Verordening 2022/2456 - Wijziging van Verordening (EU) nr. 1218/2010 betreffende de toepassing van artikel 101, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de EU op bepaalde groepen specialisatieovereenkomsten - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
Inhoudsopgave
officiële titel
Verordening (EU) 2022/2456 van de Commissie van 8 december 2022 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1218/2010 betreffende de toepassing van artikel 101, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op bepaalde groepen specialisatieovereenkomstenofficiële Engelstalige titel
Commission Regulation (EU) 2022/2456 of 8 December 2022 amending Regulation (EU) No 1218/2010 on the application of Article 101(3) of the Treaty on the Functioning of the European Union to certain categories of specialisation agreementsRechtsinstrument | Verordening |
---|---|
Wetgevingsnummer | Verordening 2022/2456 |
Regdoc-nummer | C(2022)8874 |
Celex-nummer i | 32022R2456 |
Document | 08-12-2022; Datum goedkeuring |
---|---|
Bekendmaking in Publicatieblad | 15-12-2022; PB L 321 p. 3-4 |
Inwerkingtreding | 18-12-2022; in werking datum publicatie +3 zie art 2 |
Einde geldigheid | 31-12-9999 |
15.12.2022 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 321/3 |
VERORDENING (EU) 2022/2456 VAN DE COMMISSIE
van 8 december 2022
tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1218/2010 betreffende de toepassing van artikel 101, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op bepaalde groepen specialisatieovereenkomsten
(Voor de EER relevante tekst)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EEG) nr. 2821/71 van de Raad van 20 december 1971 betreffende de toepassing van artikel 85, lid 3, van het Verdrag op groepen van overeenkomsten, besluiten en onderling afgestemde feitelijke gedragingen (1),
Na bekendmaking van deze ontwerpverordening (2),
Na raadpleging van het Adviescomité voor mededingingsregelingen en economische machtsposities,
Overwegende hetgeen volgt:
1) |
Verordening (EEG) nr. 2821/71 verleent de Commissie de bevoegdheid om bij verordening en overeenkomstig artikel 101, lid 3, van het Verdrag te verklaren dat artikel 101, lid 1, van het Verdrag niet van toepassing is op bepaalde groepen specialisatieovereenkomsten. |
2) |
Verordening (EU) nr. 1218/2010 van de Commissie (3) omschrijft groepen specialisatieovereenkomsten waarvan volgens de Commissie kan worden aangenomen dat zij gewoonlijk aan de voorwaarden van artikel 101, lid 3, van het Verdrag voldoen. Die verordening verstrijkt op 31 december 2022. |
3) |
Op 5 september 2019 is de Commissie begonnen met een evaluatie van Verordening (EU) nr. 1218/2010. Uit de bij de evaluatie verzamelde gegevens blijkt dat Verordening (EU) nr. 1218/2010 een nuttig instrument is en dat de regels ervan relevant blijven voor belanghebbenden. Op basis van de resultaten van de evaluatie is de Commissie op 7 juni 2021 gestart met een effectbeoordeling van beleidsopties voor de vaststelling van een nieuwe groepsvrijstellingsverordening voor specialisatieovereenkomsten. |
4) |
Om de Commissie voldoende tijd te geven om het proces voor de vaststelling van een nieuwe groepsvrijstellingsverordening voor specialisatieovereenkomsten af te ronden, en krachtens de bevoegdheid van de Commissie uit hoofde van artikel 2, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 2821/71, moet de toepassingsperiode van Verordening (EU) nr. 1218/2010 met zes maanden worden verlengd. |
5) |
Verordening (EU) nr. 1218/2010 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
In artikel 7 van Verordening (EU) nr. 1218/2010 wordt de tweede alinea vervangen door:
“Zij vervalt op 30 juni 2023.”.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de derde dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 8 december 2022.
Voor de Commissie
De voorzitter
Ursula VON DER LEYEN
-
PB L 285 van 29.12.1971, blz. 46. Met ingang van 1 december 2009 is artikel 81 van het EG-Verdrag (voorheen artikel 85 van het EEG-Verdrag) artikel 101 van het Verdrag geworden. Deze bepalingen zijn in wezen identiek. Voor zover van toepassing, moeten in deze verordening verwijzingen naar artikel 85 van het EEG-Verdrag of artikel 81 van het EG-Verdrag worden gelezen als verwijzingen naar artikel 101 van het Verdrag.
-
Verordening (EU) nr. 1218/2010 van de Commissie van 14 december 2010 betreffende de toepassing van artikel 101, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op bepaalde groepen specialisatieovereenkomsten (PB L 335 van 18.12.2010, blz. 43).
Lees meer
Deze wettekst is overgenomen van EUR-Lex.
Dit dossier wordt iedere nacht automatisch samengesteld op basis van bovenstaande dossiers. Hierbij is aan de technische programmering veel zorg besteed. Een garantie op de juistheid van de gebruikte bronnen en het samengestelde resultaat kan echter niet worden gegeven.
Van deze pagina bestaat een uitgebreide versie met de juridische context, de Europese rechtsgrond, een overzicht van verwante dossiers en de betrokken zaken van het Europees Hof van Justitie.
De uitgebreide versie is beschikbaar voor betalende gebruikers van de EU Monitor van PDC Informatie Architectuur.
Met de EU Monitor volgt u alle Europese dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.
De EU Monitor is ook beschikbaar in het Engels.