En wat doen wij?

Met dank overgenomen van W.P.H.J. (René) Peters i, gepubliceerd op donderdag 29 augustus 2019.

Wij mensen zijn er goed in. Met het grootste gemak leggen we de vinger op de zere plek, benoemen we wat er fout gaat en geven aan wat er veranderen moet. Vooral zolang we kunnen wijzen naar een ander. Moeilijker wordt het, zodra we ons eigen gedrag moeten aanpassen om de bestaande problemen op te lossen. Want dat kan de bedoeling toch niet zijn.

Wie weet het nog? Ook een aantal jaren geleden maakten sociaal bewogen mensen zich druk om de grote verschillen tussen rijk en arm in ons land. Daar moest iets aan gedaan worden. Maar toen duidelijk werd wat de effecten van bijvoorbeeld een inkomensafhankelijke zorgpremie voor de eigen portemonnaie zouden zijn, was het met de grote idealen rap gedaan.

We maken ons (terecht) boos over slechte werkomstandigheden bij de bol.coms van deze wereld. Maar we eisen wel dat pakketjes die vandaag besteld worden, morgen in huis zijn. Zonder verzendkosten uiteraard. We willen goed vlees. En eisen in toenemende mate dat er goed met milieu en dier wordt omgegaan. Maar er voor betalen willen we eigenlijk niet. En dus worden de kosten van onze idealen op de boeren afgewenteld.

We zeggen dat we ons zorgen maken om het milieu. Maar minder consumeren willen we niet. En met het vliegtuig op vakantie gaan zien velen van ons niet eens meer als een extreme luxe. “Je wilt je kinderen toch een brede kijk op de wereld bieden. En samen herinneringen opbouwen.”

De menselijke geest werkt op een bijzondere manier. Gisteren werd duidelijk dat onze hoofdstad verworden is tot een walhalla van drugsdealers. En dat de overheid de strijd tegen criminelen feitelijk al verloren heeft. Met alle ontwrichtende effecten voor vooral kwetsbare jongeren. Vreselijk.

Dat de Amsterdamse ellende overal voorkomt is duidelijk. Dat Brabantse burgemeesters al ruim een decennium aandacht vragen voor ondermijning van de rechtsstaat, de bedreiging van boeren en het uithollen van onze democratie weten we al lang. Dat dat deels komt door onze eigen sociale en liberale overtuigingen willen we niet weten.

Lang leve mijn lol en individuele vrijheid, betekent meer dan eens ellende voor een ander. Handhaven en aanspreken vinden we niet fijn. We laten ons niet graag aanspreken. Dronken, zich misdragende studentes pakken we te hard aan vinden we. Snelheidscontroles kondigen we op de radio aan. En wie hardop blijft zeggen dat drugs voor grote groepen mensen niks dan ellende brengt, is toch een beetje een wereldvreemde zonderling.

Nu het rapport over narco-stad Amsterdam is uitgekomen, klinkt de roep om overheidsingrijpen luid en duidelijk. Goed zo zou ik zeggen. Maar laten we vooral naar onszelf kijken. Normaliseren en romantisering van drugs doen we allemaal. Geen betere vestigingsvoorwaarde voor drugscriminelen. Liberale opvattingen in combinatie met een hartgrondige afkeer van handhaving, daar zijn we aan gehecht. De rest krijgen we er gratis bij.