Foute zorgbureaus

Met dank overgenomen van W.P.H.J. (René) Peters i, gepubliceerd op maandag 27 mei 2019.

De Twentse gemeenten gaan versneld extra opsporingsambtenaren inzetten om ‘foute’ zorgbureaus op te sporen. Uit onderzoek blijkt dat dat er vermoedelijk veel meer zijn dan gedacht. Dat schrijft Tubantia. “Bij 64 van de 300 gecontracteerde partijen heerst er ernstige twijfel. Bij slechts 20% blijkt alles in orde.”

Ik schreef er al eerder over. Veel gemeenten hebben contracten met honderd, tweehonderd of nog meer jeugdhulpaanbieders. Het is voor gemeenten vrijwel onmogelijk om die aanbieders goed in beeld te hebben. Vaak wordt aan de voorkant ook niet serieus gecontroleerd of de aanbieders wel echt voldoen aan de gestelde eisen. Aan de voorkant is het vertrouwen groot. Aan de achterkant is de vraag om verantwoording van tijd en geld vaak ook erg groot. In mijn denken kan dat beter andersom.

Het zal niet zo zijn dat alle 64 bedrijven waarbij twijfel is niet deugen. En dat geldt zeker niet voor 80% van de bedrijven waar niet alles op orde is. Maar het lijkt me verstandig niet naïef te zijn. Persoonlijk ben ik er sowieso geen voorstander van om honderden bedrijven te contracteren. Maar als dat dan toch moet, dan is het wel fijn om zeker te weten dat het deugdelijke bedrijven zijn. Zeer veel gemeenten werken met dezelfde ‘Open House’ financiering. Daarom heb ik de volgende vragen aan de minister gesteld:

Vragen van het lid Peters (CDA) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de extra inzet van Twentse gemeenten om foute zorgbureaus op te sporen

  • 1. 
    Bent u bekend met het stoplichtmodel dat het samenwerkingsverband van 12 Twentse gemeenten gebruikt om foute zorgbureaus op te sporen? 1)
  • 2. 
    Wat is uw reactie op het feit dat er bij maar liefst 64 van de ruim 300 gecontracteerde bureaus ernstige twijfels zijn over werkwijze en integriteit? En deze partijen dus ‘rood’ kleuren.
  • 3. 
    Wat is uw reactie op het feit dat slechts bij 20% van alle gecontracteerde bureaus alles in orde bleek?
  • 4. 
    Welke conclusies trekt de minister met deze wetenschap over het belang van controle vooraf?
  • 5. 
    Klopt het dat in het samenwerkingsverband van de 12 Twentse gemeenten gebruik wordt gemaakt van ‘open house financiering’ waarbij honderden aanbieders zonder heldere controle vooraf aan het werk mochten?
  • 6. 
    Ziet u een (mogelijk) verband tussen het hanteren van ‘open house financiering’ en een verhoogd risico op een hoger percentage foute zorgbureaus?
  • 7. 
    Deelt u de observatie dat honderden zorgaanbieders die oplossingen verkopen op deze manier blijkbaar ongehinderd problemen mogen zoeken om geld aan te verdienen?
  • 8. 
    Deelt u de mening dat controle vooraf beter is dan controleren op de komma achteraf? Zo niet, waarom niet?
  • 9. 
    Bent u bereid om bijvoorbeeld met de VNG en gemeentelijke samenwerkingsverbanden in gesprek te gaan met als doel controle te verbeteren. Zeker wanneer gebruik gemaakt wordt van ‘open house financiering’? Zo niet, waarom niet?
  • 1) 
    Tubantia, “Extra inzet opsporing van foute zorgbureaus”, 24 mei 2019