Qatargate: integriteitsregels in de Brusselse compromismolen - Hoofdinhoud
Met nog een jaar tot de Europese verkiezingen is het alle hens aan dek voor het Europees Parlement om zijn integriteit te herwinnen. De omkoping van verschillende parlementariërs, inmiddels bekend als Qatargate, doet het parlement op zijn grondvesten schudden en raakt de geloofwaardigheid van de Europese democratie in het hart. ‘European Democracy is under attack’ zei voorzitter Metsola in een toespraak. Om daaraan toe te voegen: ‘We are Europeans. We would rather be cold than bought.’ Grote woorden, maar ambitieuze hervormingsplannen dreigen inmiddels te worden afgezwakt in Brusselse compromismolens, terwijl sluimerende plannen afgestoft worden. Lukt het de EU om deze crisis te bezweren?
Qatargate werd breaking news in december 2022. De belangrijkste verdachten, Europarlementariërs Marc Tarabella en Eva Kaili, zitten thuis met een enkelband in afwachting van hun rechtszaak. Een derde verdachte heeft zichzelf inmiddels opgeworpen tot kroongetuige: Pier Antonio Panzeri. Ondertussen breiden verhalen over corruptie zich uit in Brussel. Zo werd afgelopen maand het hoofdkantoor van de Europese Volkspartij (EVP) binnengevallen door de politie, vanwege vermeende corruptie bij de verkiezingscampagne van 2019. Hoewel deze zaak waarschijnlijk losstaat van Qatargate, is het wel een nieuw hoofdstuk in de schade aan de Europese democratie. Extra saillant is dat de EVP het corruptieschandaal tot dan toe probeerde te framen als een S&D-probleem, omdat de belangrijkste hoofdrolspelers uit de sociaaldemocratische fractie kwamen. Zo trachtte de EVP de rest van het parlement, en vooral de eigen fractie, buiten schot te houden. Die poging kunnen we inmiddels wel als mislukt bestempelen.
Nadat het corruptieschandaal van diverse parlementariërs in relatie tot landen als Qatar, Marokko en de Verenigde Arabische Emiraten aan het licht kwam, nam het Europees Parlement een ambitieuze resolutie aan voor hernieuwde integriteitsregels. Het grootste gedeelte van de resolutie werd door voorzitter Roberta Metsola omgezet in een veertienpuntenplan. Onderdelen van dat plan waren bijvoorbeeld een volledig lobbyregister, een verbod op onofficiële vriendschapsgroepen met derde landen, het opgeven van inkomstenbronnen, en het rapporteren van alle afspraken die betrekking hebben op wetgevingsactiviteiten. Onlangs schreef Isabel van Groenigen een lezenswaardige analyse over dit veertienpuntenplan voor het Montesquieu Instituut.
Metsola kan echter niet alléén beslissen over de integriteitsregels. Daarvoor heeft ze de politieke steun nodig van de (meerderheid van de) fracties in het Europees Parlement, en uiteindelijk moeten de regels langs het Bureau. Het Bureau, bestaande uit de parlementsvoorzitter, de 14 vicevoorzitters en de 5 quaestoren, besluit over de organisatorische zaken. Dit orgaan is op veel punten vergelijkbaar met het presidium van de Tweede Kamer. Bij veranderingen van procedureregels moet vervolgens ook nog de commissie Constitutionele Zaken van het Europees Parlement betrokken worden. Kortom, genoeg lichamen die hun duit in het zakje willen doen. Zowel voor politieke steun bij de fracties als voor de steun binnen het Bureau moet Metsola flink aan de bak om haar veertienpuntenplan te realiseren.
Het feit dat deze verschillende lichamen iets moeten zeggen over de plannen van Metsola, zorgt ervoor dat vele concrete maatregelen nog op zich laten wachten, en dat over andere maatregelen onderhandeld wordt. Exemplarisch is de afkoelperiode voor Europarlementariërs die vorige week werd aangenomen door het Bureau. In het veertienpuntenplan stelde Metsola voor om een afkoelperiode van twee jaar door te voeren. In die twee jaar na hun aftreden zouden Europarlementariërs geen lobbyactiviteiten in het parlement mogen verrichten. Nota bene onder druk de Europese Volkspartij, de partij van Metsola zelf, is deze ambitie teruggeschroefd naar zes maanden. Die afkoelperiode van zes maanden is nu aangenomen door het Bureau, dat zich over de overige voorgestelde regels nog moet buigen. Het Europees Parlement voelt dus zeker de urgentie, maar door de compromismolens verloopt het proces trager dan Metsola zou wensen. Het eindoordeel over haar voorzitterschap zal immers ook afhangen van de manier waarop zij Qatargate bezweert.
Intussen ligt de bal niet alleen bij het Europees Parlement zelf, maar wordt ook urgentie gevraagd van de Europese Commissie. Bij haar aantreden in 2019 stelde Commissievoorzitter Ursula von der Leyen een ethische autoriteit voor op het gebied van integriteit. Deze autoriteit zou toezicht moeten houden op de EU-instellingen. In de eerste helft van de zittingsperiode van de Commissie-Von der Leyen heeft dat niet tot concrete voorstellen geleid, deels te wijten aan de coronacrisis. In september 2021, nog voor Qatargate, nam het Europees Parlement daarom een resolutie aan waarin de Commissie werd opgeroepen vaart te maken met deze autoriteit. Pas anderhalf jaar later, in februari 2023, kondigde Eurocommissaris Jourová aan dat ze aan een voorstel werkt voor een dergelijke toezichthouder. Het corruptieschandaal heeft sluimerende ambities urgent gemaakt.
Met nog een jaar tot de Europese verkiezingen van 2024 heeft het Europees Parlement de schijnwerpers onbedoeld al vol op zich. Metsola is aan een charmeoffensief begonnen om positieve aandacht te vragen voor het Europees Parlement. Dat was bijvoorbeeld zichtbaar bij haar bezoek aan Nederland eind maart. De verkiezingen zullen volgend jaar gaan over de grote Europese thema’s als klimaat, digitalisering, de toekomst van de Euro en de geopolitieke positie van Europa. Met een oorlog die gaande is op ons continent zijn het misschien wel de belangrijkste EU-verkiezingen ooit. Maar als het parlement wil dat de kiezer daadwerkelijk met vertrouwen naar de stembus gaat, zal het nog voor het einde van 2023 met een concrete invulling van het veertienpuntenplan van Metsola moeten komen. Anders is de kans groot dat Qatargate de verkiezingscampagne negatief gaat beïnvloeden. Laat die compromismolen dus maar draaien.
Edgar Hoedemaker is historicus en is als eindredacteur en projectmanager actief voor PDC, partner van het Montesquieu Instituut. Hij is eindredacteur voor Europa-Nu.nl, Parlement.com en de maandelijkse Hofvijver.
Meer over ...