Brief van de minister van LVVN over de uitspraak civiele procedure Greenpeace tegen wat betreft stikstofbeleid - Problematiek rondom stikstof en PFAS

Deze brief is onder nr. BV toegevoegd aan dossier 35334 - Problematiek rondom stikstof en PFAS.

1.

Kerngegevens

Officiële titel Problematiek rondom stikstof en PFAS; Brief van de minister van LVVN over de uitspraak civiele procedure Greenpeace tegen de Staat wat betreft stikstofbeleid
Document­datum 24-01-2025
Publicatie­datum 24-01-2025
Nummer KST35334BV
Kenmerk 35334, nr. BV
Externe link origineel bericht
Originele document in PDF

2.

Tekst

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Vergaderjaar 2024-2025

35 334

Problematiek rondom stikstof en PFAS

BV                         BRIEF VAN MINISTER VAN LANDBOUW, VISSERIJ, VOEDSELZE

KERHEID EN NATUUR

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 22 januari 2025

Vandaag heeft de rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de bodemprocedure van Greenpeace Nederland over de maatregelen die de Staat treft om de stikstofbelasting op de meest kwetsbare natuur te verminderen.Met deze brief informeer ik u, mede namens de Staatssecretaris van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur, over deze uitspraak, waarin Greenpeace voor een belangrijk deel in het gelijk gesteld is.

Samenvatting uitspraak

De rechtbank acht voldoende bewezen dat de meest urgente, voor stikstof gevoelige, habitats in Natura 2000-gebieden (de Urgente Lijst) verslechteren. De rechtbank oordeelt dat dit ook aan de Staat te wijten is, doordat er onvoldoende passende maatregelen zijn getroffen in de periode dat het beschermingsregime van artikel 6 van de Habitatrichtlijn op de betrokken Natura 2000 gebieden van toepassing is (voor de meeste gebieden is dit 2004). Het door de Staat aangevoerde verweer dat er al veel maatregelen zijn en ook doorlopend worden getroffen overtuigt de rechtbank niet. De rechtbank geeft aan dat de Staat in het verleden onvoldoende maatregelen heeft getroffen, en dat het ook aannemelijk is dat op dit moment het beleid niet zal leiden tot het behalen van de doelen.

De rechtbank verklaart voor recht dat de Staat onrechtmatig handelt door de verslechtering, inclusief dreigende verslechtering, van de habitattypen en leefgebieden op de Urgente lijst in de Natura 2000-gebieden niet tijdig te stoppen. Op grond van de Habitatrichtlijn, die in de Nederlandse wetgeving is overgenomen, is de Staat verplicht te voorkomen dat de natuur in de Natura 2000-gebieden verslechtert en moet hij zorgen dat die natuur herstelt en in een goede staat komt te verkeren.

1 Rechtbank Den Haag 22 januari 2025, ECLI:NL:RBDHA:2024:2007, https:// deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBDHA:2025:578

kst-35334-BV

ISSN 0921 - 7371 's-Gravenhage 2025

De rechtbank ziet daarbij de wettelijke stikstofdoelstelling als onderdeel van de implementatie van de Europese verplichtingen uit de Habitat-richtlijn. De rechtbank oordeelt vervolgens dat de Staat ook onrechtmatig handelt door het wettelijke stikstofdoel voor 2025 (40% van het stikstofge-voelige areaal van habitattypen en leefgebieden onder de toepasselijke KDW-en) niet te halen en door het stikstofdoel voor 2030 van 50% zeer waarschijnlijk niet te halen. Tenslotte verklaart de rechtbank voor recht dat het onrechtmatig is van de Staat dat in het stikstofbeleid (en door inzet van afdoende en effectieve maatregelen) geen prioriteit is gegeven aan de daling van de stikstofdepositie op de habitattypen en leefgebieden waar die daling van stikstofdepositie ecologisch gezien het meest urgent is.

