Twee mooie moties

Met dank overgenomen van W.P.H.J. (René) Peters i, gepubliceerd op dinsdag 3 december 2019.

Tijdens de begrotingsbehandeling van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, heb ik twee moties ingediend. Allebei samen met Jasper van Dijk. Een over de mogelijkheid tot het kwijtschelden van alle door de overheid gecreëerde en oninbare verhogingen op schulden. En een over de effecten van de kostendelersnorm. Beide moties werden door de staatssecretaris ontraden. Dat wil zeggen dat ze hoopte dat ze niet zouden worden aangenomen. Maar ze zijn wel aangenomen. En ik ben daar blij mee.

Een motie verandert de wereld niet. Dat weten we allemaal. Toch zijn deze moties niet zonder betekenis. Het feit dat ontraden zijn, maar toch zijn aangenomen, wil in ieder geval zeggen dat een meerderheid van de Tweede Kamer van mening is dat er iets veranderen moet. Ik heb de staatssecretaris gevraagd schriftelijk te reageren en uit te leggen op welke manier deze moties uitgevoerd gaan worden. Er worden veel moties ingediend. Van de meeste hoor je nooit meer iets. Dat gaat bij deze moties niet gebeuren.

motie over onderzoek uitvoering uitzonderingsjaar

De Kamer, gehoord de beraadslaging,

constaterende, dat de overheid de grootste schuldeiser is en dat deze schulden nog eens worden verhoogd door een opéénstapeling van boetes;

constaterende, dat deze schulden door deze opéénstapeling van boetes na enkele jaren zo hoog zijn geworden, dat ze feitelijk oninbaar zijn;

van oordeel, dat schuldenaren onder voorwaarden gebruik moeten kunnen maken van een ‘uitzonderingsjaar’, waarin alle door de overheid gecreëerde en oninbare verhogingen worden kwijtgescholden;

verzoekt de regering te onderzoeken hoe en met welke consequenties invoering van een uitzonderingsjaar mogelijk is en de Kamer hierover voor de zomer van 2020 te rapporteren,

en gaat over tot de orde van de dag.

Peters

Jasper van Dijk

motie over onderzoek effecten kostendelersnorm

De Kamer, gehoord de beraadslaging,

Constaterende dat het aantal daklozen stijgt;

constaterende, dat het aantal jong volwassenen zonder vaste woon- of verblijfplaats stijgt;

constaterende dat het in huis nemen van of samen wonen met mensen door de kostendelersnorm binnen de Participatiewet een negatief effect op het inkomen heeft;

constaterende dat er geen onderzoek gedaan is naar de effecten van de kostendelersnorm binnen de Participatiewet;

van oordeel dat dakloosheid een onrecht is dat niet zou mogen bestaan;

verzoekt de regering onderzoek te doen naar de effecten van de kostendelersnorm op de huisvesting van mensen en de Kamer voor de zomer te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

Peters

Jasper van Dijk