Terugblik op Portugees EU-voorzitterschap: een wisselend succes - Hoofdinhoud
Tijd voor resultaten: een rechtvaardig, groen en digitaal herstel. Dat was het motto van het Portugese voorzitterschap van de Europese Unie tijdens de eerste helft van 2021. Dat herstel had betrekking op het te boven komen van de coronacrisis die de wereld in 2020 overviel. Een belangrijk thema voor de Portugezen was verder een sociaal Europa. Op dat punt is het voorzitterschap geslaagd te noemen: begin mei ondertekenden de EU en andere betrokkenen de Verklaring van Porto over sociale rechten. Ook ging tijdens het Portugese voorzitterschap de Conferentie over de Toekomst van Europa van start, en konden lidstaten de eerste aanvragen indienen voor het Europese coronaherstelfonds. Op de valreep werd een akkoord bereikt over een (iets) groener Europees landbouwbeleid. Sommige ambities van Portugal konden niet worden gerealiseerd, zoals een handelsovereenkomst met Zuid-Amerika en nieuwe afspraken over asiel en migratie. En er waren enkele relletjes, bijvoorbeeld vanwege sponsoring van het voorzitterschap en slechte besteding van middelen.
Voorzitterschap
Elk halfjaar wisselt het voorzitterschap van de Raad van Ministers van de Europese Unie, en het afgelopen semester leidde Portugal de bijeenkomsten van de vakministers van de 27 lidstaten. Het volgde Duitsland op, en vanaf 1 juli is Slovenië aan de beurt. Deze drie landen vormen samen een ‘trojka’. Elk voorzittend land doet zijn best in enige mate een eigen stempel te drukken op de Europese agenda door prioriteit te geven aan bepaalde onderwerpen; de samenwerking van drie opeenvolgende voorzitterschappen in de trojka zorgt voor continuïteit.
Het Portugese voorzitterschap had vijf prioriteiten:
-
-veerkrachtig Europa: investeringen versterken en de economie herstellen
-
-sociaal Europa: de effecten van werkloosheid tegengaan en armoede, sociale uitsluiting en ongelijkheid bestrijden
-
-groen Europa: klimaatverandering bestrijden en duurzaamheid bevorderen
-
-digitaal Europa: versnel digitale transformatie ten dienste van burgers en ondernemingen -
-
-Europa als wereldspeler: internationale samenwerking, hulp bij humanitaire crises en intensieve relaties met Afrika, India, het Verenigd Koninkrijk en de VS
Resultaten
Portugal wilde het thema ‘een sociaal Europa’ op de kaart zetten. Dit was een van de speerpunten van de socialistische premier António Costa. Op 7 en 8 mei vond in Porto een Sociale Top plaats. Vertegenwoordigers van de lidstaten, EU‑instellingen, sociale partners en maatschappelijke organisaties legden drie belangrijke doelstellingen vast die in 2030 moeten zijn behaald:
-
-ten minste 78% van de bevolking van 20 tot en met 64 jaar moet een baan hebben
-
-ten minste 60% van alle volwassenen moet jaarlijks een cursus of opleiding volgen
-
-het aantal mensen dat met armoede of sociale uitsluiting wordt bedreigd, moet met minimaal 15 miljoen worden verminderd, waarvan ten minste 5 miljoen kinderen
Tijdens het Portugese voorzitterschap ging de Conferentie over de Toekomst van Europa van start. Op 19 april werd het digitale platform van de Conferentie gelanceerd. Het stelt mensen in staat om online ideeën te delen en te bespreken, en om evenementen voor te bereiden. Op 9 mei, de dag van Europa, was de aftrap van de Conferentie over de Toekomst van Europa. Deze vond plaats in het Europees Parlement in Straatsburg. Op 17 juni was in Lissabon het eerste Europese burgerevenement in het kader van de Conferentie, en op 19 juni was de eerste plenaire vergadering van de Conferentie. Die bestaat uit 108 afgevaardigden van nationale parlementen, 108 Europarlementariërs, 54 leden van regeringen (twee per lidstaat), drie leden van de Europese Commissie en 108 burgers. Ook zullen 18 vertegenwoordigers van zowel het Comité van de Regio's als van het Economisch en Sociaal Comité deelnemen, en nog eens acht vanuit de sociale partners en acht uit het maatschappelijk middenveld.
Uiteraard stond het Europese voorzitterschap deels in het teken van de coronacrisis. Maatregelen om de verspreiding van COVID-19 tegen te gaan en de gezamenlijke aankoop van vaccins eisten de aandacht. In juni werd de eerste 20 miljard euro op de kapitaalmarkten geleend in het kader van het Europese coronaherstelfonds, en werden de eerste herstelplannen goedgekeurd die lidstaten hadden ingediend. Uit dit fonds, officieel ‘Next Generation EU’ geheten, moet de komende vijf jaar 800 miljard euro aan subsidies en leningen worden gefinancierd waarmee de lidstaten de coronacrisis te boven kunnen komen.
