Verslag van een schriftelijk overleg met de de staatssecretaris van OCW en de staatssecretaris van Financiën - Fiscaliteit en Belastingdienst over Beleidsreactie advies “Onvervangbaar & onmisbaar. Naar een dynamisch beschermingsmodel voor de Collectie Nederland” - Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2022 (Incidentele suppletoire begroting inzake verwerving kunstwerk) - Hoofdinhoud
Dit verslag van een schriftelijk overleg is onder nr. P toegevoegd aan wetsvoorstel 35984 - Incidentele suppletoire begroting Onderwijs, Cultuur en Wetenschap 2022 (verwerving kunstwerk) i.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2022 (Incidentele suppletoire begroting inzake verwerving kunstwerk); Verslag van een schriftelijk overleg met de de staatssecretaris van OCW en de staatssecretaris van Financiën - Fiscaliteit en Belastingdienst over Beleidsreactie advies “Onvervangbaar & onmisbaar. Naar een dynamisch beschermingsmodel voor de Collectie Nederland” |
---|---|
Documentdatum | 28-03-2023 |
Publicatiedatum | 28-03-2023 |
Nummer | KST35984P |
Kenmerk | 35984, nr. P |
Externe link | origineel bericht |
Originele document in PDF |
Eerste Kamer der Staten-Generaal
2023
Vergaderjaar 2022-
35 984
Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2022 (Incidentele suppletoire begroting inzake verwerving kunstwerk)
VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Vastgesteld 28 maart 2023
De vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap1 had kennisgenomen van de brief2 van 27 december 2022, waarmee de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap de beleidsreactie op het advies «Onvervangbaar & onmisbaar. Naar een dynamisch beschermingsmodel voor de Collectie Nederland»3 van de Commissie Collectie Nederland van de Raad voor Cultuur aanbood. De leden van de fracties van de VVD en GroenLinks hadden naar aanleiding daarvan gezamenlijk een aantal vragen.
Naar aanleiding hiervan zijn op 9 februari 2023 brieven gestuurd aan de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en aan de Staatssecretaris van Financiën - Fiscaliteit en Belastingdienst.
De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heeft op 27 maart 2023 gereageerd.
De commissie brengt bijgaand verslag uit van het gevoerde schriftelijk overleg.
De griffier van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
Dragstra
1 Samenstelling:
Essers (CDA), Ganzevoort (GL), Van Strien (PVV), Van Apeldoorn (SP), Atsma (CDA), Pijlman (D66) (ondervoorzitter), Schalk (SGP), Klip-Martin (VVD), De Bruijn-Wezeman(VVD), Baay-Timmerman (50PLUS), Beukering (Fractie-Nanninga). A.J.M. van Kesteren (PVV), De Blécourt-Wouterse (VVD), Vos (PvdA), Van den Berg (VVD), Dessing (FVD), Doornhof (CDA), Veldhoen (GL), Krijnen (GL), Van der Voort (D66), De Vries (Fractie-Otten), Nanninga (Fractie-Nanninga), Raven (OSF) Verkerk (CU) (voorzitter), Prast (PvdD) en Fiers (PvdA).
2 Kamerstukken I 2022/23, 35 984, O.
3 Onvervangbaar & onmisbaar. Naar een dynamisch beschermingsmodel voor de Collectie Nederland (advies van de Commissie Collectie Nederland van de Raad voor Cultuur van februari 2022), Den Haag: Raad voor Cultuur 2022.
kst-35984-P ISSN 0921 - 7371 's-Gravenhage 2023
BRIEF VAN DE VOORZITTER VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP
Aan de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Den Haag, 9 februari 2023
De vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heeft met belangstelling kennisgenomen van uw brief1 van 27 december 2022, waarmee u de beleidsreactie op het advies «Onvervangbaar & onmisbaar. Naar een dynamisch beschermingsmodel voor de Collectie Nederland»2 van de Commissie Collectie Nederland van de Raad voor Cultuur heeft aangeboden. De leden van de fracties van de VVD en GroenLinks hebben naar aanleiding daarvan gezamenlijk de volgende vragen.
