Overzicht op financiën

Met dank overgenomen van W.P.H.J. (René) Peters i, gepubliceerd op woensdag 9 oktober 2019.

Ik heb het me wel eens hardop afgevraagd. Hoeveel mensen hebben eigenlijk een bewindvoerder nodig, alleen al om grip te krijgen op de inkomenskant van hun financiën? Het inkomen van mensen kan bestaan uit belachelijk veel componenten. Van toeslagen tot kindgebonden budget, van inkomen uit werk tot individuele bijzondere bijstand, van kinderbijslag tot gemeentelijke voorzieningen. Noem maar op. En geld uit al die potjes komt op een willekeurig moment op je bankrekening. Maandelijks, per kwartaal, achteraf of een maal per jaar, enzovoort. Er is voor een leek geen peil op te trekken.

Het komt meer dan eens voor dat bij iemand de huur niet afgeschreven kan worden, omdat op dat specifieke moment niet genoeg geld op de rekening stond. Geld er een paar dagen later gewoon zou zijn. Mensen komen daardoor in de problemen. Ze moeten schuiven met betalingen. En op zich is dat toch vreemd wanneer er maandelijks in principe geld genoeg zou moeten zijn. Kan dat nou niet anders zou je zeggen. Ja dat kan. En zo moeilijk hoeft dat niet te zijn.

Tot voor kort voorzag ik al helemaal geen probleem. Als ik kan internetbankieren, dan kan de overheid internetbankieren. Gewoon even afspreken dat iedere instantie zijn geld overmaakt op de eerste van de maand om acht uur ’s avonds. Een burger kan dan (eventueel met hulp) zelf achter de computer kruipen en zijn vaste lasten om negen uur ’s avonds af laten schrijven. Geen verrassingen meer. Het is op die manier helder hoeveel geld er aan de boodschappen besteed kan worden. Maar zo simpel blijkt het nu ook weer niet te zijn.

Waar een burger met een gemiddelde intelligentie toe in staat moet zijn, krijgt de overheid niet voor elkaar. Betalingsverkeer versimpelen blijkt een majeure operatie. Maar geen nood, gemeenten kunnen helpen. En er zijn al gemeenten die dat doen. Voor een gemeente is het vrij simpel te berekenen hoeveel geld een burger per maand vrij te besteden heeft. Dat zijn alle inkomsten minus de vaste lasten. Het enige wat de gemeente zou moeten doen is ‘tussenrekening’ te openen waarop alle inkomsten binnenkomen en gebundeld op een vast moment van de maand aan de burger worden uitbetaald. Desgewenst kunnen vanuit deze rekening ook alle vaste lasten worden betaald. Moeilijker hoeft het niet te zijn.

Morgen spreekt de Tweede Kamer over schulden en armoede. Tijdens dit debat vraag ik de staatssecretaris om bovenstaande initiatieven van gemeenten een steuntje in de rug te geven. Ik vraag om goed te onderzoeken wat werkt en wat niet werkt. En gemeenten daar waar nodig met raad en daad te ondersteunen. Eenvoudige en goede initiatieven kunnen landelijk worden uitgerold, zodat burgers niet langer de dupe zijn van een overheid die het veel en veel te ingewikkeld en onoverzichtelijk heeft gemaakt.