Vragen over salafistische jongerenwerkers

Met dank overgenomen van W.P.H.J. (René) Peters i, gepubliceerd op donderdag 18 juli 2019.

Natuurlijk ben ik niet naïef. En hoe vaak het voorkomt weten we niet. En ik ben blij dat de AIVD dergelijke figuren goed in de gaten houdt. Toch schrik ik wel van het bericht dat salafistische jongerenwerkers in Den Haag actief zijn en informatie delen met radicaliserende jongeren. Daarom heb ik samen met Judith Tielen van de VVD de volgende vragen gesteld.

Vragen van de leden Peters (CDA) en Tielen (VVD) aan de ministers Hugo de Jonge van VWS en Sander Dekker voor Rechtsbescherming n.a.v. het bericht ‘Salafistische jongerenwerkers actief in Den Haag’ in het Algemeen Dagblad

  • 1) 
    Zijn de ministers op de hoogte van bovengenoemd artikel waarin staat dat in de Haagse wijken Transvaal en de Schilderswijk salafistische jongerenwerkers actief zijn?
  • 2) 
    Klopt de weergave in het bericht dat een jongerenwerker op dringend advies van de opsporingsdiensten heeft moeten stoppen met zijn werk als jongerenwerker omdat zijn handelen gevaarlijk werd?
  • 3) 
    Hoe is gewaarborgd dat de betreffende man is gestopt met zijn gevaarlijke activiteiten?
  • 4) 
    Op welke wijze en door wie is beoordeeld of de betreffende man zich schuldig maakte aan het ‘ronselen’ van jongeren voor salafistische organisaties? Wat was hiervan de conclusie en welke consequentie heeft dit gehad?
  • 5) 
    Klopt het bericht dat salafistische jongerenwerkers informatie uit deradicaliseringsprogramma’s doorspelen aan radicaliserende jongeren? Zo ja, op welke schaal vindt dit plaats?
  • 6) 
    Wat doen de ministers om te voorkomen dat dergelijke informatie ‘op straat ligt’ en bij de verkeerde mensen terecht komt?
  • 7) 
    Op basis van welke signalen wordt beoordeeld of het hier een lokaal incident betreft of dat salafistische moslims op grotere schaal en in andere gemeenten infiltreren in het jongerenwerk? Wat is daarvan de conclusie?
  • 8) 
    Zijn de ministers bereid om op korte termijn een inventarisatie te laten doen om de risico’s op salafistische beïnvloeding door jongerenwerkers in kaart te brengen in andere wijken in andere steden? Zo ja, op welke termijn kan de Kamer hierover geïnformeerd worden? Zo nee, waarom niet?
  • 9) 
    Zijn de ministers het met het CDA en de VVD eens dat het van het grootste belang is voor de veiligheid in de wijken dat jongerenwerkers de jeugd op geen enkele manier kunnen ‘vergiftigen’ met radicale denkbeelden? Wat doen de ministers om dergelijke vergiftigingspraktijken te voorkomen?

Bron: AD