Niet voor onszelf, maar voor de ander - Hoofdinhoud
Ik kan me geen jaar herinneren met zoveel onrust. Corona lijkt ons uit elkaar te duwen. De polarisatie verdeelt ons, is naar binnen gekropen op ons werk, in onze families, onze kerken. Onzekerheid over de toekomst, onze vrijheden, onze gezondheid: ze raken onze onderlinge verhoudingen tot aan de keukentafel toe.
De politiek wakkert die onrust ook nog eens flink aan. In Den Haag is dit een jaar van verdeeldheid, bittere debatten, harde woorden, wantrouwen. Het cynisme over politiek is ook fors. En ik snap dat. Door de kinderopvangtoeslag en het falen rond de hersteloperatie in Groningen is de boosheid op alles wat met de overheid te maken misschien wel groter dan ooit. Overheid en politiek waren te vaak bezig met zichzelf, in plaats van met de mensen die ze moeten dienen.
Zelfs als je op die onstuimige zee probeert wat olie op de golven te gooien, ontkom je niet aan het wantrouwen; je bent immers onderdeel van datzelfde soepie. De golven gaan ook bij onze eigen ChristenUnie soms hoog, terwijl de peilingen ons - als enige van de vier coalitiepartijen - tenminste nog het voordeel van de twijfel geven.
Het zijn niet de omstandigheden waaronder het aantrekkelijk is om een coalitie in te stappen. En je zou kunnen zeggen dat we er maandenlang ook veel aan hebben gedaan om eraan te ontkomen. Maar goed, dat is niet gelukt.
Maar je kunt óók zeggen - en mensen zeggen dat ook tegen mij - dat het tegelijkertijd bijzonder is dat we onszelf als christenen opnieuw terugvinden op een plek van invloed. Op een plek waar we, soms heel groot, soms heel klein, het verschil kunnen maken in het leven van mensen.
Jona
In onze fractie gebruikte ik al eens het beeld van Jona. Hoezeer we ook weg probeerden te komen voor de grote opdracht die ons als onderdeel van coalitie en kabinet nu wacht; hier staan we dan toch. Uitgespuwd op het strand, onderweg naar iets waar we tot voor kort he-le-maal geen zin in hadden, maar wat we wel gaan doen. In de hoop en met de overtuiging dat we daarmee echt iets goeds kunnen betekenen voor het land.
Niet dat dit zoals bij Jona een heilige roeping is, of dat er een goddelijke opdracht voor coalitiedeelname is, dat we dit wel móeten doen. Maar we hebben wel een verantwoordelijkheid om het goede te doen en voelen dat ook zo. We doen het niet voor onszelf. Maar voor de ander. Juist in deze zware tijd willen we dienstbaar zijn aan de mensen die onze inzet nodig hebben, aan een samenleving waarin de kloven alleen maar groter lijken te worden en aan een geschonden schepping.
Ik moest denken aan die machtige woorden van de Prediker dat er voor alles onder de hemel een tijd is. En juist nu in deze pittige periode is het:
Een tijd om te planten, om te helen. Een tijd om op te bouwen, om te zoeken. Een tijd om te herstellen, Om lief te hebben, een tijd voor vrede.
Vooruitkijken naar de toekomst…
En dat is wat we gaan doen. De titel van het coalitieakkoord is ‘omzien naar elkaar en vooruitkijken naar de toekomst’. Het past ook goed bij de missie van de ChristenUnie.
Die toekomst draait voor mij om de volgende generatie. Om een betere omgang met de schepping en het beperken van de gevolgen van klimaatverandering in het belang van onze kinderen. Om het bouwen van voldoende en betaalbare huizen waardoor dwars door alle generaties en sociaaleconomische situatie heen voor iedereen een plek in ons land te vinden is. Om als kind waardig te kunnen opgroeien, zonder dat schulden en armoede je bij voorbaat van je toekomst beroven. Om te kunnen studeren en je talenten in te zetten, zonder dat je bijna tot je pensioen vastzit aan een grote schuld. Om in veiligheid en vrijheid te kunnen leven, zonder dat de drugsmaffia of - verder weg - internationale agressors ongestraft hun gang kunnen gaan. Om herstel van vertrouwen in de overheid en in elkaar, over verschillen heen, omdat alleen zo onze samenleving een samenleving blijft. Om recht doen aan mensen ver weg en dichtbij.
