Tweede verslag - Wijziging van de Waterschapswet, de Waterwet en de Algemene wet bestuursrecht in verband met het versterken van de toepassing van het profijtbeginsel bij de watersysteemheffing, het geven van ruimte aan nieuwe ontwikkelingen en het oplossen van enkele knelpunten

Dit tweede verslag is onder nr. E toegevoegd aan wetsvoorstel 36412 - Versterken toepassing van het profijtbeginsel bij de watersysteemheffing, ruimte voor nieuwe ontwikkelingen en het oplossen van knelpunten i.

1.

Kerngegevens

Officiële titel Wijziging van de Waterschapswet, de Waterwet en de Algemene wet bestuursrecht in verband met het versterken van de toepassing van het profijtbeginsel bij de watersysteemheffing, het geven van ruimte aan nieuwe ontwikkelingen en het oplossen van enkele knelpunten; Tweede verslag
Document­datum 13-11-2024
Publicatie­datum 13-11-2024
Nummer KST1169590
Kenmerk 36412, nr. E
Externe link origineel bericht
Originele document in PDF

2.

Tekst

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Vergaderjaar 2024-2025

Wijziging van de Waterschapswet, de Waterwet en de Algemene wet bestuursrecht in verband met het versterken van de toepassing van het profijtbeginsel bij de watersysteemheffing, het geven van ruimte aan nieuwe ontwikkelingen en het oplossen van enkele knelpunten

TWEEDE VERSLAG VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR

36 412

E

INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT / VOLKSHUISVESTING EN RUIMTELIJKE ORDENING1

Vastgesteld 12 november 2024

  • 1. 
    Inleiding

De leden van de BBB-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de nota naar aanleiding van het verslag2 en danken de regering voor de uitgebreide beantwoording van de eerder door hen gestelde vragen, maar hebben nog wel enkele vervolgvragen over de zogenoemde kanbepaling.

De leden van de fracties van GroenLinks-PvdA en OPNL hebben met belangstelling kennisgenomen van de nota naar aanleiding van het verslag van het onderhavige wetsvoorstel.3 Deze leden bedanken de regering voor de uitgebreide beantwoording van de eerder door hen gestelde vragen en wensen gezamenlijk de regering nog een aantal vervolgvragen te stellen.

  • 2. 
    Aanleiding

Met de beantwoording op de vraag 'in hoeverre de voorstellen uit deze rapporten met welke redenen zijn overgenomen en op welke punten juist is afgeweken'4 wordt volgens de leden van de fracties van GroenLinks-PvdA en OPNL inzicht in het proces gegeven. Het antwoord werpt echter

geen licht op de inhoudelijke afwegingen. Kan de regering inhoudelijk toelichten welke voorstellen uit de genoemde rapporten

zijn overgenomen en op welke punten is afgeweken?

  • 3. 
    Versterken toepassing profijtbeginsel

De leden van de fractie van de BBB lezen in de nota naar aanleiding van het verslag dat de regering spreekt over een trend die de afgelopen jaren te zien is waarbij woningeigenaren steeds meer zijn gaan betalen door de stijgende huizenprijzen en dat deze stijging zich momenteel nog steeds voordoet en nagenoeg door heel Nederland zichtbaar is. Deze leden constateren dat dit dus niet overal in Nederland zichtbaar is. Voor het borgen van uniformiteit tussen waterschappen is daarom volgens de regering niet gekozen voor een facultatieve bepaling.5 Volgens deze leden is er nu ook al geen sprake van uniformiteit tussen waterschappen, nu ook de tarieven van waterschap tot waterschap verschillen. Conform de nota naar aanleiding van het verslag gaat onderhavig wetsvoorstel daar geen verandering in brengen. Waterschapsbesturen moeten hun keuze voor tariefdifferentiatie motiveren. Kan de regering toelichten waarom de mogelijkheid niet wordt opengehouden voor een waterschapsbestuur om hier gemotiveerd van af te wijken? Met andere woorden: om het profijtbeginsel niet of later in te voeren. De leden van de BBB-fractie ontvangen op dit punt graag een toelichting.

