Dropping of slaapmiddel?

Met dank overgenomen van W.P.H.J. (René) Peters i, gepubliceerd op dinsdag 23 juli 2019.

Een wonderlijke voorpagina vandaag van het AD. Tenminste dat vind ik. “Vanavond doen we dropping”. En: “5% van de tieners slikt al een slaapmiddel.” Twee losstaande artikelen die niks met elkaar te maken hebben. Of toch? Zijn wij een land vol keiharde zonderlingen die hun kinderen midden in de nacht letterlijk het bos in sturen? Of toch een volkje dat, wanneer een puber niet direct in slaap valt, naar de drogist of apotheek toe rent?

De ophef over het fenomeen dropping is ontstaan omdat de New York Times er verwonderd verslag van doet. Dat vinden wij grappig. Want een dropping hoort er gewoon bij. “Het is een traditie zoals schaatsen en Sinterklaas.” Zo’n dropping is echt zo bijzonder niet. Een flink stuk lopen in de nacht door het bos verlegt je grenzen. En het is leuk en gezellig. Natuurlijk is het vermoeiend. Maar dat hoort ook zo. In de woorden van Stijn uit het verhaal in de New York Times: “Het laat me zien dat ik moet doorgaan, doorlopen, ook als het zwaar wordt.”

Volgens Amerikanen zijn wij een stoer volkje dat kinderen leert hun problemen zelf aan te pakken. Toch slikt volgens het AD vijf procent van onze tieners een slaapmiddel (melatonine) om in slaap te komen. Ik geloof best dat een enkel kind een werkelijke slaapstoornis heeft. Maar een op de twintig? Volgens onderzoekers is dat niet zonder risico. Want we weten niet wat het effect van melatonine op de lange termijn is. En bij verkeerd gebruik werkt het middel zelfs averechts. Als je kind slecht slaapt is het volgens ‘slaapprofessor’ Eus van Someren dan ook beter om naar alternatieven te zoeken.

Zo vreemd is het niet dat pubers soms slecht in slaap komen. Hun dag- en nachtritme schijnt van nature al te veranderen. Bovendien zitten ze vaak tot ‘s avonds laat achter de TV, tablet of computer en nemen ze hun telefoon vaak mee naar bed. Volgens Van Someren is het beter om die prikkels voor het slapengaan achterwege te laten. En Rust, Reinheid en Regelmaat helpen ook om lekker te kunnen slapen. Bovendien is een nachtje slecht slapen geen probleem. Dat zeggen wetenschappers. En dat weet Stijn uit het verhaal over de dropping. “Gewoon doorgaan. Ook als het zwaar wordt.” De volgende nacht op normale tijd naar bed en de meesten vallen zo in slaap.