Jeugdzorg debat

Met dank overgenomen van W.P.H.J. (René) Peters i, gepubliceerd op donderdag 6 juni 2019.

Bijdrage CDA aan het debat over de jeugdzorg van 5 juni 2019

De meeste gemeenten komen geld tekort voor de jeugdhulp. De VNG publiceerde op 8 mei een open brief waarin de gemeenten meer geld eisen. Volgens de VNG heeft het rijk ten onrechte € 450 miljoen bezuinigd sinds 2015. Daarnaast doen meer jeugdigen en ouders een beroep op hulp. Het pleidooi voor meer geld wordt gesteund door Jeugdzorg Nederland en door de FNV. Veel hulpverleningsinstellingen kampen met financiële problemen. Er zijn tekorten aan plaatsen voor kinderen die specifieke behandeling nodig hebben. De werkdruk is op sommige plaatsen in de jeugdhulp zo hoog, dat medewerkers vertrekken of dat het verzuim omhoog gaat.

Voorzitter,

Het CDA is het ermee eens dat er op dit moment extra geld nodig is om de knelpunten aan te pakken. En dat geld komt er nu. Maar de discussie over meer geld is de verkeerde discussie. We moeten praten over de oorzaken van het alsmaar stijgende aantal jeugdigen in de professionele jeugdhulp. Er zijn gemeenten waar een op de zes kinderen professionele hulp nodig lijken te hebben om gezond volwassen te worden. Dat kan gewoon niet war zijn. Die oorzaken liggen volgens mij in steeds hogere verwachtingen van de overheid en de professionele jeugdhulp. Het pad waarin een kind zich moet ontwikkelen wordt steeds nauwer, alsof ieder kind dat zijn eigen manier en eigen tempo volgt ‘iets’ ‘heeft’. Hetzelfde geldt voor de eisen die de overheid en de instanties stellen aan de opvoeding. Alsof de overheid en professionele jeugdhulp alles kunnen beheersen en oplossen. Zonder geld kan het niet, maar alleen nuchterheid en bescheidenheid kunnen de jeugdhulp redden.

Voorzitter,

De gemeente heeft volgens de Jeugdwet een zorgplicht, maar nergens staat waar die plicht ophoudt. Volgens de Memorie van Toelichting gaat de wet over alle problemen met opvoeden en opgroeien, ook lichte problemen. Daarmee kan de zorgplicht van de gemeente tot in het oneindige worden uitgebreid. Dat kost veel geld, maar wat erger is: de gemeente wordt de opvoed-opzichter. Dat kan de gemeente helemaal niet waarmaken en dat kan volgens ook niet de bedoeling zijn. Er moet worden ingegrepen in de wet. De wet moet vertellen welke ondersteuning de gemeente wel en niet moet betalen en de wet moet de gemeente meer grip geven op de toegang.

Graag een reactie van de minister

Voorzitter,

De meeste gemeenten dachten in 2015 dat ze geld zouden besparen door de professionele hulp uit te breiden naar lichte vragen over opvoeden en opgroeien en door naast de traditionele hulp ook te gaan betalen voor een scala aan activiteiten tot en met paardentherapie, kindercoaching, mindfulness, huiswerkbegeleiding plus en buitenschoolse opvang plus. Allemaal nuttig werk. Allemaal gedaan door mensen met hart voor de zaak. Maar het is geen specialistische zorg. En gemeenten krijgen er geen middelen voor. Inmiddels is het tijd voor nuchterheid. Als je doet wat je deed en je breidt het gratis aanbod uit, dan kost dat meer geld. Meer professionele hulp voor lichte problemen is geen preventie en geen eigen verantwoordelijkheid, maar zelfoverschatting van de gemeente.

Graag een reactie van de minister.

Hoe ziet de minister in het licht van bovenstaande de zogenaamde ‘open house’ financiering waarbij gemeenten letterlijk honderden aanbieders contracteren? Is de minister het met het CDA eens dat het moeilijk is daar als gemeente nog enige sturing aan te geven. En dat het risico’s met zich mee brengt wanneer je 400 partijen die oplossingen verkopen zelfstandig naar problemen laat zoeken? Kan de minister in dit kader het belang van een goede screening van bedrijven vooraf benadrukken?

Voorzitter,

Ook zonder verandering in de Jeugdwet kan iedere gemeente al veel doen door grenzen te stellen aan wat de gemeente wil betalen bij vragen over opvoeden en opgroeien. Een toegang waar ook wordt geselecteerd op prioriteit is daarbij noodzakelijk. De gemeente kan hierover met de inwoners gaan praten. Als de inwoners heel veel jeugdhulp willen, zijn ze dan ook bereid daarvoor meer gemeentelijke belasting te betalen? Ik voorspel dat de meeste inwoners jeugdhulp belangrijk vinden, maar wel met nuchtere en duidelijke grenzen.

Voorzitter,

Een echte optimist zegt niet dat alles goed gaat. Maar weet wel dat niet alles verkeerd gaat. Er is over de jeugdzorg veel te zeggen. Maar er zijn wijkteams. Instanties en instellingen doen pogingen om samen te werken. Hier en daar wordt steeds beter gewerkt met integrale gezinsplannen. Enz. Dat is goed. En dat mag, ne moet, ook gezegd worden.

Maar voorzitter,

Er gaat ook veel nog niet goed. En, hoewel verbeteringen hier en daar echt wel zichtbaar zijn, duurt me dat veel en veel te lang. We praten veel over geld. En dat was het wel zo’n beetje.

Voorzitter,

Ruim een miljard euro komt de komende jaren beschikbaar. Dat is mooi. Maar kan de minister aangeven hoe er voor gezorgd wordt dat dit geld terecht komt bij kinderen met grote problemen en niet bij BSO+ Mindfulness, Paardentherapie of kindercoaching? Daarom de volgende motie. (Mede ondertekend door de Christen Unie, D66 en de PVV.)

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de Jeugdwet zo ruim omschreven is dat vrijwel elk probleem er onder zou kunnen vallen,

overwegende dat dit betekent dat gemeenten de jeugdwet zo ruim kunnen interpreteren dat vrijwel alle ‘oplossingen’ door de gemeente vergoed kunnen worden,

constaterende dat als gevolg daarvan meerdere gemeenten zaken vergoeden zoals kindercoaching, paardentherapie, BSO-plus en huiswerkbegeleiding-plus, terwijl zij daar geen financiële middelen voor krijgen,

verzoekt de minister te verduidelijken tot hoe ver de zorgplicht van de gemeente reikt door helder te maken welke zorgsoorten gemeenten moeten inkopen en welke zorgsoorten door gemeenten ingekocht mogen worden, en de Kamer hierover voor de begrotingbehandeling voor 2020 te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

Peters, Voordewind, Raemakers, Agema