Eind juni wisten onderhandelaars van het Europees Parlement en de lidstaten, na drie jaar beraadslagen, een compromis te bereiken over een herziening van het Europees Landbouwbeleid. Dit beleidsterrein is met bijna 400 miljard euro goed voor ongeveer een derde van het totale EU-budget voor de komende jaren. Kernpunt is dat vanaf 2023 twintig procent van de inkomenssteun aan agrariërs afhankelijk wordt van hun inspanningen voor klimaat en milieu; in 2025 zou dat oplopen naar een kwart. Iedere lidstaat mag zelf beslissen welke duurzaamheidseisen vorm van duurzame landbouw ze willen bevorderen. Daarnaast moet tien procent van de landbouwsubsidies ten goede komen aan kleinere boerenbedrijven. Hiermee wordt tegemoetgekomen aan het bezwaar dat een groot deel van deze subsidies nu terechtkomt bij grootschalige agrarische ondernemingen. Het compromis is verdeeld ontvangen. Het Europees Parlement en sommige lidstaten, waaronder Nederland, hadden dertig procent van het budget aan duurzamer landbouw willen besteden.
Zoals bij elk voorzitterschap waren er de nodige culturele activiteiten: folklore, zang en dans. Het Portugese levenslied, de fado, speelde daarbij een belangrijke rol.
Schandaaltjes, kritiekpunten en mislukkingen
Het was echter niet alleen rozengeur en maneschijn. Het Portugese voorzitterschap kon niet al haar ambities waarmaken en daarnaast was er kritiek op minder gelukkige keuzes van de Portugezen. Dat begon al in januari: zoals altijd bezoekt de Europese Commissie het aankomende voorzitterschap aan het begin van de halfjaartermijn. Dit was in zoverre een valse start, dat de eurocommissarissen Vestager, Dombrovskis en Ferreira in quarantaine moesten omdat zij contact hadden gehad met de Portugese minister van financiën João Leão, die kort daarna positief werd getest op COVID-19. Velen vroegen zich af of het verstandig was dat het bezoek aan Lissabon doorging op een moment dat het aantal coronaslachtoffers in de Portugese hoofdstad tot recordhoogten was gestegen.
Een ander relletje ontstond toen bleek dat het Portugese voorzitterschap werd gesponsord door koffieverkoper Delta Cafés, papiergigant The Navigator Company en SUMOL+COMPAL, een levensmiddelen- en frisdrankconcern met merken als PepsiCo en Lipton. Er werd gevreesd voor beïnvloeding van het beleid door commerciële sponsors. Ook de Europese Ombudsman Emily O’Reilly uitte haar bedenkingen op dit punt.
Zoals alle 22 landen die deelnemen aan het Europees Openbaar Ministerie vaardigde ook Portugal een aanklager af naar deze organisatie. De Portugese kandidaat met de welluidende naam José Eduardo Moreira Alves d'Oliveira Guerra viel niet bij iedereen goed. Zijn cv was op enkele punten aangedikt, en er zou sprake zijn van vriendjespolitiek. Ook de Nederlandse CDA-Europarlementariër Jeroen Lenaers plaatste er vraagtekens bij de voordracht, maar de benoeming ging door.
In maart was er enige ophef toen bleek dat Portugal ruim 260.000 euro had besteed aan de inrichting van een perscentrum, dat vermoedelijk nauwelijks gebruikt zou worden in een periode dat persbriefings vanwege corona vooral online plaatsvonden. Susana Coroado, voorzitter van de Portugese vleugel van Transparency International, verwoordde het zo: ‘De regering gedraagt zich als het orkest op de Titanic, vastbesloten om vijfsterrenevenementen te organiseren, zelfs als het duidelijk is dat ze niet zouden moeten doorgaan’.
De ambitie van Portugal om een akkoord te bereiken over een handelsovereenkomst met het Zuid-Amerikaanse handelsblok Mercosur (Argentinië, Brazilië, Paraguay en Uruguay) mislukte. In 2019 bereikten de partijen na twintig jaar onderhandelen een akkoord, maar in het Europees Parlement en bij de lidstaten is er flinke weerstand tegen goedkeuring van de overeenkomst. Zo zou het akkoord onverenigbaar zijn met de EU-normen voor klimaatbeleid en milieubescherming (denk hierbij bijvoorbeeld aan ontbossing) en wordt er in agrarische kringen gevreesd dat de EU overspoeld zou worden met landbouwproducten uit Zuid-Amerika.
De Portugezen hoopten eind juni, in de laatste dagen van hun voorzitterschap overeenstemming te bereiken over een Europees pact voor asiel en migratie. Dit werd in september 2020 gepresenteerd en omvat onder meer regels voor een doeltreffender terugkeerbeleid, efficiëntere asielprocedures en een eerlijke verdeling van asielzoekers over de Europese Unie. Het stond op de agenda van de Europese Raad van 24 en 25 juni, maar de Europese leiders bereikten geen doorbraak. Het is aan Slovenië om dit dossier het komende halfjaar vlot te trekken.
Nico Visser is eindredacteur en projectmanager bij PDC, partner van het Montesquieu Instituut, en uit dien hoofde betrokken bij Europa-Nu.nl.
Verwant nieuws
Meer over ...