Het zijn grote opgaven en deze coalitie heeft grote ambities om aan die toekomst te werken. Het coalitieakkoord laat dat ook zien. We trekken veel geld uit; voor klimaat, voor betaalbaar wonen, voor perspectief voor gezinnen, voor beter onderwijs, voor een toekomst voor de boeren met kringlooplandbouw, voor goede zorg. We zetten een koers uit voor een langere tijd, meerdere kabinetsperiodes, waarin we zelf de eerste betekenisvolle stappen zullen zetten.
…en omzien naar elkaar
Juist in deze pittige tijd is het nu de vraag: hoe houden we de boel bij elkaar? Kunnen we ervoor zorgen dat iedereen meekomt? Kunnen we ook in het dagelijks leven van mensen laten zien dat we het hier niet alleen voor onszelf leven, maar juist ook voor onze naaste. Des te belangrijker is dan dat andere stukje van de titel van het coalitieakkoord. Het ‘omzien naar elkaar’.
Ik denk dan aan mensen die het net wel of net niet redden. Bestaanszekerheid is voor ons een heel belangrijk thema geweest tijdens de onderhandelingen. Betaalbare huizen, een hoger minimumloon, hogere uitkeringen, meer zekerheid rond werk, de kans voor iedereen om te studeren. Dit zijn de zaken die mede bepalen of we in ons land de boel bij elkaar kunnen houden, of dat we compleet uiteenvallen in een zelfredzame, rijke bovenlaag en een aan hun lot overgelaten onderklasse. En voor ons was het cruciaal dat dit coalitieakkoord juist ook goed nieuws zou zijn voor de mensen die het vaak net niet redden. Juist zij hebben recht op meer bestaanszekerheid.
Ik denk ook aan de mensen die al door het ijs zijn gezakt. Die vastzitten in armoede en schulden, die dakloos zijn geworden, gevlucht zijn, worden uitgebuit als arbeidsmigrant of prostituee. Dit coalitieakkoord bevat opnieuw veel extra geld en garandeert extra inzet om het gruwelijke onrecht waar deze mensen onder te lijden hebben, veel sterker wordt aangepakt.
Ik denk, tot slot, aan heel veel mensen die gewoon hun leven leidden, die weinig van de overheid nodig hadden, tot die overheid zelf hen platwalste. De slachtoffers van de toeslagenaffaire of de aardbevingsschade in Noord-Nederland. De anonieme overheid die zij tegenover zich vonden, moet weer een mensgerichte overheid worden, met wetten die deugen en loketten waarachter mensen zitten die kunnen luisteren en helpe. Dit coalitieakkoord verandert ook in dat opzicht de koers.
Van mooie woorden naar betekenisvolle daden
Omdat vertrouwen te paard gaat en te voet komt, zal het heersende cynisme en de voelbare polarisatie in politiek en samenleving met dit coalitieakkoord echt niet zomaar ineens verdwenen zijn. Dat realiseer ik me heel goed.
Het enige wat we kunnen doen om langzaam uit dat wak van wantrouwen te komen, is onze mooie woorden omzetten in betekenisvolle daden. Is samen recht te doen aan heel reële noden van grote groepen mensen in onze samenleving. Beter zorg dragen voor de schepping. Is impact hebben met onze diepgevoelde idealen.
Niet voor onszelf, maar voor de ander.
Ruim twee maanden nadat we aan deze onderhandelingen begonnen en alweer negen maanden na de verkiezingen, is dat wat we gaan doen.
De Ierse band U2 zingt: There is a dark that we shouldn’t doubt and there is a light don’t let it go out. En zo is het. Als kinderen van het Licht en navolgers van Christus zijn we geroepen om het goede te doen, het zout van de wereld te zijn, iets van Gods liefde en licht te laten zien in wat we doen. Juist ook als het donker is. Dat is wat we willen gaan doen. Met de moed van de hoop. Onder de zegen van onze goede God.
Gert-Jan Segers
Fractievoorzitter ChristenUnie Tweede Kamerfractie
De ChristenUnie is een politieke partij die, gedreven door het geloof in Gods liefde voor mensen, verantwoordelijkheid neemt voor het bestuur van ons land. We willen impact hebben met onze idealen. Daar hebben we uw steun bij nodig.
Onze leden maken het mogelijk dat onze politici ondersteuning krijgen in hun werk, dat we een nieuwe generatie van politici op kunnen leiden en dat we hoopvolle campagnes kunnen voeren. En wist u dat de ChristenUnie extra subsidie ontvangt voor elk nieuw lid? Wilt u de ChristenUnie blijvend steunen?
Tijdelijke actie: Word nu lid en kies uw welkomstcadeau.