Verordening 2019/515 - Onderlinge erkenning van goederen die in een andere lidstaat rechtmatig in de handel zijn gebracht - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
Inhoudsopgave
officiële titel
Verordening (EU) 2019/515 van het Europees Parlement en de Raad van 19 maart 2019 betreffende de wederzijdse erkenning van goederen die in een andere lidstaat rechtmatig in de handel zijn gebracht en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 764/2008 (Voor de EER relevante tekst.)officiële Engelstalige titel
Regulation (EU) 2019/515 of the European Parliament and of the Council of 19 March 2019 on the mutual recognition of goods lawfully marketed in another Member State and repealing Regulation (EC) No 764/2008 (Text with EEA relevance.)Rechtsinstrument | Verordening |
---|---|
Wetgevingsnummer | Verordening 2019/515 |
Origineel voorstel | COM(2017)796 |
Celex-nummer i | 32019R0515 |
Document | 19-03-2019; datum van ondertekening |
---|---|
Bekendmaking in Publicatieblad | 29-03-2019; PB L 91 p. 1-18 |
Ondertekening | 19-03-2019 |
Inwerkingtreding | 18-04-2019; in werking datum publicatie +20 zie art 17 19-04-2020; Toepassing zie art 17 |
Deadline | 20-04-2025; zie zie 14.1 |
Einde geldigheid | 31-12-9999 |
29.3.2019 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 91/1 |
VERORDENING (EU) 2019/515 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD
van 19 maart 2019
betreffende de wederzijdse erkenning van goederen die in een andere lidstaat rechtmatig in de handel zijn gebracht en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 764/2008
(Voor de EER relevante tekst)
HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 114,
Gezien het voorstel van de Europese Commissie,
Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,
Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité (1),
Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure (2),
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
De interne markt omvat een ruimte zonder binnengrenzen waarin het vrije verkeer van goederen is gewaarborgd volgens de Verdragen. Kwantitatieve invoerbeperkingen en alle maatregelen met hetzelfde effect zijn tussen de lidstaten verboden. Dit verbod betreft elke nationale maatregel die de handel in goederen binnen de Unie direct of indirect, feitelijk of potentieel kan belemmeren. Het vrije verkeer van goederen binnen de interne markt wordt gewaarborgd door de harmonisatie van regels op Unieniveau waarbij gemeenschappelijke voorschriften worden vastgesteld voor het in de handel brengen van bepaalde goederen. Het vrije verkeer van goederen of van aspecten van goederen die niet volledig onder de harmonisatieregels van de Unie vallen, wordt gewaarborgd door de toepassing van het beginsel van wederzijdse erkenning, zoals omschreven door het Hof van Justitie van de Europese Unie. |
(2) |
Een goed functionerend beginsel van wederzijdse erkenning is een essentiële aanvulling op harmonisatie van regels op Unieniveau, met name wanneer er rekening mee wordt gehouden dat veel goederen zowel geharmoniseerde als niet-geharmoniseerde aspecten hebben. |
(3) |
Wanneer de wetgeving voor goederen of bepaalde aspecten van goederen niet op Unieniveau geharmoniseerd is, is het mogelijk dat de bevoegde autoriteiten van een lidstaat onrechtmatige belemmeringen voor het vrij verkeer van goederen tussen lidstaten opwerpen door op goederen die in een andere lidstaat rechtmatig in de handel zijn gebracht, nationale voorschriften toe te passen, bijvoorbeeld technische vereisten met betrekking tot aanduiding, vorm, omvang, gewicht, samenstelling, aanbiedingsvorm, etikettering of verpakking. De toepassing van dergelijke voorschriften op goederen die in een andere lidstaat rechtmatig in de handel zijn gebracht, kan in strijd zijn met de artikelen 34 en 36 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU), ook al zijn die voorschriften zonder onderscheid van toepassing op alle goederen. |
(4) |
Het beginsel van wederzijdse erkenning vloeit voort uit de rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie. Volgens dit beginsel kunnen lidstaten de verkoop op hun grondgebied van goederen die in een andere lidstaat rechtmatig in de handel zijn gebracht, niet verbieden, zelfs niet indien die goederen, met inbegrip van de goederen die niet door een fabricageproces zijn verkregen, overeenkomstig andere technische voorschriften zijn geproduceerd. Het beginsel van wederzijdse erkenning is echter niet absoluut. De lidstaten kunnen beperkingen instellen tegen het in de handel brengen van goederen die in een andere lidstaat rechtmatig in de handel zijn gebracht wanneer dergelijke beperkingen gerechtvaardigd zijn op basis van de in artikel 36 VWEU genoemde gronden of op grond van andere dwingende redenen van openbaar belang die zijn erkend in de rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie met betrekking tot het vrij verkeer van goederen, en wanneer deze beperkingen in verhouding staan tot het nagestreefde doel. Deze verordening legt de verplichting op... |
Lees meer
Deze wettekst is overgenomen van EUR-Lex.
Dit dossier wordt iedere nacht automatisch samengesteld op basis van bovenstaande dossiers. Hierbij is aan de technische programmering veel zorg besteed. Een garantie op de juistheid van de gebruikte bronnen en het samengestelde resultaat kan echter niet worden gegeven.
Van deze pagina bestaat een uitgebreide versie met de juridische context, de Europese rechtsgrond, een overzicht van verwante dossiers, de betrokken zaken van het Europees Hof van Justitie en tot slot een overzicht van relevante raadplegingen.
De uitgebreide versie is beschikbaar voor betalende gebruikers van de EU Monitor van PDC Informatie Architectuur.
Met de EU Monitor volgt u alle Europese dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.
De EU Monitor is ook beschikbaar in het Engels.