U schrijft in uw brief op pagina 3 het volgende:
«Het kabinet vindt het belangrijk om particulieren en private organisaties te ondersteunen en te waarderen voor hun inzet. Het behoud van cultuurgoederen voor toekomstige generaties is een taak die we alleen gezamenlijk kunnen vormgeven, met particulieren, musea en overheden. Een collectie kan ontstaan bij een particulier of private organisatie, maar op enig moment kan de particulier besluiten deze over te dragen aan een publieke collectie die in eigendom is van een overheid. Dit vraagt uiteraard om goede samenwerking en kennisuitwisseling, vanuit een gelijkwaardige positie. Daarom zet ik in op betere communicatie over fiscale regelingen, en op ondersteuning bij beheer en behoud van collecties, en het verbeteren van de digitale toegankelijkheid. Ik heb de RCE gevraagd deze taak namens mij in te vullen. Hiermee kom ik tegemoet aan de opmerkingen van de commissie dat de overheid in de ogen van particulieren te veel op afstand is komen te staan. Particulieren krijgen hiermee één aanspreekpunt bij de rijksoverheid.»
Tegelijkertijd heeft de Staatssecretaris van Financiën - Fiscaliteit en Belastingdienst echter middels het Belastingplan 2023 per 1 januari 2023 een nieuwe belastingmaatregel ingevoerd voor aftopping van de aftrek voor de inkomstenbelasting van periodieke giften door particulieren aan algemeen nut beogende instellingen (hierna: ANBI of ANBI's). Dit betreft bijvoorbeeld giften aan musea boven een bedrag van € 250.000 per jaar. Deze maatregel die het behoud van cultuurgoederen voor toekomstige generaties blijvend ondermijnt, staat haaks op het beleid zoals door u omschreven in uw brief, waarin u spreekt over samenwerking van de overheid met particuliere schenkers vanuit een gelijkwaardige positie. De ANBI-aftopping staat ook haaks op het huidige regeringsbeleid ten aanzien van filantropie (het stimuleren van geefgedrag, het bevorderen van transparantie en betrouwbaarheid van de sector, en het bevorderen van samenwerking tussen overheid en filantropie).
Ter onderbouwing van de ANBI-belastingmaatregel die op Prinsjesdag plotseling werd aangekondigd, werd aanvankelijk door voornoemde Staatssecretaris gewezen op oneigenlijk ANBI-gebruik door particulieren. Fiscale motieven van particulieren om zo min mogelijk belasting te betalen, zouden bij hoge schenkingen prevaleren boven vrijgevigheid. Schenkers doen echter blijvend afstand van vermogen waarvan de waarde groter is dan de giftenaftrek, dus is van oneigenlijk gebruik geen sprake.
Een tweede reden die door de Staatssecretaris ter onderbouwing werd genoemd, is het tegengaan van ANBI-misbruik. Dit misbruik blijkt op geringe schaal voor te komen en staat op geen enkele wijze in verhouding tot de genomen generieke belastingmaatregel als doelmatige oplossing. Bovendien blijkt, zo heeft ook de Staatssecretaris erkend, dat de belangrijkste oorzaak van ANBI-misbruik is gelegen in het feit dat de Belastingdienst het toezicht op ANBI's in het geheel niet op orde heeft.
Uit het advies «Beter geven. Dertien verbetervoorstellen voor vereenvoudiging en versterking van de giftenaftrek en de ANBI regels» blijkt dat 40% van de grote gevers overweegt om minder te schenken als de ANBI-giftenaftrek wordt beperkt.3 De Eerste Kamer heeft daarom over de ANBI-aftopping op 20 december 2022 twee moties aangenomen. Eén motie roept de regering op deze belastingmaatregel niet uit te voeren dan nadat eerst de onbedoelde negatieve financiële effecten voor maatschappelijke organisaties met de ANBI-status, zoals cultuurinstellingen, in kaart zijn gebracht en de Kamer over de uitkomsten daarvan is geïnformeerd.4 Een tweede aangenomen motie gaat over hoe de fiscale belemmeringen bij het schenken aan ANBI's vanuit een vennootschap weggenomen kunnen worden, zodat het voor bedrijven financieel relatief aantrekkelijk blijft om te doneren aan goede doelen zoals musea.5
Graag vragen de fractieleden van de VVD en GroenLinks u te reflecteren op de bovenstaande overwegingen inzake de per 1 januari 2023 ingevoerde ANBI-aftoppingbelastingmaatregel die haaks staat op uw beleidsreactie, en vervolgens aan te geven of er vanuit uw positie mogelijkheden zijn om de per 1 januari 2023 ingevoerde nieuwe belastingmaatregel die het behoud van cultuurgoederen voor toekomstige generaties ongekend hard raakt, ongedaan te maken.
