Vertrek Tweede Kamerleden bij verkiezingen - Hoofdinhoud
Verkiezingen leiden voor Kamerleden soms tot het einde van hun lidmaatschap. Sommigen besluiten zich niet meer verkiesbaar te stellen, anderen komen wel op de lijst maar worden niet herkozen. Dat laatste kan overigens tijdelijk zijn. Bij het niet-verkiesbaar stellen, kan overigens ook een lagere plaats op de kandidatenlijst meespelen.
Het aantal Kamerleden dat vertrekt bij Tweede Kamerverkiezingen is de afgelopen decennia toegenomen ten opzichte van de periode daarvoor. In 2021 en 2023 vertrokken er respectievelijk 68 en 80 Kamerleden na de Tweede Kamerverkiezingen. Voor een deel waren zij niet verkiesbaar, maar voor een deel waren zij ook simpelweg niet verkozen.
In 2002 was het aantal wel verkiesbare, maar niet herkozen, leden van de Tweede Kamer uitzonderlijk hoog. Reden daarvan is de binnenkomst van de LPF met 24 zetelsĀ i, geheel bestaand uit nieuwe Kamerleden, en het grote verlies van VVD, D66 en PvdA, de paarse coalitie uit de regeringsperiode daarvoor.
In onderstaande tabel is weergegeven hoeveel Tweede Kamerleden er vertrokken na de verkiezingen van het betreffende jaar. Hierin is een onderscheid gemaakt tussen Kamerleden die niet meer verkiesbaar waren, en Kamerleden die wel verkiesbaar waren, maar niet zijn herkozen.
jaar |
niet verkiesbaar |
wel verkiesbaar, niet herkozen |
---|---|---|
2023 |
48 |
32 |
2021 |
45 |
23 |
2017 |
43 |
28 |
2012 |
32 |
17 |
2010 |
28 |
31 |
2006 |
42 |
28 |
2003 |
28 |
18 |
2002 |
38 |
45 |
Een aantal bewindslieden en Tweede Kamerleden hebben na de val van kabinet-Rutte IV aangekondigd de politiek te verlaten of zich niet meer kandidaat te stellen voor de komende verkiezingen.