Deel jeugdhulp voor eigen rekening

Met dank overgenomen van W.P.H.J. (René) Peters i, gepubliceerd op zaterdag 22 februari 2020.

Arnhemmers die een beroep doen op jeugdzorg, moeten onderdelen daarvan voortaan zelf betalen of andere oplossingen voor hun problemen zoeken. Dat schrijft de Gelderlander. “Zo ligt er een plan om huiswerkbegeleiding en weerbaarheids- en faalangstreductietrainingen niet meer te vergoeden.” De vraag naar jeugdhulp is oneindig. En de middelen zijn dat niet. Er moeten dus keuzes worden gemaakt. Chapeau voor de wethouder die dit gesprek aangaat.

Je kunt als gemeenteraad natuurlijk besluiten om de definitie van jeugdhulp waarvoor de gemeente verantwoordelijk is bijna oneindig op te rekken. Je kunt daarnaast besluiten om de toegang tot die hulp vrijwel drempelloos te maken. Wanneer je daarnaast maximale marktwerking toestaat, dan moet je niet klagen dat de kosten voor de jeugdzorg ook om deze redenen de pan uit rijzen. En dit is precies wat veel gemeenten hebben gedaan. Met alle goede bedoelingen. Maar ook met alle gevolgen van dien.

De gemeente Arnhem heeft meer voorstellen. Logeeropvang voor kinderen met als doel ouders even op adem te laten komen, zou voortaan via het eigen netwerk (familie) moeten worden georganiseerd. En niet meer door commerciële partijen. Allerlei therapieën, te denken valt aan dans- drama- of muziektherapie zouden niet meer worden vergoed. En lichte opvoedondersteuning zou voortaan door wijkcoaches en niet door gespecialiseerde jeugdzorgaanbieders moeten worden verzorgd.

Er zal vast een boel gedoe over komen. En misschien maakt de gemeenteraad van Arnhem hele andere keuzes. Maar gesprekken zoals wethouder de Vroome (D66) aangaat, zijn niet alleen dapper. Ze zijn ook broodnodig. De vraag naar jeugdhulp is letterlijk oneindig. De middelen zijn dat niet. De genoemde zorgsoorten zijn nooit in de geschiedenis, waar ook op aarde, een taak van de overheid geweest. En in Nederland voor de decentralisaties zeker ook niet. Er moeten dus keuzes worden gemaakt. Ik ken de man niet. Maar chapeau voor wethouder de Vroome die dit gesprek aangaat.