Verslag van een nader schriftelijk overleg met de minister van LVVN over het actief aanbieden van de mogelijkheid van seniorenhuisvesting door zaakbegeleiders - Problematiek rondom stikstof en PFAS

Dit verslag van een schriftelijk overleg is onder nr. BW toegevoegd aan dossier 35334 - Problematiek rondom stikstof en PFAS en wetsvoorstel 35600 - Wijziging van de Wet natuurbescherming en de Omgevingswet (stikstofreductie en natuurverbetering) i.

1.

Kerngegevens

Officiële titel Problematiek rondom stikstof en PFAS; Verslag van een nader schriftelijk overleg met de minister van LVVN over het actief aanbieden van de mogelijkheid van seniorenhuisvesting door zaakbegeleiders
Document­datum 29-01-2025
Publicatie­datum 29-01-2025
Nummer KST1180713
Kenmerk 35334; 35600, nr. BW
Externe link origineel bericht
Originele document in PDF

2.

Tekst

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Vergaderjaar 2024-2025

 

35 334

Problematiek rondom stikstof en PFAS

35 600

Wijziging van de Wet natuurbescherming en de Omgevingswet (stikstofreductie en natuurverbetering)

BW1

VERSLAG VAN EEN NADER SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 29 januari 2025

De leden van de vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit2 hebben kennisgenomen van de antwoorden van de Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur van 18 november 2024, zoals opgenomen in het verslag van een schriftelijk overleg over de stand van zaken van een aantal moties en toezeggingen in het domein landelijk gebied en stikstof.3

Naar aanleiding hiervan is op 14 januari 2025 een brief gestuurd aan de Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur.

De Minister heeft op 27 januari 2025 gereageerd.

De commissie brengt bijgaand verslag uit van het gevoerde nader schriftelijk overleg.

De griffier van de vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

De Boer

1 De letters BW hebben alleen betrekking op 35 334.

2 Samenstelling:

Oplaat (BBB) (voorzitter), Kemperman (BBB), Jaspers (BBB), Van Knapen (BBB), Kluit (GroenLinks-PvdA), Janssen-van Helvoort (GroenLinks-PvdA), Fiers (GroenLinks-PvdA), Thijssen (GroenLinks-PvdA), Van Gurp (GroenLinks-PvdA) (ondervoorzitter), Van Ballekom (VVD), Meijer (VVD), Van de Linden (VVD), Rietkerk (CDA), Prins (CDA), Aerdts (D66), Van Meenen (D66), Van Kesteren (PVV), Visseren-Hamakers (PvdD), Baumgarten (JA21), Van Aelst-Den Uijl (SP), Holterhues (CU), Dessing (FVD), De Vries (SGP), Perin-Gopie (Volt), Van Rooijen (50PLUS), Van der Goot (OPNL)

3 Kamerstukken I 2024-2025, 35 334/35 600, BS.

kst-35334-BW

ISSN 0921 - 7371 's-Gravenhage 2025

BRIEF VAN DE VOORZITTER VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT

Aan de Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur

Den Haag, 14 januari 2025

De leden van de vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) hebben met belangstelling kennisgenomen van uw antwoorden van 18 november 2024, zoals opgenomen in het verslag van een schriftelijk overleg over de stand van zaken van een aantal moties en toezeggingen in het domein landelijk gebied en stikstof.1 Het lid van de fractie van 50PLUS heeft naar aanleiding hiervan nog een vervolgvraag. De leden van de fractie van GroenLinks-PvdA sluiten zich aan bij deze vraag.

Vraag van het lid van de fractie van 50PLUS

Met betrekking tot de Motie-Van Rooijen (50PLUS) over passende seniorenhuisvesting2 luidt uw standpunt kort gezegd dat het Rijk niet gaat over de (hernieuwde) inzet van de grond van de voormalige veehouder. Dit is aan de gemeenten en/of provincies. Wel geeft u aan dat het Ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur in dit verband beziet op welke wijze ondersteuning kan worden geboden, bijvoorbeeld in de vorm van zaakbegeleiders die ondernemers kan helpen benodigde gesprekken met bijvoorbeeld mede-overheden op gang te brengen.3

Het enige wat het lid van de fractie van 50PLUS hierover nog zou willen vragen, is om dit niet te laten bij een vrijblijvend «kunnen» maar om deze mogelijkheid actief aan te laten bieden door de zaakbegeleiders en tevens actief bij te houden wanneer een ondernemer in dit verband ideeën deelt met de zaakbegeleiders, zodat inzicht kan worden verkregen in aantallen en locaties van geïnteresseerde ondernemers. Graag verneemt genoemd lid of dat mogelijk is.

