Naar een duurzame arbeidsmarkt - Hoofdinhoud
In de afgelopen maanden heeft het kabinet vele miljarden vrij gemaakt om bedrijven noodsteun te bieden in deze barre coronatijden. Met deze steun geven we werkgevers, werknemers en zzp’ers een beetje lucht. Wij zijn blij dat Nederland in de afgelopen jaren dusdanige buffers heeft aangelegd, dat we ons deze miljardeninjectie kunnen veroorloven. De Jozef-economie, zo blijkt maar weer, is geen speeltje van zuinige economen van calvinistische snit, maar een effectieve strategie om ons te wapenen tegen slechte tijden. Het aanleggen van solide buffers is geen financieel leerstuk van economische watjes, maar getuigt van realiteitszin en het leren van eerdere crises.
Het kabinet heeft met deze enorme bazooka van tientallen miljarden de noodsteun voor bedrijven en hun werknemers gelanceerd. Voor baan- en inkomensbehoud. Er komt echter een moment waarop we de overstap moeten maken van generieke ondersteuningsmaatregelen naar gericht maatwerk. Nu redden we het nog met massale loonsteun, maar die kunnen we niet eindeloos verlengen. De zakken van het kabinet zijn weliswaar diep, maar niet onbeperkt. Noodsteun is bedoeld voor de korte termijn, maar is op deze schaal onhoudbaar op de langere termijn.
Wij pleiten voor een tweesporenbeleid waarin algemene, betrekkelijk ongedifferentieerde tijdelijke steunmaatregelen vergezeld gaan van structurele hervorming van onze arbeidsmarkt. We hebben een fundamentele reset nodig om onze arbeidsmarkt te ontdoen van doorgeschoten flexibilisering en globalisering. Een arbeidsmarkt die wat ons betreft inclusief is, die kwetsbare groepen werknemers en werkzoekenden recht doet, die zich geïnspireerd weet door het Rijnlandse sociale model, en duurzame arbeidsparticipatie bevordert. Gelukkig liggen de nodige plannen op de plank: het arbeidsmarktadvies van de Commissie Borstlap, maar ook het recente pensioenakkoord. En eerder: de wet Arbeidsmarkt in balans en de plannen rond zzp’ers.
Wij willen een paar gedachten meegeven over de noodzaak en richting van deze structurele reset. Wij maken ons allereerst grote zorgen over de arbeidsmarktpositie van kwetsbare groepen werknemers. Zij worden als eerste het slachtoffer van deze ingrijpende crisis. Zij lopen verhoogde risico’s om hun baan te verliezen; hun baankansen staan op de tocht. De doorgeschoten flexibilisering van economie en arbeidsmarkt verzwakt de positie van flexwerkers, van jongeren, van mindergekwalificeerde zzp’ers, van arbeidsgehandicapten, van mensen met minder baankansen, van Wajongers, juist in een tijd dat allerlei beschermingsconstructies zwaar op de proef worden gesteld. We hebben binnen de polder voor groepen kwetsbare werkzoekenden zoals personen met een arbeidsbeperking, meerjarige afspraken gemaakt over het aantal nieuw te realiseren banen. Deze afspraken staan door de coronacrisis zwaar onder druk. Ook de vorige crisis raakte mensen met een beperking volop. We mogen de quota-afspraken voor de groep arbeidsbeperkten niet laten verslappen. We moeten voorkomen dat grote groepen mensen met een arbeidsbeperking op de reservebank terechtkomen. Het kabinet moet hier zeer alert zijn.
De beste bescherming van werknemers, zo luidt ons pleidooi, tegen een crisis is het op orde hebben en houden van kerncompetenties en beroepsvaardigheden. Een beroepsbevolking die wendbaar en weerbaar is, is beter toegerust om een crisis te overleven, om omslagen op de arbeidsmarkt het hoofd te bieden. De opgaaf voor modern arbeidsmarktbeleid is een beroepsbevolking die getraind is in de juiste arbeidsmarkt-skills, beschikt over relevante arbeidservaring en scholingsbereid is. Een beroepsbevolking, kortom, die veerkrachtig is. Dat maakt dat we werkzoekenden en werknemers kunnen geleiden van krimp- naar groeisectoren, van overschot- naar tekortsectoren. Het onderwijs, en zeker het beroepsonderwijs, heeft hier een belangrijke taak. Leven lang leren moet in daden worden omgezet.
We moeten ervoor zorgen dat de ontwikkeling van werkzoekenden, schoolverlaters, maar ook mensen met een baan, niet stilvalt. Permanente ontwikkeling is het credo van activerend arbeidsmarktbeleid. Duurzame arbeidsparticipatie is hier de sleutelterm. Dat gaat op voor alle geledingen van de arbeidsmarkt, van hoog tot laag en van praktisch tot theoretisch opgeleid. Voor jongeren moet gelden dat leer-werkcombinaties tijdens de crisis hun band met de arbeidsmarkt in stand houden en afglijden voorkomen.
Wij pleiten ervoor om in de aanloop naar Prinsjesdag dit gedachtengoed rond een wend- en weerbare beroepsbevolking een extra impuls te geven. Ook financieel. De sociale partners zouden de beschikbare O&O-fondsen versneld kunnen ontsluiten en ontschotten om een paar stevige stappen in dit dossier te maken. De SER kan hier een bemiddelende rol spelen. Duurzame arbeidsparticipatie, een veerkrachtige beroepsbevolking en de competenties en vaardigheden die daar bij horen, zijn de beste strijdmiddelen tegen een crisis op de arbeidsmarkt. Dat geldt voor werknemers maar ook voor zzp’ers. We moeten dit voortvarend en offensief aanpakken zodat Nederland ditmaal echt sterker uit de crisis komt en beter is voorbereid op een volgende noodsituatie.
Eppo Bruins is lid van de Tweede Kamer en Peter Ester is lid van de Eerste Kamer voor de ChristenUnie