Brief aan de Europese Commissie met vragen betreffende het verslag van de Rechtsstaat 2024 van de Europese Commissie - EU en de rechtsstaat - Hoofdinhoud
Deze brief is onder nr. AW toegevoegd aan dossier 35295 - EU en de rechtsstaat.
Inhoudsopgave
Officiële titel | EU en de rechtsstaat; Brief aan de Europese Commissie met vragen betreffende het verslag van de Rechtsstaat 2024 van de Europese Commissie |
---|---|
Documentdatum | 06-11-2024 |
Publicatiedatum | 06-11-2024 |
Nummer | KST35295AW |
Kenmerk | 35295, nr. AW |
Externe link | origineel bericht |
Originele document in PDF |
Eerste Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2024-
2025
AW
BRIEF VAN VOORZITTERS VAN DE VASTE COMMISSIES VOOR EUROPESE ZAKEN EN VOOR JUSTITIE EN VEILIGHEID
Aan de heer Reynders van de Europese Commissie
Den Haag, 5 november 2024
De leden van de vaste commissies voor Europese Zaken (EUZA) en Justitie en Veiligheid (J&V) hebben met belangstelling kennisgenomen van het Rechtsstaatrapport 2024 van de Europese Commissie1. De leden van de fractie van GroenLinks-PvdA2 wensen de Europese Commissie in het kader van de politieke dialoog een aantal vragen en opmerkingen voor te leggen naar aanleiding van het horizontale rapport. De leden van de SP-fractie3 sluiten zich hierbij aan.
Naar aanleiding van het verslag over de rechtsstaat 2024 en de recente politieke ontwikkelingen binnen de Europese Unie, hebben de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie een aantal vragen aan de Europese Commissie over de effectiviteit van de EU-inspanningen om de rechtsstaat te beschermen. Hoewel het verslag optimistisch is over de geboekte vooruitgang, signaleren deze leden fundamentele problemen die naar inzien van deze fractie onvoldoende worden aangepakt of zelfs volledig ontbreken in het verslag. Bovendien roept de toenemende macht van extreem en radicaal-rechtse partijen in verschillende lidstaten, die zij vijandig vinden staan tegenover democratische waarden en de rechtsstaat, ernstige vragen op bij deze leden over de toekomst van deze waarden binnen de Unie. Zij vragen in hoeverre de Europese Commissie rekening houdt met deze zorgwekkende politieke ontwikkelingen, waarbij de uitholling van de democratische rechtsstaat geleidelijk plaatsvindt. De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie verzoeken de Commissie om hierover te reflecteren. Wat is de analyse van de Europese Commissie over de opkomst en groei van krachten in lidstaten die de rechtsstaat willen ondermijnen?
1 COM(2024)800 - Mededeling van de Commissie: Verslag over de rechtsstaat 2024 - Situatie op het gebied van de rechtsstaat in de Europese Unie (d.d. 24 juli 2024)
2 De GroenLinks-PvdA-fractie heeft 14 van de 75 zetels in de Eerste Kamer.
3 De SP-fractie heeft 3 van de 75 zetels in de Eerste Kamer.
kst-35295-AW ISSN 0921 - 7371 's-Gravenhage 2024
Daarnaast vragen zij om een reactie op de volgende vragen en opmerkingen.
Grondrechten buiten beschouwing gelaten
Het valt de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie op dat de focus van het verslag, net als in voorgaande jaren, vooral ligt op institutionele aspecten van de rechtsstaat (zoals justitiële onafhankelijkheid, corruptiebestrijding en mediavrijheid), terwijl fundamentele rechten, ondanks hun centrale plaats in het EU-Handvest van de Grondrechten, volgens deze leden onderbelicht blijven. Zij vinden dit een gebrek aan een diepgaande analyse van de staat van de grondrechten als een van de pijlers van het jaarlijkse rechtsstaatverslag van de EU en is volgens hen problematisch, vooral omdat de rechten van minderheden, de vrijheid van meningsuiting en het demonstratierecht, om een aantal te benoemen, in diverse lidstaten steeds meer onder druk staan. Gezien de naar inzien van de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie systematische verslechtering van deze rechten, vragen zij of de Commissie wil toezeggen om de bescherming van de grondrechten als vijfde pijler toe te voegen aan haar jaarlijkse verslag.
Ook vragen zij of de Commissie het met hen eens is dat de bescherming van grondrechten in alle EU-(kandidaat)lidstaten versterkt moet worden en dat een proactieve versterking substantieel kan bijdragen aan de verankering van de rechtsstaat in onze samenlevingen.
Daarnaast wordt volgens de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie de schending van vluchtelingenrechten in vrijwel alle EU-lidstaten genegeerd. Dit blijkt volgens deze leden uit de recente voorstellen van de Duitse regering, het plan van de Italiaanse regering om asielzoekers hun asielprocedure in Albanië te laten doorlopen, of het voornemen van de Nederlandse regering in haar regeerprogramma om via een staats-noodwet de Vreemdelingenwet buiten werking te stellen. Ook de pushbacks van migranten en vluchtelingen door Frankrijk en Griekenland worden volgens de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie genegeerd. Daarnaast worden de rechten van demonstranten, zoals bij de protesten in Duitsland tegen de oorlog van Israël tegen de Palestijnen, systematisch geschonden, aldus deze leden. Zij vragen zich af waarom deze ontwikkelingen geen aandacht krijgen in het verslag van de Europese Commissie.
Is de Commissie het met deze leden eens dat juist het respecteren of schenden van grondrechten het vertrouwen van burgers in de democratische rechtsstaat bepaalt? Hoe beoordeelt de Commissie haar eigen geloofwaardigheid als hoeder van de Europese verdragen en waarden als zij deze essentiële grondrechten voor burgers buiten beschouwing laat?
