Miljarden EU-geld voor wapenindustrie is waanzin - Hoofdinhoud
In de praktijk gaat het om de belangen van het grote Europese militaire bedrijfsleven. Met dit fonds worden zij van ruime subsidies voorzien. Het is een cadeau aan de wapenindustrie dat ten koste gaat van onderwijs, sociale huisvesting en energiebesparende infrastructuur. Iedere euro kan immers maar een keer uitgegeven worden. De politieke en militaire dreiging die daar bovenop van deze bewapeningspolitiek uitgaat ten opzichte van andere machtsblokken, met name Rusland, mag ook niet onderschat worden.
De meeste politieke partijen in Nederland zijn voorstander van het subsidiëren van het Europese bedrijfsleven maar dan vooral als een gecamoufleerde poging om meer uit te geven aan de NAVO. Immers, de Amerikaanse president beveelt ons per tweet: betalen!
Een paar Nederlandse politieke partijen spreken zich zelfs openlijk uit voor een zelfstandige Europese krijgsmacht. Er zijn in de kantoren van de Europese Commissie ook zeker plannen in die richting. Het gaat om een stap voor stap benadering die uiteindelijk kan leiden tot een zelfstandige militaire EU. Hoewel de meeste partijen in woord zeggen geen voorstander te zijn van een Europees leger, omarmen ze gewillig de salamitactiek toegepast door de Europese commissie waarmee we een Europees leger in gerommeld kunnen worden.
De zeggenschap over de beslissingen van dit beleid, dat uiteindelijk gaat over leven en dood, komt verder af te staan van de nationale regeringen van iedere lidstaat. Het is een regelrechte aantasting van de nationale soevereiniteit. De ontwikkeling in de EU gaat naar een superstaat, met een sterke wapenindustrie en plannen op eigen krijgsmachtdelen. De discussie over de koers van de EU zou echter moeten gaan over samenwerking op het terrein van sociale veiligheid. Terwijl Europeanen langer moeten doorwerken, er gekort wordt op zorg en andere sociale uitgaven en de ongelijkheid groeit, is er wel geld voor het militaire bedrijfsleven. Zou daar werkelijk een meerderheid van de Europeanen voorstander van zijn? Wij denken van niet.
Dit artikel verscheen op 30 april in het AD.