De nieuwe gedragscode voor Europarlementariërs: voegt Metsola daad bij woord? - Hoofdinhoud
De voorzitter van het Europees Parlement, Roberta Metsola i, presenteerde half januari het grote anti-corruptie plan in reactie op het Qatargate schandaal dat de Brusselse wandelgangen afgelopen december flink deed beven. Dit anti-corruptieplan bestaat uit veertien ‘puntjes van verbetering’ die de geldende gedragscode voor Europarlementariërs aanvult en in sommige gevallen verandert.
Het veertienpuntenplan werd zorgvuldig gelekt naar internationale media als POLITICO en Euractiv om in de nieuwsladder van het Europees Parlement een beetje tegenwicht te bieden aan alle scandaleuze koppen over koffers met geld, arrestaties en immuniteitsprocedures. Metsola heeft het haar missie gemaakt het vertrouwen in het enige rechtstreeks verkozen orgaan van de Europese Unie i (EU) terug te winnen.
Zal het veertienpuntenplan hier in slagen? In dit artikel een beschouwing van de totstandkoming van het plan, de belangrijkste punten, de reactie én een bruggetje naar de geldende gedragscode voor Tweede Kamerleden.
Inhoudsopgave
Door het corruptieschandaal laaide de discussie op over de integriteit van Europarlementariërs. De bestaande gedragscode had klaarblijkelijk tekort geschoten. Op 15 december nam het Europees Parlement met ruime steun een resolutie aan die erkende dat de controle- en waarschuwingsmechanismen van de EU-instellingen hadden gefaald. Het standpunt van politieke betekenis, afkomstig van het Parlement, deed onder andere een oproep aan zichzelf en aan de andere EU-instellingen om vastberaden te reageren en schetste daarbij ook meteen wat deze reactie dan zou moeten zijn.
Zo zou het Parlement onder andere een nieuwe commissie moeten organiseren die, voortbordurend op het werk van de Commissie Constitutionele Zaken i, zich zou buigen over de integriteit en activiteiten van de Europarlementariërs. Aanvullend werd er in de resolutie voorgesteld om een speciale ondervoorzitter aan te wijzen die zou worden belast met integriteit, bestrijding van corruptie en buitenlandse inmenging in het Parlement.
Er kwam een verzoek aan de Commissie om zo snel mogelijk een ethisch orgaan op te richten dat toezicht zou houden op de naleving van de gedragscode en lobbyactiviteit in de gehele Unie. Verder was het Parlement van mening dat het toepassingsgebied van het transparantieregister moest worden uitgebreid met opgave van niet EU-landen.
Het transparantieregister zou überhaupt moeten worden verplicht voor zowel huidige als voormalige leden. Ook stonden de Europarlementiërs achter het voorstel om een vermogensverklaring van alle leden aan het begin en het einde van hun mandaat in te stellen.
Wie de veertien voorgestelde hervormingen uit Metsola's anti-corruptieplan naast de resolutie van 15 december legt, ziet in een oogopslag dat zij zich terecht heeft laten inspireren. Opmerkelijk is dat juist alle bovengenoemde operatieve clausules uit de resolutie niet zijn terug te vinden in het veertienpuntenplan, wat leidde tot kritiek (daarover later meer).
Op 12 januari besprak Metsola haar voorstel met alle fractievoorzitters plus één vertegenwoordiger van de Europarlementariërs die niet zijn aangesloten bij een fractie, beter bekend als de Conferentie van Voorzitters. Inmiddels weten we dat (achter gesloten deuren) het veertienpuntenplan goed werd ontvangen tijdens dit overleg. De opvolgende dinsdag was het aan de andere aanwezige Europarlementariërs om hun oordeel te vellen tijdens de plenaire vergadering in Straatsburg. Eindstand is dat de veertien punten binnen enkele maanden deel zullen uitmaken van de gedragscode voor leden van het Europees Parlement. En nu is natuurlijk de grote vraag op welke manieren dit de lobbyvrijheden die Europarlementariërs voorheen genoten (en in sommige gevallen blijkbaar wel heel soepeltjes interpreteerden) zal inperken.
De meest opvallende maatregel uit het veertienpuntenplan is dat er een lobbyverbod van twee jaar zal komen voor oud-Europarlementariërs. De zogeheten afkoelperiode beoogt dat Europarlementariërs niet direct na hun vertrek doorrollen in een functie als lobbyist met oneerlijk veel ingangen in het Parlement. Zal het zonder draaideur lastiger worden om gunstig beleid naar binnen te sluizen? Oud-Europarlementariërs mogen hun toegangspasjes in ieder geval inleveren en zullen voortaan onder begeleiding enkel met een dagpas door het Parlementsgebouw kunnen dwalen.
