De opvolger van Merkel heeft grote schoenen te vullen - Hoofdinhoud
Na 16 jaar kanselierschap zwaait Angela Merkel i na de Bondsdagverkiezingen in september af. In dit zogenoemde ‘Superwahljahr’ staan ook nog zes deelstaatverkiezingen op het programma, die voor politiek spektakel kunnen zorgen. Toch is de kans groot dat na Merkel opnieuw een christendemocraat in Duitsland aan het roer komt.
De CDU i was de afgelopen jaren naarstig op zoek naar een geschikte opvolger voor Merkel. In 2018 leken ze die in de nieuwe voorzitter Annegret Kramp-Karrenbauer, een vertrouweling van de kanselier, te hebben gevonden. Maar het lukte haar niet de verschillende vleugels in de partij te verbinden, ze maakte een aantal uitglijders en besloot uiteindelijk te vertrekken toen ze de CDU-afdeling in het Oost-Duitse Thüringen niet in het gareel kon krijgen. Die had samengewerkt met de rechts-nationalistische AfD - in de ogen van het CDU-bestuur een politieke doodzonde.
In de val van Kramp-Karrenbauer komen twee belangrijke problemen samen, waar ook haar opvolger mee te maken krijgt. De CDU is verdeeld tussen conservatieven die al langer ontevreden zijn met Merkels middenkoers en progressieven die dat beleid juist steunen. En de nieuwe voorzitter moet weten om te gaan met de politieke realiteit in Oost-Duitsland. In alle Oost-Duitse deelstaten is de AfD de tweede partij, wat uitsluiten lastig maakt. En veel Oost-Duitse kiezers voelen zich niet verbonden met van origine West-Duitse partijen als de CDU. Toch moet de nieuwe voorzitter ook die aan zich zien te binden.
De strijd om het CDU-voorzitterschap was echter een West-Duitse aangelegenheid: alle drie de kandidaten kwamen uit Noordrijn-Westfalen. Uiteindelijk wist Armin Laschet i (60) in januari zijn medekandidaten te verslaan. Hij is minister-president van Noordrijn-Westfalen - heeft dus regeringservaring - en heeft Merkels beleid altijd gesteund. Maar het verschil met Friedrich Merz i, zijn conservatieve uitdager, was bijzonder klein. Het wordt een klus voor Laschet om de ontevreden Merz-aanhangers, die willen dat de partij meer naar rechts opschuift, tevreden te houden.
Dat Laschet nu tot voorzitter van zijn partij is gekozen, is een belangrijke stap op weg naar een mogelijk kanselierschap. Maar hij moet eerst nog de lijsttrekker voor de verkiezingen zien te worden. Want in Beieren heeft hij een mogelijke rivaal in Markus Söder, minister-president van de Zuid-Duitse deelstaat en voorzitter van zusterpartij CSU. Die kan ook aanspraak maken op het lijsttrekkerschap van de christendemocraten. En bij veel kiezers is Söder populairder dan Laschet.
Toch lijkt de kans groot dat Laschet er met het lijsttrekkerschap vandoor zal gaan - de CDU en de CSU willen daar rond Pasen een besluit over nemen. In de peilingen voor de Bondsdagverkiezingen staat de CDU/CSU op eenzame hoogte. Het is onwaarschijnlijk dat de Groenen, die al een aantal jaar steady op de tweede plaats staan, de christendemocraten nog inhalen. En als de CDU denkt met de eigen voorzitter de verkiezingen te kunnen winnen, zal ze het lijsttrekkerschap niet snel overlaten aan Söder.
Als Laschet geen gekke dingen doet en de CDU bij de komende deelstaatverkiezingen niet slecht scoort, heeft hij de beste kaarten om Merkel als kanselier op te volgen. Daarbij komt zijn economische ervaring als premier van Noordrijn-Westfalen hem goed van pas, aldus Ton Nijhuis, directeur van het Duitsland Instituut, in de podcast ‘Achtung Europa’. Duitsland krijgt de komende jaren te maken met een aantal grote economische en maatschappelijke problemen. “Het succesverhaal van Duitsland als de economische motor van Europa en de klassieke industrie die het zo goed doet, is aan zijn einde gekomen”, aldus Nijhuis. Er zijn flinke aanpassingen nodig in de auto-industrie, bij de energietransitie, de digitalisering en het migratie- en integratiebeleid.
Laschet trof toen hij in 2017 aantrad een deelstaat aan waar het economisch slecht ging, maar heeft die er aardig bovenop gekregen. “Hij is er bijvoorbeeld in geslaagd de digitalisering goed op de agenda te zetten door die in één hand te geven”, zegt Nijhuis. In de bondsregering in Berlijn zijn verschillende ministeries verantwoordelijk voor digitalisering, die elkaar bovendien de tent uitvechten. Mocht Laschet kanselier worden, is het al “enorme winst als hij zijn model uit Noordrijn-Westfalen ook in Berlijn kan toepassen”.
Op het gebied van de internationale politiek zal het de opvolger van Merkel moeite kosten om in haar voetsporen te treden. Merkel is een van de meest ervaren Europese regeringsleiders, die menig crisis het hoofd heeft geboden. Laschet, opgegroeid aan de Duits-Nederlands-Belgische grens, is Europeaan in hart en nieren en heeft goede contacten met Frankrijk. Voor Nederland is het een voordeel als hij straks in het Bundeskanzleramt in Berlijn zit: hij kent Nederland goed en heeft de belangen van de Benelux op zijn netvlies.
Maar bij het opbouwen van zijn internationale contacten kan problematisch zijn dat Laschet geldt als een Russlandversteher - een negatieve benaming voor mensen die begrip tonen voor de belangen van Rusland. Hij is een voorstander van de omstreden gaspijplijn Nordstream 2, die Russisch gas via de Oostzee naar Duitsland moet brengen. Dat Duitsland en Europa zich daarmee afhankelijker maken van Rusland, is niet alleen tegen het zere been van veel Oost-Europese landen - en met name Oekraïne - ook de Verenigde Staten vinden dat een probleem.
Veel zal ook afhangen van welke partijen na september gaan regeren. Een coalitie van CDU/CSU en Groenen lijkt voor de hand te liggen. De partijen probeerden in 2017, toen samen met de liberale FDP, al een regering te vormen. Maar omdat de FDP op het laatste moment uit de onderhandelingen stapte, moesten de christendemocraten opnieuw in zee met de sociaaldemocratische SPD - terwijl die partijen toen al op elkaar waren uitgekeken. Dit jaar lukt zwart-groen mogelijk wel. Maar de Groenen zijn fel tegenstander van Nordstream 2 - zeker op het gebied van de internationale politiek krijgt Merkels opvolger een paar harde noten te kraken.
Marja Verburg is historicus, verbonden aan het Duitsland Instituut Amsterdam (www.duitslandinstituut.nl).