De rechtbank geeft de Staat een bevel om uiterlijk op 31 december 2030 het met het huidige beleid nog niet gerealiseerde deel van het stikstofdoel van 50% onder de KDW te brengen. Dat moet op zodanige wijze gebeuren dat er prioriteit wordt gegeven aan de aanpak van de stikstofdepositie op de habitattypen en leefgebieden vermeld op de Urgente Lijst. Per

31 december 2030 zou daarmee volgens de rechtbank 32% van het areaal aan stikstofgevoelige natuur op de Urgente Lijst onder de KDW moeten worden gebracht. Als dit niet lukt moet een dwangsom van € 10 miljoen worden betaald.

De uitspraak is uitvoerbaar bij voorraad, hetgeen betekent dat het instellen van hoger beroep het oordeel en de bevelen in deze uitspraak niet opschort.

Reactie

De uitspraak van vandaag vraagt om een nadere, nauwkeurige bestudering. Tegelijkertijd is nu al duidelijk dat deze uitspraak zeer ingrijpend is en grote impact zal hebben op veel sectoren en ondernemers. Ik kan me goed voorstellen dat mensen, net als ik, vragen en zorgen hebben.

Het oordeel van de rechter is dat het huidige beleid onvoldoende is voor zowel de Europese als de nationale verplichtingen. We moeten nu met elkaar in kaart brengen wat dit betekent.

Het kabinet erkent de noodzaak van aanvullende stikstofreductie naast het doorgaan met het treffen van voldoende natuurherstelmaatregelen. Daarom lopen er op dit moment al diverse maatregelen, die ertoe leiden dat er al een daling is in de stikstofuitstoot. Helaas vindt de rechtbank dit nog niet voldoende. De rechtbank draagt op dat er aanvullende maatregelen moeten worden getroffen. Dit zal zo snel mogelijk worden besproken binnen het kabinet. Het kabinet heeft besloten een ministeriële commissie op te richten, ook gelet op de uitspraak van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State van 18 december jl. over intern salderen en de gevolgen daarvan. In die samenstelling gaan we de uitspraak snel en grondig bestuderen om te bepalen wat de uitspraak van ons vraagt. Daarbij neem ik uiteraard ook de optie voor een hoger beroep mee.

Het kabinet vindt het belangrijk dat maatregelen uitvoerbaar moeten blijven en dat we ook de maatschappelijke en economische gevolgen van die maatregelen mee moeten wegen. We kunnen immers niet het onmogelijke vragen, en maatregelen moeten ook voor de samenleving wel te dragen blijven. De rechter benadrukt in de uitspraak van vandaag dat het aan de regering en het parlement is om plannen te maken en met maatregelen te komen en daarbij de maatschappelijke belangen af te wegen. De rechter erkent dat die afwegingen complex zijn omdat stikstofreductie vele belangen raakt. Deze afweging gaat het Kabinet op korte termijn maken.

Ik kan mij daarom goed voorstellen dat er zorgen zijn over de gevolgen van deze uitspraak. En ook over de snelheid en de impact van de mogelijke extra stappen die nodig zullen zijn om uitvoering te geven aan deze uitspraak. Stikstofmaatregelen raken (ondernemers in) veel sectoren, waaronder landbouw, industrie, woningbouw, defensie en energietransitie en infrastructuur. Het kabinet vindt het van groot belang om oog te houden voor de impact van maatregelen en de uitvoerbaarheid van eventueel aanvullend beleid voor alle betrokkenen en zal die aspecten ook betrekken bij besluitvorming over een eventueel aanvullend maatregelenpakket. Hierover ga ik ook in gesprek met betrokken partijen, zoals de provincies en agrarische partijen, want dit is een grote opgave die we samen moeten oppakken.

Ik zal uw Kamer zo spoedig mogelijk over de vervolgstappen informeren.

De Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur,

F.M. Wiersma

Eerste Kamer, vergaderjaar 2024-2025, 35 334, BV

3


3.

Bijlagen

 
 
 

4.

Meer informatie

 

5.

EU Monitor

Met de EU Monitor volgt u alle Europese dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.

De EU Monitor is ook beschikbaar in het Engels.