Trojka Duitsland, Portugal, Slovenië - Hoofdinhoud
De drie achtereenvolgende EU-voorzitterschappen van Duitsland, Portugal en Slovenië werkten van 1 juli 2020 tot en met december 2021 samen als trojka i. Ze hadden een gezamenlijk beleidsprogramma met punten waaraan zij als voorzittende landen zouden gaan werken.
Duitsland was voorzitter van 1 juli tot en met 30 december 2020, Portugal was voorzitter van 1 januari 2021 tot en met 30 juni 2021 en Slovenië sloot de trojka af met het voorzitterschap van 1 juli 2021 tot en met 31 december 2021.
Het Duitse voorzitterschap wilde veel aandacht besteden aan het thema energie. De voortdurende pandemie en - op het hoogste politieke niveau - onderhandelingen over het meerjarig financieel kader eisten echter veel aandacht op. Portugal wilde veel aandacht schenken aan het versterken van het Europees sociaal model. Slovenië wilde daarnaast nadruk leggen op het versterken van de positie van Europa in de wereld, onder meer door transatlantische relaties te versterken en de banden met buurlanden te versterken. Ook die beide voorzitterschappen kregen te maken met de pandemie en de economische gevolgen ervan, maar ook met de groeiende ruzie over de rechtsstaat tussen met name de Commissie enerzijds en Polen en Hongarije anderzijds.
Inhoudsopgave
In juni 2020 presenteerden Duitsland, Portugal en Slovenië hun programma. De overkoepelende prioriteit lag bij het het herstel van de economie van de eurozone na de coronacrisis. Om dit herstel te bevorderen wilden de drie lidstaten alle mogelijke maatregelen inzetten.
Voor het herstel wilden de drie landen de nadruk leggen bij duurzame en inclusieve groei. Daarbij zouden de groene en digitale transities, die de Europese Commissie i voor ogen heeft, een belangrijke rol moeten gaan spelen.
De trojka wilde dan ook inzetten op een effectief cohesiebeleid, dat zou moeten zorgen voor economische stimulans door middel van investeringen en moest bijdragen aan een groener Europa.
Aan de digitale transitie wilde de trojka met name werken door in te zetten op bescherming tegen cybercriminaliteit en desinformatie. Het versterken van de digitale soevereiniteit in de EU was een tweede speerpunt.