Omdat u in uw brief aangeeft met de Staatssecretaris van Financiën -Fiscaliteit en Belastingdienst in gesprek te zijn, willen de fractieleden van de VVD en GroenLinks vragen of u in dat gesprek ook de door hem genomen fiscale ANBI-maatregelen die het particulier mecenaat hard raken, zou willen betrekken.
Is het daarnaast mogelijk de toezegging te krijgen dat de bestaande fiscale regelingen voor het particulier mecenaat (waaronder de voor de cultuursector succesvolle successieregeling) niet plotseling in het Belastingplan 2024 ter discussie zullen komen te staan?
Tot slot willen de fractieleden van de VVD en GroenLinks u om een nadere reactie vragen op de in uw brief aangegeven doelstellingen van het Museaal Aankoopfonds, die wel worden verankerd, maar helaas niet in het budget van het Museaal Aankoopfonds zijn vastgelegd. Zonder een vooraf bekend en vooraf jaarlijks gereserveerd vast budget voor het Museaal Aankoopfonds om te besteden aan museale verwervingen, houdt het voor de Collectie Nederland in de nabije toekomst mogelijk snel op. Er is gelukkig wel een incidentele aanvulling van 19 miljoen euro uit de eindejaarsmarge voor het Museaal Aankoopfonds, maar deze incidentele aanvulling is ver verwijderd van een aanzuivering tot het oorspronkelijke budget van 50 miljoen euro. Voornoemde fractieleden vernemen graag wat u voornemens bent te doen teneinde te komen tot een structurele en periodieke aanvulling van dit budget.
De vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap ziet met belangstelling uit naar uw reactie en ontvangt deze graag binnen vier weken na dagtekening van deze brief. De Staatssecretaris van Financiën -Fiscaliteit en Belastingdienst ontvangt een afschrift van deze brief.
Voorzitter van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
M.J. Verkerk
BRIEF VAN DE VOORZITTER VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP
Aan de Staatssecretaris van Financiën - Fiscaliteit en Belastingdienst Den Haag, 9 februari 2023
In de bijlage treft u een afschrift aan van de op 9 februari 2023 verzonden brief aan de Staatssecretaris Cultuur en Media inzake haar beleidsreactie op het advies «Onvervangbaar & onmisbaar. Naar een dynamisch beschermingsmodel voor de Collectie Nederland» van de Commissie Collectie Nederland van de Raad voor Cultuur. De vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap vertrouwt erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
Voorzitter van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
M.J. Verkerk
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP
Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 27 maart 2023
Hierbij stuur ik u de antwoorden op de vragen van de fractieleden van de VVD en GroenLinks van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over mijn brief van 27 december 2022 inzake de beleidsreactie op het advies «Onvervangbaar & onmisbaar. Naar een dynamisch beschermingsmodel voor de Collectie Nederland». De beantwoording van de vragen over de fiscale ondersteuning van cultuur vindt plaats mede namens de Staatssecretaris van Financiën - Fiscaliteit en Belastingdienst.
De leden van de fracties van de VVD en GroenLinks schetsen in de brief dat de maatregel van het kabinet om de aftrek van periodieke giften aan algemeen nut beogende instellingen (ANBI) te begrenzen op € 250.000 per jaar haaks staat op de beleidsreactie ten aanzien van de Collectie Nederland. Dat oordeel deelt het kabinet niet. Het kabinet vindt het belangrijk om de bijdrage van particulieren en private organisaties, in dit geval aan het behoud van cultuurgoederen, te stimuleren en hen te waarderen voor hun inzet. Dat doet het kabinet op verschillende manieren. De door uw Kamer genoemde regeling is daar één van. Een gezond klimaat voor particulier mecenaat bestaat echter uit meer dan fiscale regelingen. Zoals ik in mijn brief verwoord heb, dient er ook aandacht te zijn voor de ondersteuning bij beheer en behoud van collecties en het verbeteren van de digitale toegankelijkheid. Het rapport van Commissie Collectie Nederland biedt inzicht in nieuwe manieren om de particuliere bijdrage aan het behoud van cultuurgoederen te stimuleren.
