Wel de voordelen, niet de nadelen?

Met dank overgenomen van W.P.H.J. (René) Peters i, gepubliceerd op zondag 10 november 2019.

Volgens de wetten van de logica is iets juist of onjuist. En kan iets niet tegelijkertijd juist en onjuist zijn. Een chauffeur kan naar links of naar rechts sturen. Maar nooit naar beide kanten tegelijk. Dat dit hinderlijk kan zijn, bleek maar weer tijdens twee bijeenkomsten die ik de afgelopen week bij mocht wonen. Welk systeem we ook kiezen, we willen de voordelen en niet de nadelen. Hoe begrijpelijk ook, dat gaat helaas niet.

”Werken loont voor mij niet”, was een van de meest gehoorde klachten tijdens de bijeenkomst ‘Kansen en grenzen van lokaal armoedebeleid’ in Utrecht. En dat klopt voor veel mensen ook. Wie in de bijstand zit verdient 70% van het wettelijk minimumweekloon. En heeft recht op toeslagen en gemeentelijke ondersteuning. Als een bijstandsgerechtigde gaat werken, dan moet hij al meer dan 28 klokuren gaan werken om er op papier een euro op vooruit te gaan. Maar dan met het levensgrote risico om toeslagen en gemeentelijke ondersteuning (gedeeltelijk) kwijt te raken.

Natuurlijk vinden we dat werk moet lonen. Maar we vinden ook niet dat we rijke mensen rijker moeten maken. We vinden met andere woorden dat “de sterkste schouders de zwaarste lasten moeten dragen.” Niet iedereen heeft recht op ondersteuning via de belastingdienst of de gemeente. En dat is maar goed ook. Maar ook deze medaille heeft een keerzijde. Wie meer gaat verdienen, krijgt minder ondersteuning. En kan er dus in inkomen op achteruitgaan. Dat noemen we de armoedeval. En die armoedeval zorgt er voor dat werken in veel gevallen inderdaad niet loont.

Vrijdag was ik bij de presentatie van het onderzoek “Armoede in Nederland”, in de Rotterdamse Pauluskerk. Duidelijk werd dat de overheid niet goed inspeelde op de noden van mensen. En dat meer ‘maatwerk’ hard nodig was. Werken vanuit rechtmatigheid is mooi, maar wie alleen kijkt naar rechtmatigheid, doet mensen tekort. De ene mens is de andere niet natuurlijk. En de situatie van ieder mens is net een beetje anders. De overheid moet daar rekening mee houden.

“Maar”, gaf een ander aan, “het is natuurlijk niet de bedoeling dat een mens afhankelijk wordt van de grillen van een ambtenaar. En het kan niet zo zijn dat mensen in Tilburg hulp krijgen waar ze in Rotterdam geen recht op hebben. Kunnen we niet precies omschrijven op welk maatwerk een mens in welke situatie recht heeft?” Het waren mooie discussies. Maar het werd heel helder. Wie alleen mensen met weinig geld wil ondersteunen (en rijken niet), zorgt er voor dat werken niet in alle gevallen loont. En wie er voor wil zorgen dat iedereen krijgt waar hij recht op heeft, maakt maatwerk onmogelijk. Het is niet anders.