De wet die uit de tas van de koning werd gegrist was de doodsteek voor veel christelijke scholen - Hoofdinhoud
Haast geruisloos nam de Eerste Kamer vorige week de wet “Meer ruimte voor nieuwe scholen” aan. Deze wet is een voorbeeld van politiek van de lange adem. Vier jaar in dit geval. En met succes: de wet zorgt ervoor dat de komende tientallen jaren het bestaansrecht van kleine christelijke scholen wordt gewaarborgd. Een mooi resultaat, zeker omdat de situatie er vier jaar geleden nog heel anders voor stond.
We gaan terug naar 2016. Kabinet-Rutte II zit in zijn laatste jaar en de toenmalig staatssecretaris van onderwijs Sander Dekker presenteert een nieuw wetsvoorstel. Het moet met die wet makkelijker worden voor ouders om scholen te stichten die zich niet bij een bestaande (levensbeschouwelijke) richting willen aansluiten. Het probleem is echter dat de overheid ook geen rekening meer houdt met de rechten en voordelen die komen met de bestaande richting van de scholen.
Dat is een ramp voor een groot deel van het christelijk onderwijs, zeker in (krimp)regio’s waar het aantal leerlingen terugloopt - en dat is in bijna heel Nederland. Veel kleine scholen mogen namelijk blijven bestaan omdat ze de ‘laatste school van een richting’ zijn. Als het begrip ‘richting’ in de nieuwe wet wordt geschrapt, staat het voortbestaan van zo’n 1200 kleine, christelijke scholen op het spel. Daarnaast zal de wijziging ertoe leiden dat het leerlingenvervoer, gefinancierd door de gemeente, zal verdwijnen. Ook moet het toelatings- en benoemingenbeleid voor personeel dan veranderen: christelijke leraren werven voor christelijke scholen is niet dan niet meer mogelijk. Het wetsvoorstel dat door Dekker heel monter “Meer ruimte voor nieuwe scholen” is genoemd, blijkt de doodsteek voor christelijke scholen in veel regio’s in Nederland. Het is duidelijk: deze wet kan in zijn huidige vorm niet zo blijven.
Begin juli 2017 schuift de ChristenUnie aan de onderhandeltafel over mogelijke regeringsdeelname. Ik doe mee met het onderhandelen over onderwijs. Mijn eerste vraag aan Dekker is dan uiteraard: hoe staat het met dat wetsvoorstel? Hij vertelt me dat het voorstel net die ochtend is goedgekeurd in de ministerraad en nu “in de tas voor de koning” zit. Op mijn verzoek belt Dekker meteen met het ministerie. En ja, het document wordt uit de tas voor de koning gegrist net voordat de auto gaat rijden. In de weken daarna onderhandelen we over een nieuwe wet, die dezelfde verruimingbiedt aan nieuwe scholen, maar zonder de rechten aan te tasten die komen met het begrip richting. We waren dus net op tijd. Eén dag later, en de wet, goedgekeurd door kabinet en koning, zou voor behandeling naar de Tweede Kamer zijn gestuurd.
In de herfst van 2017, na 3 maanden onderhandelen, treedt een nieuw kabinet aan en neemt de nieuwe minister, Arie Slob, het wetsvoorstel ter hand. Ambtenaren die eerst schreven aan een wet die een streep zou halen door het bestaan van 1200 christelijke scholen, moesten de wetstekst nu zo veranderen dat het bijzonder onderwijs, verankerd in Artikel 23 van onze Grondwet, weer voor langere tijd beschermd zou worden.
Nu is de nieuwe wet, verdedigd door minister Slob, aangenomen in Tweede en Eerste Kamer. Heel anders dan de wet die een paar jaren geleden werd gepresenteerd, goedgekeurd en tot ook net weer niet.
De nieuwe wet biedt de ouders nog steeds de gelegenheid om gemakkelijker nieuwe scholen te stichten die zich niet bij een bestaande richting willen aansluiten. Met deze wijziging is het ook makkelijker voor ouders om bijvoorbeeld een Bijbelgetrouwe katholieke school op te richten, ook al is er in het dorp al eentje die in naam nog katholiek is maar zijn identiteit al lang geleden heeft afgelegd. Of een evangelische school als die er nog niet is, maar er wel veel ouders zijn die de oprichting ondersteunen. Meer ruimte voor nieuwe scholen, meer bescherming voor bestaande.
Zo kwam er vorige week met een hamerslag in de Ridderzaal, waar de Eerste Kamer nu vergadert, een einde aan deze turbulente geschiedenis. Ook vormt het aannemen van deze wet een mooie mijlpaal in de schoolstrijd tussen confessionelen en liberalen die al sinds 1806 woedt in ons land. En is er hopelijk voorlopig wat rust.
Deze column verscheen eerder op CIP.nl