Duidelijke doelen voor plannen herstelfonds - Hoofdinhoud
De Wet Eigen Middelenbesluit is de ratificatie van de juridische basis voor de EU-begroting (het Meerjarig Financieel Kader) en het Europees herstelfonds. Het is voor de VVD cruciaal dat het fonds eenmalig en tijdelijk is, én een noodrem bevat. De VVD heeft op dit punt een motie gericht op duidelijke en stevige doelen en mijlpalen in de plannen voor het herstelfonds. Zodat indien nodig aan de noodrem getrokken kan worden. De minister heeft de VVD verder toegezegd dat Nederland de formele kennisgeving van de ratificatie pas in een laat stadium gaat doen, zodat andere landen ratificatie niet gebruiken om op andere punten terug te onderhandelen. Waar het gaat over de eigenmiddelen, had de VVD het liefst gezien dat de afdracht op basis van alleen het BNI (bruto nationaal inkomen) zou zijn, maar vindt dit een verdedigbaar compromis. Er zitten bestaande eigen middelen in en er is een plasticgrondslag aan toegevoegd, die gunstig is voor Nederland. Belangrijk is verder dat er geen Europese belastingen zijn of komen.
Spreektekst Aukje de Vries tijdens het Wetgevingsoverleg over het Wetsvoorstel tot goedkeuring van het Eigen Middelenbesluit van de Raad van de Europese Unie (d.d. 24 februari 2021)
Dank u wel, voorzitter. Dit is eigenlijk de afronding van een heel lang traject. We hebben daar vorig jaar veel met elkaar over gesproken. Ik hoor ook veel discussies terug die we toen hebben gehad, over het Herstelfonds en het Meerjarig Financieel Kader. Het kabinet geeft duidelijk aan dat het Herstelfonds eenmalig en tijdelijk is. Dat vinden wij als VVD ook belangrijk. Maar mijn eerste vraag is wel of de minister kan uitleggen hoe dat dan exact geborgd is. We zien dat er structureel ruimte wordt gecreëerd binnen de plafonds voor de eigen middelen. Dus hoe zit dat precies? Kan de minister dat nogmaals uitleggen?
We willen graag nogmaals de bevestiging dat de Europese Commissie de ruimte onder het eigenmiddelenplafond niet voor andere zaken kan gebruiken dan voor de al afgesproken instrumenten.
Er werd net al gesproken over de verplichtingen. Die lopen tot 31 december 2058. Een heel end weg in ieder geval. Dan moeten de leningen afbetaald zijn. Daarmee nemen de verplichtingen waar je garant voor staat, ook af, volgens mij. Gaat dat dan ook navenant mee naar beneden? We hebben al gezien dat heel veel landen die leningen misschien niet heel interessant vinden, omdat ze zelf ook goedkoop kunnen lenen op de kapitaalmarkt. Gaat die garantie ook naar beneden op het moment dat die leningen niet uitgegeven worden?
We hebben verder uitgebreide stukken gekregen over de juridische aspecten. Dat was hier en daar, omdat het vrij veel was, best een zoekplaatje. Soms was de terminologie ook behoorlijk ingewikkeld. We kwamen tegen dat het op een aantal punten in grote lijnen verenigbaar is met de EU-verdragen. Dat stond in een van de eerste adviezen. We zijn benieuwd wat er dan nog aan gesleuteld is om het helemaal verenigbaar te laten zijn met de EU-verdragen.
De juridische dienst van de Raad heeft ook aangegeven dat de rol van de begrotingsautoriteit versterkt moet worden. Kan de minister aangeven hoe dat gebeurd is?
Er is al heel veel gezegd over de eigen middelen. Laat ik helder zijn: de VVD is altijd voorstander geweest van afdracht op basis van het bni, het bruto nationaal inkomen. Dat is het niet geworden. Dat is jammer, maar wij vinden dit een verdedigbaar compromis, omdat er bestaande eigen middelen in zitten en er een plasticgrondslag aan is toegevoegd. Die is ook nog relatief gunstig voor Nederland. Niet het ideaalplaatje wat de VVD betreft, maar wel verdedigbaar.
Een aantal leden heeft het al gehad over de ratificatie door andere EU-lidstaten. Daar zit wel een zorg wat de VVD betreft, want wij zien dat alle landen dat op een verschillend moment doen. Wij hebben in de afgelopen periode natuurlijk ook gezien dat er ook landen zijn die terugonderhandelen op sommige punten. Ik noem Hongarije en Polen als het gaat om het rechtsstaatmechanisme. Er zijn ook signalen dat de Baltische landen nog niet willen ratificeren, omdat ze nog iets geregeld willen hebben voor het Rail Baltica project. De minister heeft dat overigens nog niet bevestigd, maar verschillende mensen hebben dat aangegeven. In de antwoorden op de vragen die wij hebben gesteld, geeft de minister aan: ja, dat is leuk, maar dit moet allemaal bij unanimiteit, dus er is geen risico voor deze wet en dit eigenmiddelenbesluit. Maar de dingen die geregeld moeten worden en waar misschien op terugonderhandeld gaat worden, zitten natuurlijk niet zozeer in dit eigenmiddelenbesluit. Je kunt natuurlijk zeggen: we gaan als laatsten ratificeren, bijvoorbeeld door een koninklijk besluit in te voegen. Maar ik ben wel benieuwd naar de reactie van de minister hierop en of hij ook nog andere oplossingen ziet om te zorgen dat dit niet gebruikt of misbruikt wordt door andere landen om uiteindelijk toch nog op bepaalde dossiers in Europa hun zin te krijgen waarvoor wellicht geen unanimiteit vereist is.
Dan NextGenerationEU, oftewel het Herstelfonds. Wij vinden het belangrijk dat we in de plannen die de landen gaan maken duidelijke mijlpalen en doelen gaan stellen. Als Nederland hebben wij duidelijk aangegeven dat het belangrijk is dat de voortgang gemonitord kan worden en dat eventueel een noodremprocedure in gang gezet kan worden, indien de afspraken om aan de voorwaarden te voldoen en de hervormingen door te voeren, niet nagekomen worden. Op het moment dat die mijlpalen en die doelen ontbreken, is het lastig om te zeggen dat een land niet voldoet aan wat we hebben afgesproken. Ik ben benieuwd hoe de minister daarnaar kijkt, want we vinden het juist wel belangrijk dat in die plannen de doelen en mijlpalen goed opgenomen zijn. Als zelfs EU-commissaris Dombrovskis zegt dat het niet voldoende is, baart ons dat grote zorgen.
Dan de leenstrategie voor het fonds. Het lijkt er een beetje op dat het Europees Parlement en de Europese Raad regelmatig voorzien worden van informatie over de strategie van het schuldbeheer. Wij hebben het gevoel dat de nationale parlementen een beetje aan de zijlijn staan, terwijl het wel over veel geld gaat. In de antwoorden is aangegeven dat wij bij de ontwerpbegroting, bij de suppletoire begroting en bij het jaarverslag geïnformeerd worden over de budgettaire gevolgen, maar dan is het wel allemaal al gebeurd. Ik begrijp dat in de Ecofin gesproken is over de leenstrategie. Wij zouden wel een meer proactieve rol van het parlement willen hebben. We zijn benieuwd hoe de minister daarnaar kijkt en hoe dat op een goede manier ingevuld zou kunnen worden, want om het alleen aan het Europese Parlement en de Europese Raad over te laten, lijkt ons wat mager.
Dat was het wat mij betreft.