Belachelijk hoge coördinatiekosten

Met dank overgenomen van W.P.H.J. (René) Peters i, gepubliceerd op dinsdag 24 september 2019.

30% van het budget voor jeugdzorg gaat op aan coördinatiekosten. Dat blijkt uit onderzoek van Berenschot. Ik ben niet verrast. Maar dat is knap veel. En veel te veel wat mij betreft. Kosten zijn er altijd, maar dit loopt uit de hand. Er is veel te winnen door terug te gaan naar de basis, goed af te stemmen, niet per gemeente het wiel opnieuw uit te vinden en niet zoveel ‘nieuws’ te verzinnen.

Iedere euro zorggeld die niet naar de zorg gaat, is in principe verlies. Voor iedere euro onderwijsgeld die niet naar de klas gaat, geldt dat ook. Ook in het onderwijs (en eigenlijk overal) blijkt dat er steeds meer geld nodig is om dingen goed te coördineren. Toch lijkt het er op dat het percentage bij de jeugdzorg wel erg hoog is.

Iedere gemeente vraagt van instellingen de uitgegeven centen te verantwoorden. Dat is normaal en dat is goed. Maar iedere gemeente lijkt de zelfde dingen op een andere manier te vragen. Er zijn wel standaarden afgesproken. Maar gemeenten geven daar hun eigen draai aan. In het regeerakkoord zijn hier afspraken over gemaakt. Want dit kost instellingen onnodig veel tijd. Wat gaat de minister doen om gemeenten er toe te bewegen te doen wat afgesproken is?

In het regeerakkoord is ook afgesproken dat gemeenten moeten samenwerken om dubbelingen in werk en onnodige versnippering tegen te gaan. Uit het onderzoek (en eigen observaties) blijkt dat samenwerkingsverbanden onder druk van tekorten toch uit elkaar dreigen te vallen. Met de minister is afgesproken dat hij dat desnoods met ingrijpen voorkomt. Wat gaat de minister doen om onnodige versnippering en dus nog meer coördinatiekosten tegen te gaan?

Een ander lastig punt is het punt van de inkoop. Europees aanbesteden is lastig en duur. Niemand hoeft de minister en mezelf er van te overtuigen dat dat ook anders moet kunnen. Minister de Jonge zet stappen om inkoop van zorg eenvoudiger te maken. Hoe staat het daarmee? Ook is er veel meer mogelijk dan gemeenten vaak denken. Welke voorlichting geeft de minister aan gemeenten om die kennis onder de aandacht te brengen.

Iedereen heeft een gruwelijke hekel aan onnodige regels. Het ministerie ook. Sinds 2016 loopt er een programma om administratieve lasten aan te pakken. Er worden landelijke schrapdagen georganiseerd om te kijken welke regels overbodig zijn. Hoe staat het daarmee? Wat zijn de opbrengsten? Hoe worden die gedeeld en overal ingevoerd? Kan daar wellicht meer regie op worden gevoerd?

Voor aanbieders (en ouders) is het vaak lastig om te bepalen welke gemeente verantwoordelijk is voor het betalen van welke factuur. Stel een kind wordt geholpen op een plek buiten de regio, bij oma bijvoorbeeld, omdat het niet langer thuis kan wonen. Welke gemeente is dan verantwoordelijk? En hoe zit het met verhuizingen? En met echtscheidingen? Enzovoort. Ik weet dat hier snel duidelijkheid over komt. Wanneer precies? En hoe zorgt de minister er voor dat dat ook doordringt bij alle belanghebbenden?

Voor mij is het helder. En gelukkig voor het regeerakkoord ook. Regionale samenwerking en afstemming zijn van levensbelang om de torenhoge administratieve kosten een beetje binnen de perken te houden. Dat gaat minder vlot dan gedacht. Het lijkt soms zelfs de verkeerde kant op te gaan. De hamvraag is natuurlijk, wat gaan we doen om het tij te keren? Wat doet de minister? Wat kan de VNG? Ik zie vooralsnog niets in nieuwe regels of maatregelen om coördinatiekosten te verminderen. Maar het is hoognodig dat we ons aan de gemaakte afspraken gaan houden.

Nee, als een verrassing komt dit nieuws niet. Bovenstaande en andere vragen stel ik aan de minister. En we komen er snel en indringend over te spreken. Want dit kan natuurlijk niet. Wordt vervolgd.