Verder zullen er volgens het veertienpuntenplan een aantal nieuwe transparantieregisters in het leven worden geroepen. Zo wordt het voor Europarlementariërs, hun medewerkers en ambtenaren verplicht te rapporteren wanneer, met wie en waar ze betrokken zijn in wetgevingsactiviteiten. Voorheen werden alleen rapporteurs en commissievoorzitters hiertoe verplicht. Ook krijgen Europarlementariërs een verplichting om ontmoetingen met derden openbaar te maken. Ze zullen hun inkomstenbronnen moeten opgeven en groepen die landen buiten de EU vertegenwoordigen, worden verplicht zich in te schrijven in het lobbyregister.
Deze hervormingen worden doorgevoerd op de gedragscode die sinds 2012 bestaat. Een schending van deze regels kon dusver in het ergste geval leiden tot een boete, bekendmaking door de voorzitter van het Parlement tijdens de plenaire vergadering en een prominent geplaatste veroordeling op de website van het Parlement tot het einde van de zittingsperiode.
Al met al waren er dus minimale consequenties gekoppeld aan het schenden van integriteit. Het was deze ‘cultuur van straffeloosheid’ die volgens Follow the Money (FTM) grotendeels verklaart hoe corruptie op ‘Qatargate-schaal’ heeft kunnen plaatsvinden. Daarom is het van meerwaarde dat het veertienpuntenplan naast het scherpstellen van de normen en verwachtingen omtrent integriteit, ook een aantal nieuwe sancties invoert.
Om het vertrouwen in het Parlement terug te winnen heeft Metsola namelijk voorgesteld dat de uitgebreidere transparancy portal prominenter op de website wordt geplaatst. Zo zou iedereen die nieuwsgierig is naar de agenda, reisjes en gekregen geschenken van een Europarlementariër, een stuk wijzer moeten zijn na het intypen van een enkele zoekopdracht. Ook komen er willekeurige controles van groepen die zich hebben geregistreerd in het lobbyregister (door wie is nog onduidelijk). Er gaan geruchten rond over een voorstel dat de pensioenen van Europarlementariërs kunnen worden ontnomen als ze veroordeeld worden voor een straf vanaf twee jaar. Dit zou bij uitstek de meest dreigende sanctie zijn, mocht het worden doorgevoerd.
Een veel geuit punt van kritiek gaat over het toezicht op de naleving van de nieuwe gedragscode. Zonder onafhankelijke monitoring op het reilen en zeilen van Europarlementariërs is handhaving van deze regels onbegonnen werk. Daarom benadrukken critici dat het cruciaal is om ook een onafhankelijk toezichtsorgaan op te richten, zoals omschreven in de operatieve clausules in de resolutie van december. Transparancy International EU is stellig dat zelfhandhaving van het Parlement geen goede optie is. Zo pleiten zij dat OLAF, naast een grotere rol, ook toegang tot de kantoren in het Brusselse hoofdkwartier moet krijgen.
De Advisory Committee on the Conduct of Members, wat nu voornamelijk belast is met het jaarlijks uitbrengen van een rapport, zou ook meer toezichtsverantwoordelijkheid toebedeeld kunnen krijgen. Een belangrijke verandering die critici echter verwelkomen is dat in de toekomst ook het EOM een verzoek mag doen tot opheffing van parlementaire immuniteit. Voorheen konden dergelijke verzoeken alleen vanuit het Parlement zelf komen. Zo was het de Commissie Juridische Zaken i die in 2021 aan de bel trok in de zaak-Puigdemont.
De Financial Times verzamelde onder meer de kritiek dat in het veertienpuntenplan geen verbod op het aannemen van reisjes (aangeboden door derde landen) was meegenomen. Waarom überhaupt geen verbod op het aannemen van cadeaus of activiteiten? In het Parlement uitten Europarlementariërs zelf ook hun zorgen over dat de voorgestelde hervormingen niet verstrekkend genoeg zouden zijn. De linkse en groene fracties waren bijvoorbeeld voor het opgeven van bezittingen. De sociaaldemocratische fractie had daarnaast betere bescherming voor klokkenluiders verwacht.
Een sluitend mechanisme dat bescherming biedt aan klokkenluiders had volgens Simon van Dorpe, Belgisch jurist en onderzoekjournalist bij FTM, ook de prioriteit van Metsola moeten zijn. Het is opvallend dat het Bureau van het Europees Parlement i in het veertienpuntenplan geen hervormingen voor zichzelf heeft voorgesteld, aangezien zij ethische en financiële hervormingen van de gedragscode voorheen dikwijls in de weg zaten. “Beter laat dan nooit” voegt van Dorpe toe, het veertienpuntenplan is een stap in de goede richting want de normen in de gedragscode waren “hopeloos verouderd.” Hij kan beamen dat de transparantieregisters gunstig zijn voor de onderzoekjournalistiek.
