Onbekend maakt onbemind: Euroverkiezingen lijden onder matige kiezersinteresse - Hoofdinhoud
De verkiezingen voor het Europese Parlement hebben voor de negende keer op rij te lijden onder een gebrek aan belangstelling onder Nederlandse kiezers. Alleen al daarom kan aan de uitslag nauwelijks nationale betekenis worden gehecht. Zelfs niet aan de verrassende overwinning van Frans Timmermans. In 2021 kan alles weer anders zijn.
‘Heeft iemand voor morgenochtend een goed stemadvies? Niet alleen de partij, maar ook de persoon? Ik weet het werkelijk niet zo goed…’ Aan de vooravond van de dag van de verkiezingen voor het Europese Parlement, woensdagavond, meldde zich via de vaste app-groep een kiezer-die-het-spoor-bijster-was. Nee, het was geen politiek groentje of blindganger. Het was iemand die ook beroepsmatig maatschappelijke ontwikkelingen op de voet volgt. Dat zo iemand om hulp vraagt, vond ik veelzeggend. Nog sprekender waren de reacties die volgden. Er was één helder stemadvies - voor een Europarlementariër die zich de afgelopen jaren bewezen had. De meesten wisten het niet, bleken nationale trendvolgers of kondigden blindelings aan te gaan doen wat ze altijd al deden. Weer anderen kondigden aan thuis te blijven.
Vergis ik me of laat zich die mini-peiling ook aflezen aan de Nederlandse uitslag van de negende verkiezingen voor het Europese Parlement? Onbekend maakt onbemind. Weer heeft meer dan de helft van de Nederlandse kiezers het laten afweten. Vermoedelijk is onder de thuisblijvers de euroscepsis royaal aanwezig. Alleen al daarom klinken juichkreten over de overwinning van het pro-Europa kamp een tikkeltje schril. Alsof men de eigen twijfel wil overschreeuwen.
Wie bekend was, had een streepje voor. Dat heeft Frans Timmersmans laten zien. Ondanks schouderophalen slaagde hij er, ook als sociaal-democratische ‘Spitzenkandidat’, in zijn persoonlijke bekendheid, betrokkenheid en te verzilveren. Hij heeft knap en verrassend de pro-Europa stem binnen Nederland aan zich weten te binden. Maar zijn onverwachte winst is zo persoonsgebonden [‘Timmermanseffect’] dat de PvdA aan het Binnenhof zich beter maar niet rijk kan rekenen.
Andere partijen leden min meer of mindere mate onder de onbekendheid van hun kandidaten voor het Europarlement. In kleine kring hebben Europarlementariërs als Esther de Lange i [CDA], Sophie in ’t Veld i [D66] en Judith Sargentini i [GL] een goede naam. Maar om een of andere manier slagen ze niet door de barrière van onzichtbaarheid heen te breken.
Omdat de meeste Nederlandse kiezers niet warmlopen voor Europese verkiezingen - dat mag je, ondanks een iets hogere opkomst, na negen keer toch wel zeggen? - is de betekenis voor de nationale krachtsverhoudingen beperkt. Aan het Binnenhof kan men er weinig mee. Dat Wilders i’ PVV en Marijnissens i SP zijn weggevaagd zegt niets over de Tweede Kamerverkiezingen van uiterlijk 2021. Net zo min als Asschers PvdA zich rijk kan rekenen, is het te kort-door-de-bocht om te beweren dat Mark Rutte i zijn glans verloren heeft. Evenmin als Jesse Klaver i.
De opkomst - voor de Tweede Kamer komen gewoonlijk twee keer zo veel kiezers hun huis uit - maakt een te groot verschil om steekhoudende voorspellingen te kunnen doen. Te meer waar politieke stemmingsbeelden zelden zo grillig zijn geweest. De winnaar van gisteren is de verliezer van morgen. Wie het provinciaal in maart nog goed deed, was moest er Europees in mei hard voor knokken. Uitslagen zijn onvoorspelbaarder dan ooit. Nietwaar, Frans?
Vertroebeld door de lage opkomst, tekenen zich wel patronen in de grillige kiezersgunst af. De gestage teruggang van het CDA is doorgegaan. Dat D66 de prestatie van vijf jaar geleden niet zo evenaren, was te verwachten. De VVD houdt zich, ook na zo veel jaren regeren met Rutte, goed staande. Forum voor Democratie heeft, ondanks het gedoe, toch maar een forse slag gemaakt. En - misschien wel het belangrijkste resultaat - de versplintering gaat door.
Maar ook die uitkomsten zijn niet in beton gebeiteld. Alleen al een nieuw gezicht doet wonderen. Een ‘new kid on the block’ kan het verschil maken. Vraag maar aan Jan Peter Balkenende i, Diederik Samsom en Jesse Klaver.
Sinds ettelijke jaren - teruggaand tot de jaren ’90 - zijn de Nederlandse kiezers steeds minder honkvast. Ze wisselen gemakkelijker van partij, stemmen veel meer op personen dan op partijen. Of blijven thuis.
Toch nog eens vragen wat die zoekende kiezer uit het app-groepje donderdag heeft gedaan.