursgenoteerde bedrijven bij vijandige overnames. En blijkbaar is het kopen van een aandeel ook niet langer taboe!
Was dit een eenmalige opwelling? Of mogen we nog meer verwachten van deze kooplustige minister van Financiën? Biedt dit reden om op een andere manier naar het overheidshandelen ten aanzien van andere vitale infrastructuren te kijken, zoals de post en ons 5G-netwerk? En gaan we, net als Frankrijk, ook de mogelijkheid invoeren voor een loyaliteitsgewicht bij stemrecht voor aandeelhouders die het lange termijn perspectief voor ogen hebben ?
Dit alles afwegende moeten we blijven streven naar een duurzame toekomst waarin het terugdringen van korte vluchten, en het stimuleren van andere vormen van vervoer en innovatie in de luchtvaart centraal staan. Maar ik moet toegeven dat bij mij op dit moment het positieve gevoel overheerst dat de unieke positie van Schiphol als single-terminal airport, het KLM-blauw en het wereldwijde netwerk aan bestemmingen langer en steviger geborgd zijn en zo deel van onze collectieve identiteit zullen blijven.