De beperking van de periodieke giftenaftrek tot € 250.000 maakt onderdeel uit van het (inmiddels tot wet verheven) wetsvoorstel Belastingplan 2023 dat door zowel de Tweede Kamer als uw Kamer is aangenomen. Er is gekozen voor deze maatregel omdat uit de signalen en cijfers in het Interdepartementaal beleidsonderzoek (IBO) Vermogensverdeling blijkt dat er sprake kan zijn van dusdanig hoge bedragen aan periodieke giften dat de giftenaftrek de volledige grondslag voor de inkomstenbelasting (box 1, 2 en 3) tot € 0 reduceert. Met deze maatregel wordt de giftenaftrek gecontinueerd maar wordt de balans in de giftenaftrek meer rechtgetrokken waar het gaat om zeer hoge giften in combinatie met zeer hoge inkomens. Bij de parlementaire behandeling van het Belastingplan is uitvoerig aandacht besteed aan de invoering van beperking van de giftenaftrek. Het Kabinet zal oog houden voor de effecten die hieruit voortvloeien, zoals ook mijn collega Van Rij met de Kamer heeft afgesproken naar aanleiding van de motie Essers6. Daarnaast zijn wij in gesprek met de sector waarmee we de vinger aan de pols houden.
De leden van de fracties van de VVD en GroenLinks vragen ook of het mogelijk is toegezegd te krijgen dat bestaande regelingen voor particulier mecenaat, waaronder de successieregeling, niet ter discussie komen te staan. Het kabinet hecht waarde aan de successieregeling, die het mogelijk maakt om (gedeeltelijke) kwijtschelding te krijgen op de erfbelasting als voorwerpen van waarde voor Collectie Nederland worden overdragen aan het Rijk7. Op dit moment zijn er geen voornemens om deze fiscale regelingen ter discussie te stellen.
Zoals opgemerkt zijn de Staatssecretaris van Financiën - Fiscaliteit en Belastingdienst en ik in gesprek met elkaar over het fiscale instrumentarium om het geven aan cultuur te stimuleren. Mijn doel daarbij is om te verkennen welke mogelijkheden er zijn om het geven aan cultuur meer te stimuleren. Ik neem in deze gesprekken ook de aanbevelingen van de Commissie Collectie Nederland en de culturele ANBI in mee.
Ten aanzien van de vraag over het Museaal Aankoopfonds heb ik reeds in mijn beleidsreactie aangegeven niet van plan te zijn dit budget structureel aan te vullen. Het fonds is sinds zijn instelling in 1999 steeds incidenteel van extra middelen voorzien. Ook ik zet mij in om het niveau van het Aankoopfonds te borgen waarvoor ik een bijdrage van € 19 miljoen toevoegde. Eind 2022 zat er nog ruim € 41 miljoen in dit Fonds. Daarnaast heb ik ervoor gekozen om in mijn ambtsperiode de Bijdrage Aankopen van het Mondriaanfonds met € 8 miljoen aan te vullen. Overigens merk ik op dat de Collectie Nederland niet alleen wordt verrijkt door aankopen, maar ook door schenkingen. Ten slotte zetten dagelijks vele musea in Nederland zich in om samen met bijdragen van particuliere fondsen de Collectie Nederland te verrijken met nieuwe aanwinsten en deze te tonen voor een divers publiek.
De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
-
G.Uslu
Eerste Kamer, vergaderjaar 2022-2023, 35 984, P 7
Kamerstukken I 2022/23, 35 984, O.
Onvervangbaar & onmisbaar. Naar een dynamisch beschermingsmodel voor de Collectie Nederland (advies van de Commissie Collectie Nederland van de Raad voor Cultuur van februari 2022), Den Haag: Raad voor Cultuur 2022.
Beter geven. Dertien verbetervoorstellen voor vereenvoudiging en versterking van de giftenaftrek en de ANBI regels (Advies van de commissie van deskundigen onder voorzitterschap van Alexander Rinnooy Kan, in opdracht van de Samenwerkende Brancheorganisatie Filantropie (SBF) van 29 oktober 2020), SBF 2020, p. 5.
Kamerstukken I 2022/23, 36 202, T.
Kamerstukken I 2022/23, 36 202, U.
https://www.eerstekamer.nl/motiedossier/36202_t_motie_essers_cda_c_s_over
Het gaat hier om kwijtschelding ter hoogte van maximaal de waarde van het voorwerp,
vermeerderd met 20%. Er kan nooit meer kwijtschelding gegeven worden dan aan erfbelasting en belastingrente betaald moet worden.