Waar ligt de grens?

Met dank overgenomen van J.S. (Joël) Voordewind i, gepubliceerd op vrijdag 14 februari 2020, 23:25.

Twee dagen lang debatteerde de Tweede Kamer over CETA, het handelsverdrag met Canada. Voorafgaand aan het debat heb ik in een blog het dilemma dat we als ChristenUnie zien, zo helder mogelijk proberen te beschrijven. Nu, na het debat, wil ik u opnieuw meenemen in onze afwegingen.

Het debat liet een diepe polarisatie zien. Voorstanders zijn enthousiast vóór, tegenstanders zijn héél erg tegen. Veel aandacht ging naar onze fractie uit en onze middenpositie.

Ik schreef in het eerder aangehaalde blog al dat u van de ChristenUnie misschien wel nooit een ‘ja’ of ‘nee’ over CETA zult horen zonder daar kanttekeningen en nuances bij te maken. CETA kent zowel voor- als nadelen en het is eerlijk om die allemaal serieus nemen, in plaats van alléén de voordelen of alléén de nadelen weer te geven.

In het debat hebben we scherpe vragen gesteld over voedselveiligheid, dierenwelzijn, over omgang met de schepping, over gelijke kansen voor Nederlandse boeren en de kringlooplandbouw.

Maar we hebben ook de voordelen benoemd: handel kan leiden tot duurzame en inclusieve groei, levert banen op, biedt grote kansen voor vooral ook kleine en middelgrote bedrijven. Een derde van wat er in Nederland verdiend wordt, komt door handel met het buitenland.

CETA heeft dus voor- en nadelen. Misschien zegt u dan: bij twijfel, niet oversteken. Een logische reactie, zeker als het om beleid gaat dat alleen Nederland betreft: dan wil je soms een echt góede wet of anders géén wet. Omdat we toch ook een wél goede wet kunt maken?

Maar voor een handelsverdrag is dat ingewikkelder. Een handelsverdrag is altíjd een compromis. Een compromis van Nederland, Canada, maar ook van nog zesentwintig andere Europese landen, aan wie we verbonden zijn en waar goederen gewoon van het ene naar het andere land kunnen worden vervoerd.

Compromis

CETA is een compromis. Een op sommige punten lelijk compromis, gelet op de punten die ik eerder beschreef. En een compromis hóef je niet te accepteren, je kunt ook tegen zijn. Op die manier hebben we ons deze week dan ook héél duidelijk tegen Mercosur (een nog veel dramatischer handelsverdrag waar nu over wordt gesproken met Zuid-Amerikaanse landen).

Maar CETA zit ‘op het randje’. Eigenlijk is de afweging die de ChristenUnie deze week moest maken dan ook het beste als volgt kort samen te vatten: als we het hebben over handelsverdragen, leggen we de grens dan net vóór, of net ná CETA? En het antwoord op die vraag, hing af van de waarborgen die we deze week van het kabinet zouden krijgen.

Waarborgen

Ik som de voorwaarden van de ChristenUnie nog even op, zoals we ze in het debat hebben ingebracht. We vragen van het kabinet en van Brussel:

  • 1. 
    Géén landbouwproducten uit Canada die niet zijn voorzien van een certificaat dat er geen in Europa verboden pesticiden zijn gebruikt. Hierdoor is etikettering mogelijk.
  • 2. 
    Extra Europese waarnemers die in Canada bedrijfsbezoeken uitvoeren om te controleren of de productiewijze aan onze Europese normen voldoet als het gaat om in de EU verboden hormoonvlees.
  • 3. 
    Uitbreiding van de Nederlandse douanecapaciteit om de importcontrole uit Canada aan te scherpen.
  • 4. 
    Geen afzwakking, maar juist een versterking en versnelling van de omslag die we in Nederland maken naar kringlooplandbouw en de bereidheid van het kabinet om daar extra geld voor uit te trekken.
  • 5. 
    De garantie dat de quota die zijn gesteld voor rund- en varkensvlees niet worden aangepast.
  • 6. 
    De garantie dat het systeem van geschillenbeslechting geen beperking betekent van de vrijheid van Nederland om eigen beleid te maken. Dat we eigen wetten kunnen blijven maken, zelfs als die ook Canadese bedrijven nadelig raken, zonder dat er schadeclaims betaald moeten worden.
  • 7. 
    En, los van CETA, een toezegging dat het kabinet ons voorstel voor een ‘bodemwet’ voor internationaal maatschappelijk verantwoord als een van de dwingende maatregelen overneemt, als deze zomer uit de evaluatie blijkt dat het niet goed gaat met de uitvoering van de internationale standaarden die gelden voor arbeidsomstandigheden, dierenwelzijn en milieu.

In normaal taalgebruik komt het hier op neer: kunnen we de kringlooplandbouw - duurzaam, natuurinclusief - versterken? Kunnen we de producten en de productiewijze van wat er in de Nederlandse schappen ligt serieus controleren? Kunnen we ervoor zorgen dat we in de wereld zoveel mogelijk stappen in de goede richting zetten als het gaat om voedselveiligheid, arbeidsvoorwaarden, dierenwelzijn en omgang met de schepping?

Belangrijke resultaten

Onze vragen zijn vergaand, de waarborgen die we hebben geëist stevig. Het kabinet heeft daarop toezeggingen gedaan en ook de Europese Commissie heeft officieel laten weten aan de slag te gaan met de zorgen van de ChristenUnie. Vanavond nog ontvingen we een brief van minister Kaag en eentje van eurocommissaris Hogan - waar we op aangedrongen hebben - waarin de toezeggingen zijn opgesomd.

Binnen twee maanden komt er een omschakelingsfonds voor boeren die de omslag naar kringlooplandbouw willen maken, met voldoende geld.

Onze eigen standaarden zijn gegarandeerd en we hebben zwart-op-wit van ‘Brussel’ dat werk wordt gemaakt van verscherpt Europees toezicht ín Canada. Bovendien wordt ook onze eigen douane versterkt.

En - niet direct gekoppeld aan CETA, maar wel belangrijk - afhankelijk van de uitkomsten van de evaluatie van het handelsbeleid, wordt het ChristenUnie-voorstel voor een bodemwet voor arbeidsomstandigheden, dierenwelzijn en milieu door het kabinet meegenomen in het pakket van dwingende maatregelen.

Waar ligt de grens?

CETA is en blijft een compromis met betere en slechtere onderdelen.

Maar dat compromis, dat is wel hetgeen waar je uiteindelijk ‘ja’ of ‘nee’ op moet zeggen.

Dan maak ik de balans op en dan is het misschien met de hakken over de sloot, maar dan is het ook in de overtuiging dat nu aan onze voorwaarden is voldaan, het ‘goed genoeg’ is. Niet meer en niet minder.

Ik stelde eerder in deze blog al de vraag: waar ligt de grens? Na het debat van deze week zeg ik: direct na CETA. Een verdrag dat verder gaat dan dit verdrag, kan niet op de steun van de ChristenUnie rekenen. Mercosur: tegen. CETA: met de na- én voordelen helder voor ogen en een aantal belangrijke resultaten voor boeren, dieren, milieu en veiligheid op zak: voor.