Pegas: besef over de hoogte van de gaswinning drong pas laat door tot Rutte - Hoofdinhoud
DEN HAAG (PDC i) - Besef over de hoogte van de gaswinning in 2013 drong pas in 2018 door tot premier Mark Rutte i. Dat bleek op de op een-na-laatste dag van de verhoren van parlementaire enquêtecommissie aardgaswinning Groningen (Pegas) i, waar naast Rutte ook Shell-CEO Ben van Beurden verhoord werd. De commissie vroeg hen te reconstrueren welk aandeel ze hadden in de recordgasproductie in 2013, die tegen alle veiligheidsadviezen in ging.
Met "spijt, schaamte en verdriet" kijkt Van Beurden, CEO van Shell sinds 2014, terug op de problemen in Groningen. De afgelopen jaren zag hij het draagvlak voor gaswinning verdwijnen, volgens hem omdat de schadeafhandeling niet soepel verliep. Hij noemde de veiligheidsproblemen "maatschappelijk" en wil nog "vele miljarden" investeren in Groningen, voornamelijk in de vorm van huisinspecties, om de Groningers een gevoel van veiligheid terug te geven. Want, stelde hij, het gasveld in Groningen is nu "technisch gezien veilig." Toen commissievoorzitter Tom van der Lee i dit tegensprak reageerde Van Beurden dat al sinds 2020 aan de veiligheidsmodellen van de TNO i wordt voldaan.
De "productiefilosofie" van de Shell-topman werd tot de aardbeving van 2012 in Huizinge vooral gelimiteerd door "commerciële overwegingen." Dat was een "kantelmoment," want daarna kreeg hij oog voor veiligheidsoverwegingen. Er kwam echter niet veel terecht van het verlagen van de gaswinning in de jaren na Huizinge. De uitspraak dat aardbevingen "een normaal onderdeel van de gaswinning" zouden moeten worden kon Van Beurden zich niet herinneren.
Het jaar 2017 was voor Van Beurden een "game changer." Het OM begon toen een strafrechtelijk onderzoek naar de vraag in hoeverre de NAM Groningers met opzet in gevaar had gebracht. Pas toen de NAM winningsplicht kreeg van het Rijk, na onderhandelingen met onder andere Rutte en de CEO van ExxonMobil, Darren Woods, was Van Beurden bereid de productie door te zetten. Voortaan lag de juridische aansprakelijkheid van de gaswinning namelijk bij de Staat.
Premier Rutte kon zich net als Van Beurden een kantelpunt herinneren, maar pas vijf jaar na de recordproductie in 2013 die hem destijds was "ontgaan." Door een interview met Jan de Jong in 2018 drong tot hem door "hoe bizar hoog” de gaswinning eigenlijk was. Voorheen maakte hij zich met name zorgen over verplichtingen in binnen -en buitenland. Hij had de voorkeur om eerst onderzoek te doen voordat de gaskraan dichtgedraaid zou worden. Naar eigen zeggen wist hij niet dat het überhaupt binnen de mogelijkheden viel om de gasproductie al eerder terug te schroeven.
De vastgelopen versterkingsoperatie valt niemand te verwijten volgens Rutte. Tijdens het verhoor had hij moeite met "reconstrueren" wat er allemaal is gebeurd. Zo verwees hij vaak naar de vakministers als de commissie naar zijn betrokkenheid vroeg. Herhaaldelijk sprak Rutte over zijn "rolopvatting" als premier die volgens hem hoofdzakelijk coördinerend en sturend was. Hij kon dus ook niet garanderen dat alle huizen versterkt zullen zijn tegen het streefjaar van 2028.
Opvallend aan het verhoor was een memo waarin Shell gesprekspunten voor een ontmoeting in 2016 naar Rutte stuurde. Die memo kon Rutte zich niet herinneren. Hij verklaarde dat de memo op het ministerie ook onvindbaar is, ondanks dat de commissie de memo wel bij de hand had tijdens het vijf uur durende verhoor.
Bron: NOS, NRC, RTV Noord