De leden van de vaste commissie voor LNV zien uw reactie met belangstelling tegemoet en ontvangen deze graag uiterlijk 11 februari 2025.

Voorzitter van de vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

G.J. Oplaat

BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, VISSERIJ, VOEDSELZEKERHEID EN NATUUR

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 27 januari 2025

Het lid van de fractie 50PLUS heeft gevraagd of zaakbegeleiders actief de mogelijkheid van seniorenhuisvesting kunnen aanbieden en actief de ideeën van ondernemers kunnen bijhouden voor het verkrijgen van inzicht4. Dit is naar aanleiding van de beantwoording5 van de motie Van Rooijen6. Hierin wordt de regering verzocht samen met gemeenten en provincies het belang en de kansen van regionale initiatieven ten behoeve van passende seniorenhuisvesting op agrarische ondernemingen te bezien en initiatiefnemers nadrukkelijk te betrekken bij het hernieuwd inzetten van de grond van boerenbedrijven.

Een zaakbegeleider is een vast contactpersoon vanuit de overheid die een ondernemer kan helpen om mogelijkheden binnen de aanpak piekbe-lasting te onderzoeken. De gesprekken die zaakbegeleiders met ondernemers voeren zijn verkennend en vrijwillig van aard. De wensen en vragen van de ondernemer zijn hierin leidend. De zaakbegeleider luistert, informeert, denkt mee en verbindt zo nodig vertegenwoordigers van andere overheden. Zo kan de zaakbegeleider de verschillende overheden samenbrengen waar de ondernemer mee te maken heeft. Dit is behulpzaam wanneer de ondernemer de mogelijkheid van seniorenhuisvesting overweegt op zijn/haar boerenerf.

Het is echter niet aan de zaakbegeleider om de ondernemer te adviseren of te sturen in een bepaalde richting. Het actief aanbieden van de mogelijkheid van passende seniorenhuisvesting is daarom niet passend. Een ondernemer hoeft zijn/haar toekomstplannen niet te delen met de zaakbegeleider. Tevens is de privacy van de gesprekken tussen de zaakbegeleiders en ondernemers van groot belang. De privacy van individuele ondernemers komt in het geding wanneer zaakbegeleiders specifieke nieuwe activiteiten registeren. Daarnaast begeleiden de zaakbegeleiders maar een deel van de ondernemers welke meedoen aan de subsidieregelingen. Het bijhouden door zaakbegeleiders zou dus geen totaalbeeld geven.

Hoewel ik het verzoek begrijp en graag bijdraag aan het realiseren van passende seniorenhuisvesting kan ik hier helaas geen actieve rol in spelen. Zoals eerder benoemd is het bevoegd gezag verantwoordelijk voor het zorgvuldig afwegen welke functies, zoals seniorenhuisvesting, passend zijn op vrijkomende agrarische locaties. Grond maakt geen onderdeel uit van de Lbv(-plus). Zaakbegeleiders kunnen ondernemers begeleiden bij het vormgeven van seniorenhuisvesting op agrarische locaties, maar het initiatief ligt altijd bij de ondernemer.

De Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur,

F.M. Wiersma

Eerste Kamer, vergaderjaar 2024-2025, 35 334, BW

3

1

Kamerstukken I 2024-2025, 35 334/35 600, BS.

2

Motie-Van Rooijen (50PLUS) over passende seniorenhuisvesting (35 600, P).

3

Kamerstukken I 2024-2025, 35 334/35 600, BS, p. 7.

4

Kamerstuk 175759.02U

5

Kamerstuk 35 334-302

6

Kamerstuk 35 600, P


3.

Bijlagen

 
 
 

4.

Meer informatie

 

5.

EU Monitor

Met de EU Monitor volgt u alle Europese dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.

De EU Monitor is ook beschikbaar in het Engels.