EU, weersta de chantage en laat de Turkse acties gepaard gaan met consequenties

Met dank overgenomen van J.S. (Joël) Voordewind i, gepubliceerd op vrijdag 6 maart 2020, 14:23.

Laat Nederland binnen de EU en de NAVO duidelijk maken dat Turkse acties in Syrië die schadelijk zijn voor Europese veiligheid, consequenties moeten hebben voor Turkije.

Nu Turkije door eigen toedoen in de Syrische provincie Idlib in botsing gekomen is met Rusland en het Assad-regime, wil het steun van de NAVO-bondgenoten. Maar op dezelfde dag dat Turkije vroeg om een NAVO-spoedoverleg zette het migranten op de bus naar de grens met Griekenland voor een ongecontroleerde oversteek. Daarmee schendt Turkije en passant de afspraken die zijn gemaakt over opvang van vluchtelingen, waar het notabene zes miljard euro van de EU voor ontvangt.

Turkije weigert tegelijkertijd vluchtelingen vanuit Idlib binnen te laten. Syrische vluchtelingen worden met een hoge muur langs de grens tegengehouden. Wie probeert erover te klimmen wordt beschoten, vaak met dodelijk gevolg.

Het gaat Turkije dus niet om het lot van de vluchtelingen uit Idlib, maar het gebruikt vluchtelingen juist als drukmiddel richting de EU. De inzet: blijvende Europese steun, ondanks de Turkse agressie in Syrië. Turkije geen kritiek op de illegale inval en mensenrechtenschendingen in Afrin en Noordoost-Syrië. Geen kritiek op de steun voor het extremisme aldaar.

De eigen militaire operatie in Idlib is er vanwege de Turkse drang om een deel van Syrië onder controle te houden, waarbij het samenwerkt met al-Qaeda (HTS) in Idlib en andere jihadisten elders in het noorden van Syrië.

De mensen in Afrin en Noordoost-Syrië - de Koerden, christenen en andere minderheden - zijn verzameld in wat de Syrian Democratic Council heet. Zij zijn het die samen met de Amerikanen en de EU, ook Nederland, ISIS versloegen en daarbij ruim 10.000 mannen en vrouwen opofferden in die strijd. En juist zij zijn het die nu door Turkije aangevallen en deels verdreven worden, of lijden nu onder vreselijke mensenrechtenschendingen.

Libië

Maar er speelt meer. Turkije heeft een tweede front geopend in Libië en de oostelijke Middellandse Zee. Turkije verplaatste duizenden jihadisten uit Syrië naar Libië, zodat de regering in Tripoli controle krijgt over de oostelijke kuststreek van Libië. Als dat lukt, willen Tripoli en Turkije hun claim op de oostelijke Middellandse Zee zo verleggen dat Turkse en Libische claims aan elkaar grenzen. Zo willen ze bodemschatten in internationale wateren claimen en de geplande gaspijplijn tussen Israël, Egypte en Griekenland afsnijden. Deze gaspijplijn zal de Europese Unie minder afhankelijk maken van Russisch gas.

Door middel van de deal met Tripoli legt Turkije ook een claim op bodemschatten in Grieks-Cypriotische en Griekse wateren. Nu al probeert Turkije naar gas te boren in Grieks-Cypriotische wateren. De EU protesteert tevergeefs tegen deze schendingen van de soevereiniteit van EU-lidstaten.

Dit alles roept een fundamentele vraag op. Is dit Turkije in lijn met, of juist tegengesteld aan dat wat de NAVO wil?

Turkije steunt het terrorisme dat een bedreiging is voor NAVO-lidstaten. Turkije houdt zich niet aan de afspraken over opvang van vluchtelingen, ondanks Europese miljardensteun die hiervoor is gegeven. Telkens weer wordt er geroepen dat ‘Turkije onze NAVO-partner is’. Maar dat kan alleen waar zijn als Turkije niet doelbewust in strijd handelt met het NAVO-verdrag en NAVO-belangen, en niet langer doelbewust de veiligheid en stabiliteit van NAVO-lidstaten ondermijnt.

Steun voor moskeeën

In dat licht is het goed dat de Kamer nu ook kijkt naar de manier waarop Turkije opereert via Turkse moskeeën. Het tegengaan van integratie is tegenstrijdig met de veiligheid en de belangen van Nederland. We moeten naar een beleid toe dat dit gedrag ontmoedigt. Maar dat Turkije zich verzekerd voelt van NAVO-steun, moedigt dit gedrag juist aan.

Nederland kan nu al binnen de EU en de NAVO duidelijk maken dat Turkse acties die schadelijk zijn voor Europese veiligheid, gepaard moet gaan met consequenties voor Turkije. Het doelbewust verslepen van vluchtelingen naar de Griekse en Bulgaarse grenzen kan ontmoedigd worden door verscherpte Europese sancties zoals bevriezing van alle NAVO-steun, bevriezen van leningen, opschorten van de douane-unie met Turkije en het formeel stoppen van de toetredingsonderhandelingen.

De boodschap van dit verhaal is niet dat we anti-Turkije moeten zijn. Turkije ligt aan de buitengrenzen van de Europese Unie en dus is het belangrijk om daar waar mogelijk afspraken te maken. Maar die afspraken vallen of staan wel met ook het nakomen van die afspraken, zowel van Europese als van Turkse zijde. En ook de EU moet daarin meer doen, bijvoorbeeld in de hervestiging van vluchtelingen binnen de EU.

De EU heeft een andere mogelijkheid dan toegeven aan Turkse dreigementen en chantage. Alleen als Turkije zich terugtrekt uit Noordoost-Syrië, Afrin en Libië en de steun aan jihadisten opgeeft, kan er weer sprake zijn van steun op basis van NAVO-lidmaatschap en kan er gesproken worden over nieuwe steun voor de opvang van vluchtelingen in Turkije, met wederzijds commitment om die afspraken na te komen. Pas als Turkije zich gedraagt als een waardige NAVO-lidstaat die de NAVO-waarden serieus neemt, kan het als zodanig behandeld worden.

Deze column verscheen op 6 maart in het Nederlands Dagblad en is een co-productie van Joël Voordewind en Johannes de Jong, directeur Sallux, de denktank van de European Christian Political Movement.