Motie Nicolaï c.s. over de bevoegdheid tot het op aanvraag kunnen verstrekken van een conformiteitsverklaring - Aanvulling en wijziging van de Omgevingswet, intrekking van enkele wetten over de fysieke leefomgeving, wijziging van andere wetten en regeling van overgangsrecht voor de invoering van de Omgevingswet (Invoeringswet Omgevingswet) - Hoofdinhoud
Deze motie i is onder nr. Y toegevoegd aan wetsvoorstel 34986 - Invoeringswet Omgevingswet i.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Aanvulling en wijziging van de Omgevingswet, intrekking van enkele wetten over de fysieke leefomgeving, wijziging van andere wetten en regeling van overgangsrecht voor de invoering van de Omgevingswet (Invoeringswet Omgevingswet); Motie van het lid Nicolaï c.s. over de bevoegdheid tot het op aanvraag kunnen verstrekken van een conformiteitsverklaring |
---|---|
Documentdatum | 29-01-2020 |
Publicatiedatum | 29-01-2020 |
Nummer | KST34986Y |
Kenmerk | 34986, nr. Y |
Externe link | origineel bericht |
Originele document in PDF |
Eerste Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2019-2020
34 986 |
Aanvulling en wijziging van de Omgevingswet, intrekking van enkele wetten over de fysieke leefomgeving, wijziging van andere wetten en regeling van overgangsrecht voor de invoering van de Omgevingswet (Invoeringswet Omgevingswet) |
Y |
MOTIE VAN HET LID NICOLAÏ C.S. Voorgesteld 28 januari 2020 De Kamer, gehoord de beraadslaging, overwegende, dat de Raad van State heeft geadviseerd om in de Omgevingswet een bevoegdheid op te nemen tot het op aanvraag kunnen verstrekken van een conformiteitsverklaring die aangeeft dat een bouwplan voldoet aan de wettelijke regels indien dat plan zal worden uitgevoerd in een gebied waar geen wettelijke verplichting geldt voor het bouwen met vergunning; overwegende, dat de regering heeft aangegeven dat de door de Raad van State bedoelde regeling niet nodig is; verzoekt de regering, haar oordeel over dit punt uit het advies van de Raad van State in heroverweging te nemen als uit rechtspraak na inwerkingtreding van de Omgevingswet blijkt dat het aanvragen van een bouwvergunning in zo'n geval niet leidt tot een voor beroep vatbare beschikking, en gaat over tot de orde van de dag. Nicolaï Koffeman Teunissen Kluit Nooren |
kst-34986-Y ISSN 0921 - 7371 's-Gravenhage 2020 |
Eerste Kamer, vergaderjaar 2019-2020, 34 986, Y |