Op weg naar de presidents­verkiezingen: ‘Recht zo die gaat’

maandag 31 januari 2022, 13:00, analyse van dr. Niek Pas i

‘Recht zo die gaat’. Dat lijkt vooralsnog het adagium van het Élysée in de presidentsverkiezingen. De laatste peilingen wijzen erop dat een kwart van de stemmen in de eerste ronde naar Macron i zouden gaan. Comfortabel. Geen enkele andere kandidaat komt bij hem in de buurt. De huidige bewoner van het Élysée is steeds meer ‘président candidat’. Hij stelt de officiële kandidaatstelling nog even uit, wil maximaal profiteren van het presidentschap. Macron reist inmiddels heel Frankrijk door, ‘occupe le terrain’ zoals dat heet, en heeft met het EU-voorzitterschap i een mooie troefkaart in handen. Een oog houdt hij gericht op de economische ontwikkelingen; het andere op het buitenland, met name de Oekraïnse crisis.

Verschillende factoren verklaren dat de uittredende president stabiel (hoog) blijft scoren in de peilingen. In de eerste plaats de pandemie. Inmiddels is 2G (de ‘passe vaccinal’) een feit en zijn impopulaire maatregelen (lockdowns) voorkomen. Er is weliswaar gemopperd op de uitspraak dat Macron ongevaccineerden het leven zuur wil maken maar over het algemeen komt diens crisisbeheer van de pandemie het presidentiële profiel vooral ten goede. En het blijkt bijzonder lastig punten scoren voor de oppositie. Een belangrijke concurrente in de verkiezingsstrijd, Valérie Pécresse van Les Républicains, heeft op dit dossier geen speelruimte aangezien haar achterban in meerderheid het regeringsbeleid steunt.

Een andere factor is politiek-electoraal: een aanzienlijk deel van het electoraat dat Macron in 2017 aan de macht bracht zegt nu weer zijn stem op de wonderboy uit Amiens uit te zullen brengen. Zijn electorale basis is weliswaar relatief smal maar stevig. Voor Pécresse is het voortdurend schipperen tussen extreemrechts en centrumrechts. Daarnaast blijken de Fransen inmiddels vooral bezorgd over hun koopkrachtplaatje. De portemonnee blijft daarmee een (klassieke) politieke factor van belang in de komende presidentielles, nog voor de pandemie, veiligheid en migratie. De regering strooit al enige maanden kwistig met subsidies en kondigde eind januari nog een nieuw pakket lastenverlichtingsmaatregelen aan om potentiële onvrede over snel stijgende energieprijzen te dempen. Maatschappelijke onrust zoals de gele hesjesopstand in 2018-2019 moet koste wat kost voorkomen.

Internationaal zoekt Macron inmiddels naarstig naar een uitweg uit de Oekraïnse crisis. Het voorzitterschap van de EU, zijn visie over de toekomst van Europa en die oude en eigenzinnige Frans-Russische relatie bieden daartoe, in theorie, mogelijkheden. Inmiddels draaien diplomatie en Élyséestaf in de coulissen overuren om het gesprek tussen Frankrijk, Duitsland, Oekraïne en Rusland (het zogeheten ‘format Normandie’) weer tot stand te brengen. Succesvol internationaal crisisbeheer kunnen waardevolle bonuspunten opleveren in de présidentielles.

Voor zover die verkiezingsstrijd momenteel spannend is, geldt dat de strijd om de 2e plek in de finaleronde. Inmiddels is er een nek-aan-nek race (beiden ruim 15% volgens de laatste peilingen eind januari) tussen Marine Le Pen namens het Rassemblement National en Valérie Pécresse. Naar alle waarschijnlijkheid zal de score van Éric Zemmour doorslaggevend zijn. Heel even stak de extreemrechtse opiniemaker afgelopen najaar voorbij Le Pen maar inmiddels zakt hij langzaam maar zeker in (13%). Het ziet er niet naar uit dat de recentelijk (opnieuw) voor racisme veroordeelde kandidaat deze achterstand nog in zijn voordeel gaat ombuigen. De politieke gevoelstemperatuur van het afgelopen najaar bleek door de komeetachtige opkomst van Zemmour beduidend rechtsiger dan het geval is. De uitgebreide media-aandacht die, ook internationaal, uitging naar Zemmour en thema’s als veiligheid en migratie, hebben ertoe geleid dat het beeld is ontstaan dat Frankrijk ‘verrechtst’. Het is maar de vraag of dit klopt. Er valt ook veel te zeggen voor de gedachte dat links er maar niet in slaagt kiezers aan te spreken en te mobiliseren. Het ontbreken van overtuigende narratieven en de grote verdeeldheid zijn hier debet aan.

Inmiddels verwacht niemand meer dat linkse presidentskandidaten nog hoge ogen zullen gooien. Peilingen zijn steeds dramatischer. Alleen Jean-Luc Mélenchon, de radicaallinkse tribun, mag namens La France Insoumise hopen de drempel van 10% te doorbreken. Yannick Jadot, voorman van Europe-Écologie Les Verts (EELV), blijft rond de 7% hangen.

De kandidate van de Parti Socialiste, Anne Hidalgo, zakt steeds verder weg. Op de drempel van februari schommelt ze rond de 3%. Dat is de helft minder dan het dramatische resultaat van haar voorganger Benoît Hamon, in 2017. De gewezen minister van Onderwijs scoorde toen ruim 6%. Het ziet er naar uit dat de burgemeester van Parijs hard op weg is opnieuw een historische afgang voor de socialistische partij in de politieke annalen van Frankrijk bij te schrijven. Gelet op de huidige politieke constellatie ter linkerzijde; de impopulariteit van Hidalgo, en het gemis aan een overtuigend en vooral: (ver)bindend verhaal is het maar de vraag of het nog goed komt met de PS. De zalen van haar verkiezingscampagne bieden een steeds legere aanblik - en dat komt niet door de coronamaatregelen. Het démasqué van de PS heeft mede te maken met het feit dat rivalen ter linkerzijde niet langer van zins zijn de tweede viool te willen spelen. In 2017 schaarde EELV zich nog achter de rode banier van de socialisten. Maar Jadot wil nu de scalp van de als ‘arrogant’ beschouwde PS.

En de versnippering op links is alleen maar toegenomen met de kandidaatstelling van Christiane Taubira. De voormalige minister van Justitie (Parti Socialiste), afkomstig uit Frans-Guyana, heeft zich recentelijk in het strijdgewoel gestort. Ze is de voornaamste kandidate om de zogeheten ‘primaires populaires’ te winnen. Dit burgerinitiatief streeft naar één linkse kandidaat. Hoe sympathiek en politiek vernieuwend ook, weinig ‘grote’ vissen bleken hiervoor te porren. Mélenchon, Jadot en ook Hidalgo wilden er niet aan. Twee jaar geleden heeft Mélenchon al geprobeerd een links eenheidsfront te vormen maar de oproep van de hoogst scorende linkse kandidaat uit 2017 (ruim 19% waarmee hij op de 4e plaats eindigde achter Fillon, Le Pen en Macron) was aan dovemansoren gericht. Jadot zag evenmin heil in deze ‘primaires populaires’: daarvoor heeft hij te hard moeten knokken voor zijn positie van frontman. Immers, in de voorverkiezingen van EELV versloeg hij écoféministe Sandrine Rousseau maar nipt. Kortom, het ziet er vooralsnog niet naar uit dat Taubira het wonder belichaamt waar links Frankrijk naar snakt.

 

dr. Niek pas is Frankrijk-specialist en universitair docent politieke geschiedenis verbonden aan de Universiteit van Amsterdam.