In goed vertrouwen?

Met dank overgenomen van W.P.H.J. (René) Peters i, gepubliceerd op vrijdag 10 mei 2019.

Dat veel gemeenten geld te kort komen als het gaat om het bieden van hulp aan kinderen is algemeen bekend. Minister Hugo de Jonge heeft daar, zoals beloofd, ook onderzoek naar gedaan. Enkele conclusies zijn duidelijk. Steeds meer kinderen krijgen hulp. En gemeenten komen steeds meer geld te kort. Wat er precies met het geld gedaan wordt, weet niemand. En dat is eigenlijk best schokkend. Ik ga er drie blogjes over schrijven. Dit is nummer 2.

Veel gemeenten hebben honderden aanbieders voor jeugdzorg gecontracteerd. Dat zijn er zo veel dat ik niet geloof dat alle aanbieders goed in beeld zijn. De meesten deugen. Daarover geen misverstand. Maar deugen ze allemaal? Dat is maar zeer de vraag. We weten het in ieder geval niet zeker. Onder druk van financiële tegenvallers tuigen gemeenten wel een steeds ingewikkelder verantwoordingssystematiek aan de achterkant op. Dat kost tijd, geld en energie. Spannen we het paard zo niet achter de wagen? Waarom bijna blind vertrouwen aan de voorkant en strenge controle aan de achterkant? Andersom lijkt me een stuk verstandiger.

Bij het gunnen van een contract kunnen gemeenten eisen stellen aan aanbieders. Ik heb verschillende inkopers en adviseurs gebeld. Zowel binnen gemeenten als daarbuiten. Het krijgen van een contract met een gemeente gaat vaak wel heel erg gemakkelijk. Van echte controle aan de voorkant is meestal geen sprake. Ik begrijp het. Het is een enorme klus. Maar wie vraagt bij alle aanbieders de namen, en registratienummers op van psychologen die in dienst zijn? Of blijken ze niet in dienst maar op afroep bereikbaar? Of zijn ze nog in opleiding? Wie controleert of personeel gediplomeerd is? Wie gaat na of zorgbedrijven hun belasting hebben betaald? Wie vraagt kwaliteitskeurmerken? Wie vraagt waarom iemand die zich specialist in autisme noemt tot vorig jaar specialist in arbeidstoeleiding was?

Natuurlijk is het goed om meer bedrijven of instellingen een contract aan te bieden. Innovatie en een beetje concurrentie kunnen zeker geen kwaad. Maar wel alleen bedrijven die deugen graag. Vertrouwen is goed. Maar controle aan de voorkant is beter. Het voorkomt in ieder geval veel bureaucratie aan de achterkant. En waarschijnlijk levert het een aardige besparing op ook.