Symboolwetgeving: De Europese Unie in de Nederlandse Grondwet - Hoofdinhoud
Anders dan in de Grondwet van enkele andere lidstaten1) komt in de Nederlandse Grondwet het woord ‘Europa’ niet voor. Wel staan er allerlei bepalingen in over de bevordering van de ontwikkeling van de internationale rechtsorde, hoe verdragen moeten worden goedgekeurd en de rangorde daarvan ten opzichte van nationale wetgeving en over de bevoegdheden van volkenrechtelijke organisaties. De Tweede Kamerleden Verhoeven i en Jetten i, beiden D66-ers, namen het initiatief een wetsvoorstel2) aanhangig te maken waarin het lidmaatschap van de Europese Unie in de Grondwet wordt verankerd. Dat betekent dat voor een eventueel Nexit een wijziging van de Grondwet nodig is.
Het oorspronkelijke voorstel
Het voorstel van de heren hield niet alleen de toevoeging ‘Het Koninkrijk is lid van de Europese Unie’ in artikel 90 i in, maar bevatte ook een aantal procedurele regels over het opzeggen van het lidmaatschap en de parlementaire betrokkenheid bij Europese besluitvorming.
De Raad van State – die advies over het voorstel uitbracht – vindt het begrijpelijk het EU-lidmaatschap in de Grondwet op te nemen, maar acht de procedurele regels voor het opzeggen niet nodig: immers, als Nederland uit de Unie wil stappen zal sowieso de Grondwet gewijzigd moeten worden. Ook de grondwettelijke regels over de parlementaire betrokkenheid zijn volgens de Raad van State niet nodig omdat in de Grondwet al geregeld is dat de regering het parlement informatie moet verschaffen. Die verplichting is volgens de Raad van State bovendien nader uitgewerkt in afspraken tussen regering en Kamers.
Tenslotte adviseerde de Raad van State het lidmaatschap van de EU niet op te nemen in artikel 90, maar na de artikelen 91 tot en met 95 over de buitenlandse betrekkingen. Daarin worden namelijk regels gesteld over de totstandkoming, goedkeuring en werking van verdragen en de overdracht van bevoegdheden aan volkenrechtelijke organisaties. Het zou volgens de Afdeling advisering dan passender zijn de specifieke bepaling over het lidmaatschap van de EU te plaatsen aan het slot van deze bepalingen.
Wijziging na advies Raad van State
De initiatiefnemers namen het advies over.3) Het voorstel houdt nu alleen in dat na artikel 95 i een nieuw artikel wordt toegevoegd
Artikel 95a
-
1.Het Koninkrijk is lid van de Europese Unie.
-
2.De wet regelt de betrokkenheid van de Staten-Generaal bij besluitvorming van de Europese Unie over wetgeving en verdragen.
Dit voorstel ligt nu in eerste lezing te wachten op behandeling in de Tweede Kamer.
Lange voorgeschiedenis
In het verleden zijn er verscheiden pogingen geweest om het Nederlandse EU-lidmaatschap in de Grondwet te verankeren. Zo diende in 2000 het Eerste Kamerlid Erik Jurgens i (PvdA i) een motie4) in waarin de regering werd verzocht om het lidmaatschap van Nederland van de Europese Unie in de Grondwet te erkennen, en om regels te formuleren voor de implementatie van EU-besluiten in de Nederlandse wetgeving. Hoewel de motie in hetzelfde jaar werd aangenomen, heeft het niet tot concrete wijzigingen geleid.
In 2006 kwam het Tweede Kamerlid Kees van der Staaij i (SGP i) met het initiatiefvoorstel "Twee derden meerderheid van stemmen voor goedkeuring EU-verdragen i". Het voorstel betrof een wijziging van de Grondwet waarmee zou worden geregeld dat de goedkeuring en wijziging van EU-verdragen moeten plaatsvinden met een tweederde meerderheid van stemmen in beide Kamers der Staten-Generaal. Toen – en ook nu - was gewone meerderheid toereikend. Dit voorstel is in april 2019 door de Eerste Kamer verworpen.
Symboolwetgeving
Is het nodig dat het lidmaatschap van de Europese Unie in de Grondwet wordt vastgelegd? Dat is de vraag, zeker al als we zien hoeveel moeite het het Verenigd Koninkrijk kost uit de Europese Unie te stappen, zelfs zonder een constitutionele bepaling dat het Verenigd Koninkrijk lid is van de Europese Unie. Ook hoeft de Europese Unie geen eindstation te zijn: wat in 1951 als EGKS werd ingesteld, werd via EEG en EG een Unie, en kan later misschien wel de Verenigde Staten van Europa worden. Daar is dan een grondwetswijziging voor nodig. En waarom komt er wel in de Grondwet dat Nederland lid is van de Europese Unie en niet van bijvoorbeeld de Benelux, NAVO, of van de VN? Daarmee lijkt het voorstel van de heren Verhoeven en Jetten, beiden lid van het pro-Europese D66, vooral symboolwetgeving.
Careljan Rotteveel Mansveld is projectmanager bij PDC en in die functie verantwoordelijk voor de constitutionele projecten van het Montesquieu Instituut.
1)Duitsland, Frankrijk, België, Italië, Oostenrijk, Zweden, Finland, Letland, Ierland, Portugal, Malta, Cyprus, Slowakije, Kroatië, Hongarije, Roemenië en Bulgarije.
-
2)TK 35202 (R2126), nr. 1 en 2
3)TK 35202 (R2126), nr. 5 en 6
4)EK 26200 VI, nr, 65, nr 37b