Reactie Gert-Jan Segers op advies Remkes - Hoofdinhoud
De afgelopen maanden hebben we gezien in welke impasse politiek Den Haag terechtgekomen is. Het was pijnlijk om te zien en ook wij slaagden er niet in om ons daar helemaal aan te onttrekken. Dat was niet alleen beschamend, deze impasse was ook schadelijk voor het vertrouwen in de politiek en daarmee voor de democratie in ons land.
Zelf heb ik steeds aangegeven dat de ChristenUnie niet vooraan staat voor coalitiedeelname. Tegelijkertijd heb ik gezegd dat we ons altijd verantwoordelijk willen opstellen en dat we niet de laatste blokkade willen zijn die zou kunnen leiden tot nieuwe verkiezingen. Wij willen deel van de oplossing zijn, niet van het probleem.
Dat betekent niet dat coalitiedeelname een doel in zichzelf is. Onze idealen voor dit land staan altijd voorop, dáár doen we het voor. Verantwoordelijkheid nemen we niet tegen iedere prijs. In de huidige tijd betekent dat onder meer dat er een geloofwaardige breuk moet komen met de dominante bestuurscultuur. Politiek en overheid moeten weer meer dienstbaar worden aan het land en aan mensen die zijn aangewezen op bescherming van die overheid. In die zin moet een nieuwe coalitie ook echt een nieuwe coalitie worden die recht doet aan mensen.
Die houding - dienstbaarheid en met onze idealen helder voor ogen - is ook de houding die ik gisteren heb overgebracht aan de informateur, voordat ik daar aan het einde van de middag vertrok. In de uren daarna en ook vandaag hebben de informateur en drie partijen verder gepraat zonder de ChristenUnie. De uitkomst is het advies van de informateur om gesprekken te starten met de ChristenUnie over de vorming van een nieuw kabinet.
Die gesprekken beginnen nu er al zes maanden na de verkiezingen zijn verstreken en er veel is gebeurd. Daarom heb ik naast het belang van inhoudelijke thema’s als klimaat, wonen en humaan migratiebeleid, ook het belang onderstreept van onderling vertrouwen dat er bij aangelegen en soms ook beladen onderwerpen op een goede manier met elkaar wordt omgegaan. Dat vertrouwen moet groeien. Nu er een indringend beroep op ons wordt gedaan, zijn wij bereid om de gesprekken daarover en over constructieve samenwerking aan te gaan. Niet ten dienste van onszelf, maar ten dienste van ons land en van mensen die ook echt op een dienstbare overheid zijn aangewezen.
Op hoop van zegen.