Beperkte vooruitgang bij toegang tot de rechter en onafhankelijkheid van de rechtspraak
In veel lidstaten blijft de toegang tot de rechter onder druk staan, zoals ook wordt erkend in het verslag. De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie vragen wat de strategie van de Europese Commissie is om sneller en effectiever verbeteringen op dit gebied te realiseren. Zijn de huidige juridische en politieke instrumenten van de EU voldoende om toegang tot een onafhankelijke rechter te waarborgen, met name in landen waar deze toegang systematisch wordt beperkt? In Polen bijvoorbeeld, ondanks de intenties van de huidige regering om de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht te herstellen of te versterken, is er naar inzien van deze leden weinig vooruitgang geboekt. Wat heeft de EU geleerd van de situatie in Polen? Welke lessen gebruikt de Commissie om haar aanpak ten aanzien van andere landen in vergelijkbare situaties, waar de onafhankelijkheid van de rechtspraak onder druk staat, te verbeteren?
Corruptie en transparantie van lobbyactiviteiten
Corruptie blijft volgens het verslag een urgent probleem in veel lidstaten, en de transparantie van lobbyactiviteiten wordt onvoldoende bevorderd. Het volgende citaat uit het verslag is volgens de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie zeer zorgwekkend: «Uit de Eurobarometer-enquêtes over corruptie in 2024 blijkt dat corruptie de EU-burgers en bedrijven ernstige zorgen blijft baren. Ongeveer zeven op de tien Europeanen (68%) vinden dat corruptie wijdverbreid is in hun land, en meer dan vier op de tien Europeanen (41%) denken dat de corruptie in hun land is toegenomen.» Dit is volgens de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie schadelijk voor het vertrouwen van de bevolking in de instituties en de rechtsstaat. Zij vragen hoe de Commissie ervoor gaat zorgen dat corruptiebestrijding een prioriteit wordt in lidstaten waar dit probleem structureel is. Heeft de Commissie bewijs dat haar interventies in landen met hoge corruptieni-veaus daadwerkelijk effect hebben gehad? Zo ja, waar blijkt dat uit? Welke instrumenten zijn effectief gebleken in de strijd tegen corruptie en het herwinnen van het vertrouwen van de bevolking? Kan de Commissie concrete voorbeelden geven? En wat betekent dit voor de toekomstige aanpak?
Verder vragen de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie hoe de Commissie druk kan uitoefenen om de transparantie van lobbyactiviteiten te versterken. Zijn er plannen om striktere EU-regels in te voeren om lobbyactiviteiten transparanter te maken? Hoe gaat de Commissie om met de transparantie van haar eigen activiteiten en wetgeving, aangezien een groot deel van de nationale wetgeving uit Brussel komt? Is de Commissie bereid om ook haar eigen staatsrechtelijk handelen onderdeel te maken van dit verslag? Zo nee, waarom niet?
Bedreigingen voor maatschappelijke organisaties en mensenrechtenverdedigers
Het verslag erkent dat maatschappelijke organisaties onder druk staan, zowel juridisch als fysiek, zoals door financieringstekorten en toenemende restricties op hun activiteiten. Ondanks dat de Commissie deze trend erkent, worden volgens de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie lidstaten zelden krachtig aangespoord om deze bedreigingen aan te pakken. Hierdoor kunnen naar inzien van deze leden autoritaire tendensen ongestoord doorgaan, met ernstige gevolgen voor de rechtsstaat en democratie. De ruimte voor maatschappelijke organisaties en mensenrechtenverdedigers krimpt volgens deze leden al jaren systematisch. Zij vragen waarom de Commissie deze kwestie niet met meer urgentie behandelt. Is de Commissie het met de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie eens dat een pluriform en kritisch maatschappelijk middenveld de ruggengraat van een democratische samenleving vormt? Welke initiatieven kunnen er worden verwacht om de positie van deze organisaties te versterken? Is er voldoende bescherming tegen misbruik van juridische instrumenten, zoals strategische rechtszaken (SLAPP's), die kritische stemmen proberen te smoren?
Toenemende macht van extreem en radicaal-rechtse partijen
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie zijn van mening dat de opkomst van extreem en radicaal-rechtse partijen in meerdere EU-lidstaten, waarvan sommigen nu regeren, een bedreiging vormt voor de rechtsstaat en democratische normen. Zij vragen of de Commissie deze politieke realiteit kan rijmen met het optimisme in haar verslag over de geboekte vooruitgang. Gezien de toenemende politieke invloed van regeringen zoals die van Viktor Orban, die volgens de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie openlijk de rechtsstaat verzwakken, vragen zij welke maatregelen de Commissie noodzakelijk acht om verdere uitholling van democratische en rechtsstatelijke beginselen in Europa te voorkomen. Is het huidige EU-instrumentarium, zoals opgesomd in het verslag, voldoende om deze trend te keren? Wat ontbreekt er nog aan instrumenten en aan de effectieve toepassing van bestaande instrumenten, en wat kan er worden gedaan om een krachtigere handhaving van rechtsstatelijke waarden, normen en cultuur te bevorderen?
De leden van de vaste commissies voor Europese Zaken en voor Justitie en Veiligheid zien de reactie van de Europese Commissie met belangstelling tegemoet en ontvangen deze graag binnen drie maanden na dagtekening van deze brief.
De voorzitter van de vaste commissie voor Europese Zaken,
E.B. van Apeldoorn
De voorzitter van de vaste commissie voor Justitie en Veiligheid,
B.O. Dittrich
Eerste Kamer, vergaderjaar 2024-2025, 35 295, AW 4