Voorstel van wet - Wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met de verhoging van het wettelijk strafmaximum van doodslag (verhoging wettelijk strafmaximum doodslag) - Hoofdinhoud
Dit voorstel van wet i is onder nr. 2 toegevoegd aan wetsvoorstel 35871 - Verhoging van het wettelijk strafmaximum van doodslag i.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met de verhoging van het wettelijk strafmaximum van doodslag (verhoging wettelijk strafmaximum doodslag); Voorstel van wet; Voorstel van wet |
---|---|
Documentdatum | 24-06-2021 |
Publicatiedatum | 24-06-2021 |
Nummer | KST358712 |
Kenmerk | 35871, nr. 2 |
Externe link | origineel bericht |
Originele document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2020-
2021
35 871
Wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met de verhoging van het wettelijk strafmaximum van doodslag (verhoging wettelijk strafmaximum doodslag)
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is om het wettelijk strafmaximum van doodslag te verhogen en daartoe enkele bepalingen van het Wetboek van Strafrecht te wijzigen;
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
Het Wetboek van Strafrecht wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 10 wordt als volgt gewijzigd:
-
1.In het tweede lid wordt «ten hoogste achttien jaren» vervangen door «ten hoogste vijfentwintig jaren».
-
2.In het derde lid wordt «de tijd van achttien jaren» vervangen door «de tijd van vijfentwintig jaren».
B
In artikel 287 wordt «ten hoogste vijftien jaren» vervangen door «ten hoogste vijfentwintig jaren».
kst-35871-2 ISSN 0921 - 7371 's-Gravenhage 2021
Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Justitie en Veiligheid,
De Minister voor Rechtsbescherming,
Tweede Kamer, vergaderjaar 2020-2021, 35 871, nr. 2 2