Deze leden benadrukken dat tijdens de internetconsultatie expliciet is gevraagd in hoeverre belanghebbenden de tariefdifferentiatie binnen de categorie 'gebouwd' wenselijk vonden. Waar de één aangaf de tariefdifferentiatie een inbreuk op het profijtbeginsel te vinden, stonden andere partijen hier juist wel positief tegenover. Na het afwegen van alle reacties is uiteindelijk door de regering besloten om een verplichting op te nemen. Is de regering het met de leden van de BBB-fractie eens dat juist het uiteenlopen van de reacties op de internetconsultaties pleit voor een zogenoemde kan-bepaling, zodat het waterschapsbestuur de vrijheid houdt voor het invoeren van de meest passende tariefstructuur?

In het antwoord op de vraag over het gekozen peiljaar6 benadrukt de regering het belang van rechtszekerheid, maar wordt volgens de leden van de fracties van GroenLinks-PvdA en OPNL niet ingegaan op de vraag hoe dit peiljaar bijdraagt aan een eerlijke lastenverdeling in lijn met het profijtbeginsel. Kan de regering specifieker toelichten hoe deze keuze zich verhoudt tot het evenredigheidsbeginsel, met name voor woningeigenaren die door marktontwikkelingen onevenredig worden belast? Overweegt de regering een aanvullende maatregel om de lasten evenrediger te verdelen binnen de huidige keuze voor een recent peiljaar, zoals middels een stapsgewijze correctie in de toekomst?

De leden van de fracties van GroenLinks-PvdA en OPNL vragen de regering om specifieker uit te leggen hoe de moet-bepaling voor tariefdifferentiatie tussen woningen en niet-woningen aansluit bij het profijtbeginsel. Ziet de regering mogelijkheden om de waterschappen alsnog ruimte te geven voor regionale verschillen door deze bepaling als kan-bepaling te formuleren?

  • 4. 
    Diversen

In de beantwoording van de vraag over de vervolgstappen voor een meer toekomstbestendige watersysteemheffing7 wordt gesteld dat er een zorgvuldig proces met betrokken stakeholders wordt georganiseerd om hiertoe te komen, zo lezen de leden van de fracties van GroenLinks-PvdA en OPNL. Kan worden aangegeven hoe het nog op te pakken vervolgtraject eruitziet, inclusief (ruwe) planning? Wanneer vindt de beoogde start plaats?

Er wordt gesproken over dat er een 'zorgvuldige analyse' nodig is 'van de verwachte effecten en gevolgen voor de verschillende categorieën'. Is het mogelijk om deze analyse te delen met de Kamer indien deze gereed is? Kan de regering tot slot aangeven waaraan wordt gedacht bij 'de eventuele andere maatregelen' waarnaar wordt verwezen in de beantwoording?

De vaste commissie voor Infrastructuur, Waterstaat en Omgeving ziet met belangstelling uit naar de nota naar aanleiding van het tweede verslag en ontvangt deze graag binnen vier weken na vaststelling van dit verslag.

De voorzitter van de vaste commissie voor Infrastructuur, Waterstaat en Omgeving, Kemperman

De griffier van de vaste commissie voor Infrastructuur, Waterstaat en Omgeving, Dragstra

1

   Samenstelling:

Van Wijk (BBB), Kemperman (BBB) (voorzitter), Van Langen-Visbeek (BBB), Lievense (BBB), Thijssen (GroenLinks-PvdA), Kluit (GroenLinks-PvdA), Crone (GroenLinks-PvdA), Janssen-van Helvoort (GroenLinks-PvdA), Martens (GroenLinks-PvdA), Klip-Martin (VVD), Meijer (VVD), Kaljouw (VVD), Rietkerk (CDA) (ondervoorzitter), Prins (CDA), Van Meenen (D66), Aerdts (D66), Van Kesteren (PVV), Nicolaï (PvdD), Nanninga (JA21), Van Aelst-Den Uijl (SP), Holterhues (CU), Dessing (FVD), De Vries (SGP), Hartog (Volt), Van Rooijen (50PLUS), Van der Goot (OPNL)

2

   Kamerstukken I 2024/25, 36412, D.

3

   Idem.

4

   Idem, p. 2.

5

   Idem, p. 7.

6

   Idem, p. 6.

7

   Idem, p. 13.


 
 
 

3.

Meer informatie

 

4.

EU Monitor

Met de EU Monitor volgt u alle Europese dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.

De EU Monitor is ook beschikbaar in het Engels.