Wat dat betreft is van Dorpe optimistisch over de hervormingen. “Het schandaal is een eyeopener geweest waardoor Europarlementariërs de hand in eigen boezem steken.” Maar, wat de cultuur van straffeloosheid pas echt zal veranderen is het “afschrikkend effect van de tussenkomst van het gerecht.” Het signaal dat de Belgische autoriteiten hebben afgegeven brengt nog veel meer teweeg dan de nieuwe gedragscode.
Het plan is eigenlijk vooral van meerwaarde voor het vertrouwen in de EU. Het Parlement heeft met name communicatief veel macht en kan veel sturen in het imago van andere landen. Daar komt nog bij dat het voor belangenbehartigers de meest toegankelijke instelling van de Unie is. Heldere integriteitsregels en transparantie zijn om die reden noodzakelijk, en dat terwijl het Parlement vergeleken met nationale parlementen al betrekkelijk transparant.
Tot slot een vergelijking tussen de punten uit Metsola’s plan die zich leenden voor een opvallende vergelijking met de gedragscode voor Tweede Kamerleden.
Nieuwe gedragscode Europarlementariërs |
Gedragscode Tweede Kamerleden |
---|---|
Afkoelperiode van twee jaar voor Europarlementariërs die het Parlement verlaten. |
Hoewel er voor bewindspersonen sinds dit kalenderjaar ook een afkoelperiode van twee jaar bestaat is dit niet geval voor Tweede Kamerleden. Een onderzoek van de Volkskrant en Open State Foundation wees in 2021 uit dat destijds bijna 1 op de 3 Kamerleden en bewindslieden na vertrek een lobbyfunctie kregen. In 2021 werd er overigens wel een motie aangenomen dat pleitte voor een afkoelperiode voor Tweede Kamerleden. |
Een vollediger lobbyregister. |
De Tweede Kamer heeft sinds 2012 een openbaar register van belangenbehartigers/lobbyisten met een vaste toegangspas voor de Kamer. |
Europarlementariërs, medewerkers en ambtenaren moeten alle afspraken die betrekking hebben tot wetgevingsactiviteit rapporteren. |
De Tweede Kamer heeft een publieke agenda maar de individuele agenda’s van Kamerleden, hun medewerkers en ambtenaren hoeft niet publiekelijk zichtbaar te zijn. |
Rapporteurs (of schaduw rapporteurs) moeten voorafgaand aan het schrijven van een rapport verklaren welk belangenconflict ze hebben met het onderwerp waar ze over rapporteren. In bepaalde gevallen zullen ze dit ook presenteren aan desbetreffende commissies of tijdens de plenaire vergadering. |
De Griffie plenair houdt openbare registers bij van de belangen, nevenactiviteiten en -inkomsten van alle Tweede Kamerleden. |
Verbod op de onofficiële vriendschapsgroepen van Europarlementariërs met niet EU-landen. |
De Tweede Kamer heeft contactgroepen met België, Duitsland, Verenigd Koninkrijk, Frankrijk en de Verenigde Staten. Deze groepen zijn echter ‘officieel’ ondanks dat ze bedoelt zijn om informeel en vriendschappelijk contact te bevorderen. |
Opgeven inkomstenbronnen. |
Tweede Kamerleden zijn verplicht hun neveninkomsten op te geven. |
Voormalige Europarlementariërs krijgen niet langer een permanente toegangspas waarmee ze de gebouwen in Brussel kunnen binnen treden. In plaats daarvan zullen ze bij een speciale balie dagpassen moeten aanvragen. (Pier Antonio Panzeri kreeg zo zijn zaakjes geregeld onder zijn NGO Fight Impunity nadat hij het Parlement in 2019 verliet). |
Per 1 maart 2022 kunnen voormalige Tweede Kamerleden het Kamergebouw niet langer binnentreden met hun toegangspas. Voorheen hadden oud-leden levenslang recht op zo’n pas. |
Medewerkers van Europarlementariërs en ambtenaren van het Europees Parlement mogen geen leidinggevende functies bekleden in NGO’s. Dit geldt niet voor Europarlementariërs. Dit is een van de grootse punten van kritiek van Transparancy EU. De hervormingen zijn teveel gericht op medewerkers, in plaats van Europarlementariërs. |
Voor zowel Tweede Kamerleden als ambtenaren is wettelijk bepaalt welke functies ‘onverenigbaar’ zijn met hun lidmaatschap of ambt. Dit betreft voornamelijk functies in andere bestuurlijke organisaties. Er zijn geen Tweede Kamerleden die een leidinggevende functie hebben binnen NGO’s. |
Isabel van Groenigen is als redacteur bij PDC verbonden aan het Montesquieu Instituut.
Meer over ...