Slapeloze nachten

Met dank overgenomen van W.P.H.J. (René) Peters i, gepubliceerd op dinsdag 14 mei 2019.

Werkbezoeken zijn altijd nuttig. Het is goed om in de praktijk te leren hoe de theorie uitwerkt. Dat doe je niet door alleen te spreken met bestuurders en directeuren. Maar vooral door te praten met mensen op de werkvloer. En met mensen die van goed functionerende professionals afhankelijk zijn. Verhalen van mensen raken me meestal. Soms zetten ze je aan het denken. Ook omdat er geen pasklare oplossingen zijn voor reële problemen. Zoals deze week. Een gesprek met een jeugdbeschermer die haarfijn uitlegt waarom zijn beroep mooi is, maar ook erg zwaar kan zijn.

“Slapeloze nachten kun je er aan over houden. Zeker ook als hulpverlener in de jeugdzorg of als jeugdbeschermer. Natuurlijk werken we met het belangrijkste in het leven van mensen. En uiteraard doen ouders alles waarvan ze denken dat het in het belang is van hun kinderen. Maar in een enkel geval loopt het echt uit de hand. Ben je dag en nacht bezig met het schrijven van het zoveelste verweerschrift, en dan komt er wéér een mailtje binnen. Het zestigste van deze week.”

“Dat ouders de mogelijkheid hebben om te klagen wanneer ze het gevoel hebben dat wij ons werk niet goed doen, dat is meer dan terecht. Want soms gaan er dingen ook niet goed. Helder dat we dan met de billen bloot moeten. En ook gaan. Het is belangrijk dat ouders en kinderen ook juridisch goed worden beschermd. De vraag is wel of we niet een beetje doorslaan wat betreft het aantal mogelijke klachten en beroepsprocedures. Het komt voor dat ik tot twee jaar na een incident nog bezig ben met de nasleep daarvan.”

“Helemaal erg wordt het als ouders met naam en toenaam onwaarheden over je verspreiden op het internet. Dat is niet alleen beschadigend. Als je niet uitkijkt gaat het je leven beheersen. Dan levert het echt slapeloze nachten op. Natuurlijk krijg je steun van je organisatie. Maar uiteindelijk sta je er alleen voor. En heb je juridisch vaak geen poot om op te staan. Er is veel te doen over ouders die zich slecht geholpen voelen door instellingen. Dat is terecht. Maar er is weinig aandacht voor jeugdwerkers die te maken krijgen met intimidatie, eindeloze procedures en lastering op Facebook. En dat vind ik dan weer niet terecht.”

“Uiteindelijk willen ouders en professionals het zelfde. Dat kinderen veilig en gezond opgroeien. Daar hoort bij dat wij ons werk goed kunnen doen. Niet voor niets is het verloop redelijk groot en is het best moeilijk om aan goed personeel te komen. Jeugdbescherming kan en moet slagen maken. Het beeld is anders. Maar het is de bedoeling dat kinderen thuis opgroeien. Daar moeten we samen met ouders soms keihard voor aan de slag. Het liefst doen we dat in uiterste harmonie. Meestal lukt dat ook wel. We moeten er over nadenken wat we kunnen doen wanneer dat niet lukt. Hoe beschermen we en de rechten van ouders en de professionaliteit van professionals. Daar is nog een slag te maken.”