Amendement (gewijzigd/nader/vervangend); Gewijzigd amendement Bromet ter vervanging van nr. 12 over het uitzonderen van biologische landbouw van een generieke korting en van afroming bij bedrijfsoverdracht - Wijziging van de Meststoffenwet in verband met de voorwaarden over de maximale mestproductie in de derogatiebeschikking 2022-2025 (Wet wijziging Meststoffenwet in verband met de maximale mestproductie) - Hoofdinhoud

Dit gewijzigd amendement i is onder nr. 33 toegevoegd aan wetsvoorstel 36618 - Wet wijziging Meststoffenwet in verband met de maximale mestproductie i.

Officiële titel	Wijziging van de Meststoffenwet in verband met de voorwaarden over de maximale mestproductie in de derogatiebeschikking 2022-2025 (Wet wijziging Meststoffenwet in verband met de maximale mestproductie); Amendement (gewijzigd/nader/vervangend); Gewijzigd amendement van het lid Bromet ter vervanging van nr. 12 over het uitzonderen van biologische landbouw van een generieke korting en van afroming bij bedrijfsoverdracht
Document­datum	09-10-2024
Publicatie­datum	09-10-2024
Nummer	KST3661833
Kenmerk	36618, nr. 33
Externe link	origineel bericht
Originele document in PDF

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Vergaderjaar 2024-

2025

36 618

Wijziging van de Meststoffenwet in verband met de voorwaarden over de maximale mestproductie in de derogatiebeschikking 2022-2025 (Wet wijziging Meststoffenwet in verband met de maximale mestproductie)

Nr. 33

GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN HET LID BROMET TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 12

Ontvangen 9 oktober 2024

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

In artikel I, onderdeel D, wordt aan het voorgestelde artikel 33, vijfde lid, onder vervanging van «; of» aan het slot van onderdeel f door een puntkomma en onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel g, subonderdeel ii, door «; of» een onderdeel toegevoegd, luidende:

• h. 

  de overdracht van een bedrijf aan een bedrijf met uitsluitend biologische productie als bedoeld in artikel 3, onderdeel 1, van de Verordening (EU) 2018/848 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2018 inzake de biologische productie en de etikettering van biologische producten en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 834/2007 i van de Raad.

II

Na artikel I, onderdeel D, worden twee onderdelen ingevoegd, luidende: Da

Artikel 33Ab, vijfde lid, wordt als volgt gewijzigd:

• 1. 

  Voor de tekst wordt de aanduiding «a.» geplaatst en in de tekst vervalt «Het bepaalde in het eerste lid is niet van toepassing op».

• 2. 

  Voor onderdeel a (nieuw) wordt een opschrift geplaats, luidende:

Het bepaalde in het eerste lid is niet van toepassing op:

• 3. 

  Er wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

kst-36618-33 ISSN 0921 - 7371 's-Gravenhage 2024

• b. 

  een bedrijf met uitsluitend biologische productie als bedoeld in artikel 3, onderdeel 1, van de Verordening (EU) 2018/848 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2018 inzake de biologische productie en de etikettering van biologische producten en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 834/2007 i van de Raad.

Db

In artikel 33Ac wordt, onder vernummering van het zesde lid tot zevende lid, een lid ingevoegd, luidende:

• 6. 

  Het bepaalde in het eerste lid is niet van toepassing op een bedrijf met uitsluitend biologische productie als bedoeld in artikel 3, onderdeel 1, van de Verordening (EU) 2018/848 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2018 inzake de biologische productie en de etikettering van biologische producten en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 834/2007 van de Raad.

Toelichting

De mestcrisis staat niet op zichzelf. Biologische landbouw is een oplossing voor veel elementen van de brede milieuproblematiek die de intensieve veehouderij in Nederland veroorzaakt. De biologische sector draagt bovendien nauwelijks bij aan het mestoverschot en deze sector kampt met een tekort aan mest in plaats van een overschot. Daarom zouden biologische boeren moeten worden uitgezonderd bij een eventuele generieke korting, en overgang van fosfaat- en dierenrechten naar biologische bedrijven moeten worden vrijgesteld van afroming.

Bromet

Tweede Kamer, vergaderjaar 2024-2025, 36 618, nr. 33 2